week 2- HC.1 Diagnostiek en behandeling van atherosclerotische complicaties Flashcards

1
Q

Hoe ontstaat atherosclerose?

A
  • ontsteken (initial lesion)
  • ophoping cholesterol ( fatty streak)
  • plaque
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het geval bij stabiele Angina Pectoris?

A

Er is een disbalans tussen zuurstof aanbod en zuurstof vraag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen stabiele en instabiele AP?

A

bij instabiele AP is er sprake van ontsteking en ruptuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de volgorde van behandeling voor stabiele AP?

A
  • lifestyle management
  • medicamenteus
  • revascularisatie
  • cardiale revalidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is acuut coronair syndroom(ACS)?

A

instabiele AP en myocard infarct.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de volgorde van behandeling van ACS?

A
  • revascularisatie!
  • medicamenteus
  • lifestyle management
  • cardiale revalidatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn harde eindpunten op het gebied van cardiologie?

A
  • infarct

- overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom wordt er bij stabiele AP niet ook meteen revascularisatie gedaan?

A

Uit meerdere onderzoeken blijkt dat PCI en medicamenteuze behandeling hetzelfde resultaat geeft bij stabiele AP. En medicatie is minder invasief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer gebruik je wél PCI bij stabiele AP?

A
  • wanneer de symptomen niet goed reageren op pillen.

- voor prognose: meer dan 50% stenose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is visuele beoordeling van een stenose niet voldoende?

A

Je kunt de ernst en de gevolgen van de stenose niet beoordelen, hierdoor onnodige stentplaatsing.
Dit is slecht omdat te vroege PCI voor complicaties kan zorgen als onnodige stenttrombose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan je fysiologisch de ernst van de stenose beoordelen?

A
  • FFR

- iFR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan je anatomisch de ernst van de stenose beoordelen?

A
  • IVUS, geluidsgolven

- OCT, licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tot hoeveel procent stenose kan het hart de flow over een vernauwing verhogen?

A

tot 70%, dit compenseert dan nog vrijwel volledig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij hoeveel procent stenose wordt het gezien als significant?

A

tussen de 70% en 90%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is FFR?

A

Dit meet de druk voor en achter de vernauwing met een maximale flow.
Deze maximale flow wordt geregeld door adenosine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij welke FFR uitslag is de stenose dusdanig ernstig dat er reden is voor stentplaatsing?

A

Wanneer de ratio voor en na stenose onder de 0,8 is.

17
Q

Wat is het voordeel van iFR?

A

geen adenosine nodig en dus minder klachten vanuit de patiënten.

18
Q

Waarvoor kun je IVUS en OCT goed gebruiken?

A
  • bepalen grootte bloedvat
  • waar zit de belangrijkste vernauwing en hoe groot is deze
  • hoe lang de stent moet zijn
19
Q

Door ischemie vanuit welke vaten wordt een onderwand infarct veroorzaakt?

A

meestal door rechter coronair arterie. (RCA)

soms door circum flexus (LCX)

20
Q

Wat is een angiojet?

A

soort stofzuiger voor een stolsel.