Week 1 - deel 3 Flashcards
Opbouw sarcomeer
1 dik filament is omgeven door 6 dunne filamenten. 1 dun filament is omgeven door 2 dikke filamenten.
Dunne filament =
actine
Dikke filament =
myosine
Kenmerken dunne filament
- actine, tropomyosine, troponine
- wordt verstevigd door nebuline
Per tropomyosine molecuul heb je … troponines, die zijn belangrijk voor…
3 troponines,
calcium triggering
Troponine is belangrijk voor
binding actine en myosine
Wat doet het dikke filament, wat is het gevolg hiervan
hecht aan M-band waardoor de myosine filamenten parallel lopen aan elkaar
Kenmerken dikke filament
- bestaat uit (heavy chain) myosine
- -> koppen maken interactie met actine moleculen
- -> staart vormt 1 dik filament en heeft scharnier functie
- titine
- myofibrillen
- desmine
Wat doet nebuline
zorgt voor overlapping actine en myosine filamenten (dun_
Wat doet titine
overbrugt afstand Z-lijn en M-lijn (connectie), hoort bij dik
Wat doet dystrophine
hangt de myofilamenten op en via een complex met membraaneiwitten en de ECM
Cardiomyopathie vormen
verworven en aangeboren vormen
Wat is hypertrophisch
- aangeboren: eiwitten die betrokken zijn bij de sarcomeren zelf zijn aangedaan.
- hartspier verdikt: kan gepaard gaan met volume verkleining
Wanneer is gedilateerd (cardiomyopathie)
- aangeboren: mutaties in desmine/dystrophine
- kan verkregen worden na een infarct
- dunnere wand, maar veel groter ventrikel volume
Contractie in de cross bridge
- sarcolemma wordt gedepolariseerd.
- intracellulaire Ca concentratie stijgt.
- Ca bindt aan troponine C
- verschuiving van tropomyosine tov F-actine
- hierdoor komen myosineplaatsen vrij.
- Myosine bindt aan actine –> cross-bridge