HC10 - Gluconeogenese en Glycogeen Flashcards

1
Q

Leg de koppeling tussen oxidatie en reductie uit

A

Bij oxidatiereacties komen er electronen vrij. Deze reacties moeten worden gekoppeld aan reacties die electronen opnemen. De gekoppelde reacties zijn dan redoxreacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met de pyruvaat die ontstaat na de glycolyse?

A
  • Transport de mitochondrion in, gevolgd door de krebscyclus
  • Als dat eerste niet gebeurt: de glycolyse stopt door gebrek aan NAD+
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is gluconeogenese?

A

Het vormen van nieuwe glucose uit niet-koolhydraat precursors.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe heet het enzym dat van oxaloacetaat PEP maakt?

A

Carboxykinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er zijn 3 terugweg enzymen om de irreversibele gedeeltes van de glycolyse te omzeilen

A

Stap 1: glucose-6-fosfatase
Stap 3: fructose-1,6-bisfosfatase
Pyruvaat-> PEP = pyruvaat carboxylase en fosfoenolpyruvaat carboxykinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kun je weer fructose 1,6-bisfosfaat maken uit pyruvaat?

A

Vanuit PEP dat gevormd wordt uit oxaloacetaat, zullen de reacties weer ‘omhoog’ verlopen omdat het reversibele reacties zijn, tot aan fructose 1,6-bisfosfaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij de eerste reactie in de glycolyse heeft hexokinase glucose omgezet tot glucose 6-fosfaat, en twee stappen later heb je PFK, die een ATP verbruikt om een fosfaatgroep te binden. Dit zijn beide irreversibele enzymen. Wat heb je nodig voor de omgekeerde reacties, als je tijdens de gluconeogenese glucose aan het maken bent?

A

Om van fructose 1,6-bisfosfaat naar fructose 6-fosfaat te gaan heb je het enzym fructose 1,6-bisfosfatase nodig (fosfatase want het haalt een fosfaatgroep er af). In de andere reactie heb je glucose 6-fosfatase nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 3 irreversibele stappen van de glycolyse moet je omzeilen als je vanuit twee lactaat glucose wilt gaan maken?
Welke enzymen heb je daar voor nodig?

A

Hexokinase, fosfofructokinase (PFK) en pyruvaat kinase (PK).
Je hebt daar respectievelijk voor nodig
glucose 6-fosfatase (tegenhanger hexokinase), fructose 1,6-bisfosfatase (tegenhanger PFK), PEP-carboxykinase, en pyruvaatcarboxylase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe keer je de pyruvaatkinase om?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe keer je fosfofructokinase en hexokinase om?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Er zijn maar 2 organen in ons lichaam die glucose af kunnen geven aan de bloedbaan (los van de darm waar het opgenomen wordt). Welke organen zijn dat?

A

De lever en de nieren, want dat zijn de enige twee organen die glucose 6-fosfatase activiteit hebben en dus glucose kunnen maken, aangezien glucose 6-fosfaat niet aan het bloed afgegeven kan worden door zijn lading.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 3/4 substraten heb je nodig voor de gluconeogenese?

A

Lactaat, glycerol, aminozuren, en propionaat (bij herkauwers om glucose te maken, aangezien zij het niet uit het gras halen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de energiekosten van de gluconeogenese? Wat is de glycolyse opbrengst? Hoe betaalt de cel voor de gluconeogenese?

A

Vanuit lactaat kost het 6 ATP (2 keer 3 ATP). De glycolyse opbrengst is 2 ATP. Dit is dus niet voldoende, dus de extra ATP wordt uit de oxidatie van vetzuren gehaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt lactaat weer omgezet in pyruvaat?

A

Door lactaat dehydrogenase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

Overzicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe belandt oxaloacetaat in het cytoplasma, nadat het in de mitochondrion is omgezet vanuit pyruvaat?

A
17
Q

Koolhydraten uit de voeding die niet onmiddellijk in de stofwisseling gebruikt worden, worden opgeslagen als…?

A
  • Glycogeen in de lever/spier, maar die opslagcapaciteit is beperkt
  • Als vet in het vetweefsel na omzetting tot TAG, en deze opslagcapaciteit is nagenoeg onbeperkt
18
Q

Hoe en waar vindt de opslag van glycogeen plaats?

A

De opslag vindt plaats in het cytoplasmatisch deel van de cel in de vorm van granulae.

19
Q

Hoe heet de afbraak van glycogeen en hoe vindt die plaats?

A

Glycogenolyse, en die vindt in twee stappen plaats:
1. Het afsplitsen van glucose-1-fosfaatmoleculen van de uiteinden van de ketens
2. het knippen van de vertakte ketens,“debranching”.

20
Q

De synthese van glycogeen verloopt in 3 stadia. Welke stadia?

A
  1. De vorming van UDP-glucose
  2. Verlenging van de ketens met behulp van UDP-glucose
  3. Het introduceren van de vertakkingen, “branching”.
21
Q

Wat doet glycogeen fosforylase?

A

Het katalyseert de fosforylatie van glycogeen om glucose 1-fosfaat te vormen.

22
Q

Hoe zit de glycogeen remodeling in elkaar?

A
23
Q

Hoe wordt glucose 1-fosfaat omgezet in glucose 6-fosfaat?

A
24
Q

Wat is UDP-glucose?

A

Uridine difosfaat glucose, de geactiveerde vorm van glucose. Het wordt gebruikt in de synthese van glycogeen.

25
Q

Waarom is de reactie om UDP-glucose te vormen toch niet reversibel?

A

Hij is in theorie wel reversibel, maar omdat een van de reactieproducten, pyrofosfaat, gelijk door reageert kan de omgekeerde reactie van UDP-glucose niet plaatsvinden.

26
Q

Wat doet glycogeen synthase?

A

Het maakt glycogeen door glucose van UDP-glucose af te halen en aan een C-4 terminus van glycogeen te binden.

27
Q

Wat is glycogenine?

A

Het is een enzym dat zich als primer gedraagt, door de eerste paar glucose moleculen to polymeriseren op een vertakking van een glycogeen molecuul

28
Q

Wat doet een branching enzyme?

A

Een branching enzym dat zorgt voor de α-1,6 links in glycogeen. Het vertakken verhoogt de oplosbaarheid van glycogeen, en het verhoogt het aantal terminal residues, waar glycogeen fosforylase en synthase weer hun werk kunnen doen.

29
Q

Wat doen glycogeen syntase kinase (GSK) en proteïn kinase?

A

Zij fosforyleren glycogeen synthase, waardoor glycogeen synthase in zijn inactieve staat blijft. Fosforylatie heeft tegenovergestelde effecten op de enzymatische activiteiten van glycogeen syntase en glycogeen fosforylase.

30
Q

Waarom is het feit dat fosforylering tegengestelde effecten heeft op de glycogeensynthese en -afbraak voordelig?

A

Het voorkomt dat synthese en afbraak tegelijkertijd plaatsvinden, wat zou leiden tot een nutteloze uitgave van energie.

31
Q

Wat doet nucleoside difosfokinase?

A

Dit enzym katalyseert de omzetten van UDP terug naar UTP. UDP is vrijgekomen toen glycogeen groeide door de toevoeging van glucose van UDP-glucose. ATP is gebruikt om UDP te fosforyleren.