HC07 - Problems + Homework

Question 1

Answer 1

Question 2

Answer 2

Question 3

Answer 3

Question 4

Wat is de directe energiebron van een primaire actieve transporter?

Answer 4

Een chemische reactie. Het Na⁺/K⁺ ATPase van plasmamembranen en het Ca²⁺ ATPase van het sarcoplasmatische reticulummembraan worden aangedreven door ATP-hydrolyse.

Question 5

Wat is de directe energiebron van een secundaire actieve transporter?

Answer 5

Een concentratiegradient van een co-transported oplosser. Het cotransport van Na⁺ ion met aminozuren in niercellen en glucose in epitheelcellen maakt gebruik van de neerwaartse concentratiegradiënt van Na⁺ ionen om het opwaartse transport van de aminozuren of de glucose aan te drijven.

Question 6

Wat is de directe energiebron van een passieve transporter?

Answer 6

Een daling in de concentratie van een oplosmiddel dat getransporteerd wordt.

Question 7

Answer 7

Question 8

Answer 8

Nummer 3

Question 9

Answer 9

Nummer 2 en 5

Question 10

Schets het verband tussen de Na⁺-K⁺ ATPase en de kracht van een hartcontractie. Identificeer de relevante primaire en secundaire actieve-transportcomponenten. Hoe beïnvloeden cardiotone steroïden de sterkte van een hartslag?

Answer 10

De hartcontractie (de hartslag) wordt geïnitieerd door het vrijkomen van calcium uit de calciumvoorraden. De contractie wordt beëindigd door de verwijdering van calcium uit het cytoplasma. Deze verwijdering wordt gedeeltelijk bewerkstelligd door een natrium-calcium antiporter, die calcium uit de cel verwijdert, tegen de concentratiegradiënt in, door natrium de cel in te laten stromen langs de concentratiegradiënt. De natriumgradiënt wordt tot stand gebracht door de Na⁺-K⁺ ATPase. Cardiotone steroïden werken door remming van de Na⁺-K⁺ ATPase, die op zijn beurt de natrium-calcium antiporter remt. Daardoor blijft calcium - het signaal voor contractie - langer in de hartcel, waardoor de hartslag sterker wordt.

Question 11

Wat is het verschil tussen ligand-gated en voltage-gated kanalen?

Answer 11

Ligand-gated kanalen openen in reactie op de binding van een molecuul door het kanaal, terwijl voltage-gated kanalen openen in reactie op veranderingen in de membraanpotentiaal.

Question 12

Waar of niet waar: de natrium-glucose gelinkte transporter hangt niet af van de hydrolyse van ATP

Answer 12

Niet waar. Hoewel de cotransporter niet rechtstreeks afhankelijk is van ATP, is de vorming van de Na⁺ gradiënt die de glucose-opname aandrijft, afhankelijk van ATP-hydrolyse.

Question 13

Leg uit waarom een α-helix uiterst geschikt is voor een transmembraan proteïne segment

Answer 13

Alle amide waterstofatomen en carbonyl zuurstofatomen worden in het hydrofobe milieu gestabiliseerd door intrachain waterstofbruggen. Als de R-groepen hydrofoob zijn, treden zij in wisselwerking met de hydrofobe binnenkant van het membraan, waardoor de helix verder wordt gestabiliseerd.

Question 14

Answer 14

Question 15

Het multidrug-resistentie-eiwit, dat kan leiden tot resistentie tegen geneesmiddelen bij kanker en andere pathologische situaties, is aanwezig in de meeste normale cellen. Welk doel zou dit eiwit kunnen dienen in normale cellen?

Answer 15

Cellen kunnen worden blootgesteld aan vele chemische stoffen in het milieu, xenobiotica genaamd. Veel van deze chemicaliën zijn waarschijnlijk giftig. Cellen die dergelijke chemicaliën kunnen verwijderen, zullen langer overleven.

Question 16

Kegelslakken zijn carnivoren die een krachtig pakket gifstoffen in hun prooi injecteren, wat leidt tot snelle verlamming. Veel van deze gifstoffen blijken zich te binden aan specifieke ionkanaal-eiwitten. Waarom zijn zulke moleculen zo giftig? Hoe kunnen zulke gifstoffen nuttig zijn voor biochemisch onderzoek?

Answer 16

De blokkering van ionenkanalen remt de actiepotentialen, wat leidt tot een verlies van de zenuwfunctie. Deze toxinemoleculen zijn nuttig voor het isoleren en specifiek remmen van bepaalde ionenkanalen.