WC08 - Mr Ed en een zieke puppy Flashcards
A = Een tripeptide, bestaande uit glutamaat, cysteïne (met zwavelbrug, kan dus makkelijk geoxideerd worden), en glycine. Glutathion wordt geoxideerd bij reactie met peroxide.
B = Aan beide kanten een -COOH i.p.v. -COO-
Er is weinig CO2 en meer lactaat. Dat komt doordat alle glucose nu richting lactaat gaat i.p.v. het pentose fosfaat pad (PPP). Een van de enzymen op dat pad werkt dus niet.
Uit verder onderzoek bleek dat de hoeveelheid gereduceerd NADPH sterk verminderd was in Mr. Ed’s ery’s. Is dat in overeenstemming met de eerdere conclusie?
Ja, want in datzelfde pad wordt NAD+ omgezet in NADPH.
Maak een overzicht waaruit blijkt hoe deze enzymdeficiëntie van de eerste stap in dat metabole pad leidt tot hemolyse.
- Er is minder NADPH in de cel
- Er wordt dus minder GSSG omgezet in GSH en dus is er minder GSH en meer GSSG.
- GSSG bevat disulfide bruggen.
- Als -SH groepen niet in gereduceerde toestand zijn (GPX kan niet goed zijn werk
doen om de -SH groepen te reduceren), en dus disulfide bruggen hebben, zal hemoglobine onderling cross-linken en aggregeren tot ‘Heinz bodies’ - Deze hemoglobine klonten veroorzaken scheuren als ery’s door nauwe haarvaten
worden geperst. - Membranen raken beschadigd
- De ery vervormt
- Er treed lysis op
Leg uit waarom deze deficiëntie onder normale omstandigheden niet tot ernstige gevolgen leidt, maar bijvoorbeeld wel naar voren treedt wanneer een geneesmiddel wordt toegediend dat in feite een oxidatief agens is (zoals bijvoorbeeld sulfonamides bij de behandeling van bacteriële infecties), of door de overmatige consumptie van tuinbonen (fava beans).
Hij mist NADPH om peroxide af te breken, waardoor je anemie krijgt
Dat moet betekenen dat er een voordeel is, bij mensen van die bepaalde afkomst, bij het hebben van die deficiëntie
Malaria resistente personen hebben in de erytrocyten een verlaagde glucose 6 fosfaat dehydrogenase activiteit en daardoor een kritisch lage NADPH en GSH-beschikbaarheid. Hierdoor is er te weinig reducerend vermogen om de malariaparasiet te laten groen en daardoor is er resistentie. Vanwege natuurlijke selectie zal deze deficiëntie voorkomen in groepen uit gebieden waar malaria is geweest.
Glucagon maakt glucose vrij uit glycogeen, dus na toediening van glucagon zal de glucoseconcentratie verwacht worden te stijgen.
Wat zouden oorzaken kunnen zijn voor het nagenoeg achterwege blijven van een effect op de glucoseconcentratie in het bloed van dit patiëntje na de glucagon- injectie?
Geen glucose response op glucagon bij zieke puppy, dus óf glucagon receptor is afwezig óf deficiëntie van gemeenschappelijk deel van glycogenolyse en gluconeogenese.
Wat verandert de waargenomen lactaatconcentratie in het bloed aan de mogelijkheden die je aangaf bij de vorige vraag?
Er is veel lactaat en dus komt er niet genoeg glucose vrij om het dier van energie te voorzien. Er is een glucose 6-fosfatase deficiëntie, waardoor glucose 6-fosfaat ophoopt en het dan maar lactaat wordt.
Wat is dus de meest waarschijnlijke aandoening van dit hondje?
Glucose 6-fosfatase deficiëntie
Wat kun je voorspellen over het leverglycogeen van dit hondje onder diverse omstandigheden?
Er wordt veel glycogeen opgeslagen omdat het niet meer wordt afgebroken. Dit komt door de ophoping van glucose 6-fosfaat. Door de opslag van meer glycogeen wordt er bovendien ook nog meer water vastgehouden, en heb je een vergrote lever.
Kun je nu de ziektegeschiedenis en de waarnemingen bij het lichamelijk onderzoek verklaren?
- Normale geboorte: in de baarmoeder krijgt baby glucose van de moeder
- bij vasten slap: vanwege hypoglycasemie
- groeiachterstand: bij-effect van hypoclycaemie is chronisch laag insuline
- grote lever door glycogeen ophoping
- lactaat ophoping in het bloed = acidose. Lactaat kan niet naar gluconeogenese en ook niet geoxideerd worden want er is actieve vetzuuroxidatie (acetyl coa remt PDH). N.B. acidose lusteloosheid, geen trek