Week 2 - deel 2 Flashcards
Anabole functies CZS
groei, herstel
Katabole functies CZS
fight-flight
Efferent systeem gaat …
van zenuwstelsel af
Reflexen input en output
input = sensorische prikkel output = spieractiviteit
sympatisch ofwel
fight or flight
Sympatisch kenmerken
- bevordert dissimilatie
- vezels komen uit lumbale/thoracale ruggenmerg
- pre naar post ganglionair dichtbij grensstreng
Parasympatisch kenmerken
- bevordert assimilatie
- vezels komen uit hersenstam en sacrale ruggenmerg en lopen naar organen
- van pre naar post gebeurt vlak voor innerveren orgaan
Preganglionaire vezels
gebruiken acetylcholine via nicotine receptor naar post ganglionaire vezels dichtbij het te innerveren orgaan
Postganglionaire vezels
gebruiken ook acetylcholine, MAAR binden aan muscarine receptor
2 typen acetylcholine receptoren
- agonist nicotine
- agonist muscarine
postganglionaire vezels gebruiken … en bindt aan …
noradrenaline,
binden aan alfa en beta adrenerge receptoren
AZS innervatie van het hart, parasymapthicus
- vanaf de medulla oblongata
- de vagus gaat naar SA en AV knoop
- heeft remmende werking
AZS innervatie van het hart, sympathisch
- loopt van ruggenmerg
- stimulerend effect SA, AV, Purkinjevezels
parasympathicus op pacemakercel
- remt iF
- drempel wordt langzamer bereikt
- stimuleer K kanalen
- repolarisatie
- remt Ca kanalen
calcium induces calcium release
door de plateaufase komt er veel Ca in het weefsel waardoor de RyR open gaan en meer Ca kunnen maken
Wat doen beta receptoren
- stimuleert cAMP
- meer Ca, waardoor hogere contractie kracht