Week 1 - VO Van hartactiviteit naar ECG Flashcards

1
Q

Wat verplaatst zich tijdens het contraheren van het hart?

A

een depolarisatiefront

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wekt het depolarisatiefront op en wat voor effect heeft dat?

A

het wekt spiercellen op, dit verandert voortdurend de richting en de sterkte van het front

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

beschrijving van de elektrische activiteit van het hart

A

i.p.v. een verplaatsend depolarisatiefront vat men de activiteit op als één dipool op een vaste plaats die in grootte en richting in de ruimte varieert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet de dipool van de elektrische activiteit van het hart?

A

hartvector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een hartvector?

A
  • een dipool op een vaste plek die zowel in grootte als in richting in de ruimte varieert.
  • het is een sommatie van meerdere gedeeltelijk gepolariseerde cellen.
  • is gericht van negatief (staart van pijl) naar positief (kop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Definitie dipool

A

het zijn 2 polair aan elkaar tegengestelde kanten op een afstand ‘d’ van elkaar.
- hierbij is ‘d’ in mm.
Bij een te grote afstand is het geen dipool meer (maar 2 losse geladen onderdelen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een monopool?

A

hebben maar één polair geladen kant.

- formule staat in Slimstuderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De Einthovendriehoek (afleidingen)

A

Afleiding I = Vb - Va
Afleiding II = Vc - Va
Afleiding III = Vc - Vb

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat bepaald de plaats waar je de 2 hoofdelektroden plaatst?

A

welke afleiding je meet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het potentiaalverschil tussen 2 elektroden op gelijke afstand van de hartvector hangt af van..?

A

de hoek tussen de hartvector en de verbindingslijn van 2 elektroden en de afstand r tot de hartvector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer varieert het potentiaalverschil tussen twee elektroden?

A

als er een cosinus is van de hoek tussen de hartvector en de verbindingslijn tussen de elektroden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Als een hartvector bij afleiding I naar links wijst, is de uitkomst …

A

negatief

- (komt doordat de vector naar negatief wijst).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer krijg je een gemeten potentiaalverschil van 0?

A

door een vector die precies in het midden en loodrecht op een afleiding staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de nuldoorgang?

A

een vector die precies in het midden en loodrecht op een afleiding staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoeveel nuldoorgangen zijn er bij een dipool met een constante snelheid?

A

2 nuldoorgangen per volledige rotatie van de hartvector

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat bepaald hoe positief of negatief een meetwaarde is?

A

de sterkte van de hartvector

- sterk richting +-kant = sterk positieve uitkomst & hoge top in ECG.