week 1- HC.4 Samenwerking bij diagnosticeren pulmonaal ziektebeeld Flashcards

1
Q

Waarbij passen inspiratoire crepitaties?

A

fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarbij passen expiratoire crepitaties?

A

astma, vaak ook met piepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waarbij hoort inspiratoir piepen?

A

tumor oid in de luchtweg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar in het longparenchym bevinden zich de venen en lymfe?

A

in de wand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar in het longparenchym bevinden zich de arteriën en bronchi?

A

centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 4 patronen kun je herkennen op de hrCT van de long?

A
  • nodulair
  • reticulair–> honeycombing
  • verhoogde densiteit–> matglas vs consolidaties
  • verlaagde densiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat kleurt rood uit in een HP kleuring bij microscopie? Van bijvoorbeeld een fibrotische long?

A

erytrocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat kleur donker/paars aan in de HP kleuring?

A

celkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kleurt vrijwel niet aan in de HP kleuring ?

A

bindweefsel/ collageen–> fibrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke 4 disciplines zijn betrokken bij het stellen van een diagnose?

A
  1. longarts
  2. radioloog
  3. immunoloog
  4. patholoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly