WC13 - Inborn Errors of Lipid Metabolism Flashcards
Ja, in de lever kan de bèta-oxidatie ook plaatsvinden (want de lever kan ketonlichamen maken, dus je weet zeker dat dit ook kan)
Door in het biopt NAD+ aan het substraat (L-3-hydroxyacyl-CoA) toe te voegen en dan de NADH concentratie te meten.
B: blauw is normaal, groen is de competitieve remmer met Vmax hetzelfde en Km groter, en rood is de niet-competitieve remmer met Vmax lager en Km hetzelfde
C: De grafiek gaat gelijk lopen omdat de evenwichtsreactie is bereikt
D: Kan niet naar 0, want de michaelis menten reactie is reversibel. Hoe ver die loopt is afhankelijk van delta G’0. Als die hoog is is er veel verschil tussen S en P en loopt hij heel diep, als hij heel klein is loopt de grafiek minder diep omdat het evenwicht sneller bereikt is.
Waar horen de enzymen translocase, ACS (acyl-CoA syntase), CPT I (outer CAT), en CPT II (inner CAT) thuis?
2b. Aan welke stoornis (defect in metaboolpad) doet de myopathie, in combinatie met hypoketonurie, denken?
Spieren kunnen niet voldoende energie maken, deze wordt voornamelijk uit vetzuren gehaald. Tegelijkertijd kan de lever geen ketonlichamen maken, dus in de vetzuuroxidatie gaat iets mis. Het kan dus in de B-oxidatie of in de shuttle zitten.
2c. Onderzoek leerde dat de β-oxidatie zelf prima functioneerde; al de daarbij betrokken enzymen waren dus actief. Gelet op de hoge acylcarnitine spiegel van het plasma komen dan twee enzymen het meest in aanmerking als kandidaat voor een ‘inborn error’. Welke zijn dat?
Translocase of CPT 2/inner CAT; acyl-carnitine wordt wel aangemaakt door CPT 1/outer CAT maar wordt dus niet omgezet door CPT 2. Het kan dus zijn dat het of niet aankomt of CPT 2 zelf niet werkt.
2d. Over diëten gesproken: welke interventie zou je zelf willen voorstellen?
Niet te veel eten, en vetvrij (dus kleine porties aan KH en eiwitten), zodat er geen vetzuur gemaakt hoeft te worden, maar voedingsstoffen alleen voor direct gebruik of glycogeen worden gebruikt.
Er gaat iets mis als propionaat wordt klaargemaakt voor de krebscyclus. Normaal wordt propionaat geactiveerd tot propionyl-CoA en dit kan worden omgezet tot succinyl-CoA. Dit gebeurt in 3 stappen.
Eerst wordt er een CoA aangeplakt (kost energie), daarna een CO2 en nog een derde stap.
Er is een ophoping van CoA esters, dus er wordt blijkbaar wel een CoA aangeplakt. Het gaat dan dus fout bij het aanplakken van CO2 of in stap 3 (deficiënt).
3b. Zou de ‘inborn error’ van dit geitje ook zo bedreigend zijn voor de gezondheid van niet-herkauwers? Waarom?
Nee, want niet-herkauwers zijn niet afhankelijk van propionaat
3c. Waarom verloopt bij dit geitje de β-oxidatie in vitro wel en in vivo niet goed?
Dat suggereert dat er niets mis is met de enzymen. Het ligt dan dus aan he tsubstraat; in dit geval zal er geen vrij CoA meer over zijn
3d. Wat voor invloed zal een deficiënte vetzuuroxidatie op de gluconeogenese hebben?
Je ‘betaalt’ vanuit vetzuuroxidatie de ATP om gluconeogenese te starten. (als je palmitaat oxideert levert dat 106 ATP op)