HC03 - Problems + Homework Flashcards
Als de ∆Go’ van de reactie S->P -50kJ/mol is, dan zal de reactie…?
spontaan verlopen van links naar rechts
In de thermodynamica betekent het ‘spontaan’ verlopen van een reactie dat…?
zonder de input van energie
Wat zijn de twee eigenschappen van enzymen die ze erg nuttig maken als katalysatoren?
Snelheidsverhoging en substraatspecificiteit.
Wat zijn de algemene kenmerken van actieve sites van enzymen?
De actieve plaats is een driedimensionale spleet, die slechts een klein deel uitmaakt van het totale volume van het enzym. Actieve sites hebben unieke micromilieus. Een substraat bindt zich met meerdere zwakke interacties aan de actieve plaats. De specificiteit van de actieve plaats hangt af van de precieze driedimensionale structuur van de actieve plaats.
Wat heeft een apo-enzym nodig om een holo-enzym te worden?
Een cofactor
Waarom zijn vitaminen nodig voor je gezondheid?
Vitaminen worden omgezet tot co-enzymen die nodig zijn voor de meeste biochemische reacties
Wat is het fundamentele mechanisme waardoor enzymen de snelheid van chemische reacties verhogen?
Enzymen faciliteren de formatie van de overgangstoestand
Wat is de structurele basis voor enzymspecificiteit?
De ingewikkelde driedimensionale structuur van eiwitten maakt het mogelijk actieve sites te bouwen die alleen specifieke substraten herkennen.
Wat wordt er bedoeld met ‘bindingsenergie’?
Bindingsenergie is de vrije energie die vrijkomt wanneer twee moleculen samen binden, zoals wanneer een enzym en een substraat reageren.
Wat is de rol van bindingsenergie in enzym katalyse?
De bindingsenergie is maximaal wanneer een enzym interageert met de overgangstoestand, waardoor de vorming van de overgangstoestand wordt vergemakkelijkt en de snelheid van de reactie wordt verhoogd.
Wat zou het gevolg zijn van een enzym dat een grotere bindingsenergie heeft voor het substraat dan voor de overgangstoestand?
Er zou geen katalytische activiteit zijn. Als het enzym-substraatcomplex stabieler is dan het enzym-overgangsstaatcomplex, zou de overgangstoestand zich niet vormen en zou er geen katalyse plaatsvinden.
A = 4
B = 7
C = 8
D = 3
E = 9
F = 10
G = 5
H = 1
I = 2
J = 6
Waarom staat de activeringsenergie van een reactie niet in de uiteindelijke ∆G van de reactie?
De energie die nodig is om de overgangstoestand te bereiken (de activatie energie) wordt teruggegeven wanneer de overgangstoestand uiteindelijk het product vormt.
Eiwitten zijn thermodynamisch instabiel. De ∆G van de hydrolyse van eiwitten is vrij negatief, en toch kunnen eiwitten vrij stabiel zijn. Verklaar deze schijnbare paradox. Wat vertelt het je over eiwitsynthese?
Eiwithydrolyse heeft een grote activeringsenergie. Eiwitsynthese vereist energie om door te gaan.