WC01 - Buffers A Flashcards
Bereken de begin de pH van deze buffers
- In welke buffer zullen de cellen na 48 uur nog in leven zijn?
- Wat is de totale buffercapaciteit van de buffers X, Y en Z ([base] + [zuur])? Worden de verschillen in pH verandering dus veroorzaakt door verschillen van de concentratie van de buffers?
- Buffer Y daarvan ligt de pH na 48 uur kweken nog tussen 7.0 en 7,8, de pH is namelijk 7,4. Bij zowel buffer X als Z is de pH tot onder de 7,0 gedaald wat betekent dat de cellen afsterven.
- De totale buffercapaciteit van buffers x, y en z is 400 ±4 μM. Conclusie: de bufferconcentratie is niet de reden waarom buffer Y wel geschikt is en de andere twee niet (zie vraag 1c).
Waarom buffert Y beter dan X en Z?
De meest geschikte buffer heeft een pKa dicht bij de pH waar je de cellen bij wilt kweken.
Glycine: 1,4 tot 3,4 en 8,8 tot 10,8
Histidine: 0,8 tot 2,8 en 5,0 tot 7,0 en 8,2 tot 10,2
Aspartaat: 1,0 tot 3,0 en 3,0 tot 5,0 en 9,0 tot 11,0
Lysine: 1,2 tot 3,2 en 8,2 tot 10,2 en 9,8 tot 11,8
Welke aminozuren zijn geschikt om te bufferen bij pH 4, pH 6, pH 9 en pH 12
pH = 4: Glutamaat en Aspartaat
pH = 6: Histidine
pH = 9: Allemaal
pH = 12: Arginine
Wat is de bijdrage van 22 aspartaat moleculen, welke in het midden van een eiwitketen zitten, aan de lading van een eiwit bij pH 1 en pH 5?
Wat is de bijdrage van 10 histidine moleculen, welke in het midden van een eiwitketen zitten, aan de lading van een eiwit bij pH 2 en pH 6?