HC04 - Enzymologie en kinetiek Flashcards

1
Q

Hoe kan je een niet verlopende reactie (positieve delta G) toch laten verlopen?

A

Door hem te koppelen aan een negatievere reactie waardoor hij wel verloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe bereken je de snelheid waarmee een enzym een substraat omzet in een product?

A

Dit bereken je d.m.v. de initiële snelheid Vo, dus de snelheid gelijk nadat de reactie begint te verlopen. Zo voorkom je dat de reactie ook terug loopt en de snelheid niet klopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de reactie het enzym substraat complex

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar hangt de reactiesnelheid van een enzym vanaf?

A
  • Hoeveelheid enzym
  • Hoeveelheid substraat
  • Aanwezigheid modulatoren (remmers/activatoren)
    • (Temperatuur, alleen in koudbloedigen)
  • (pH, door conformatieverandering zal het niet meer kunnen binden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de Michaelis-Menten formule?

A

Met:

Vo = Initiële snelheid

Vmax = Maximale snelheid van het enzym

S = Substraat concentratie

Km = Michaelis-Menten constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de Michaelis-Menten constant (Km)?

A

De substraat concentratie waarbij je de helft van de maximale snelheid bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de Lineweaver-Burk vergelijking?

A

Dezelfde vergelijking als de Michaelis-Menten vergelijking maar dan reciprook

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent een hoge Km?

A

Een hoge Km betekent dat pas bij een hoge substraatconcentratie die half-maximale snelheid bereikt wordt. Het enzym heeft dus een lage affiniteit voor het substraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent een lage Km?

A

Een lage Km betekent daarentegen dat al bij een lage substraatconcentratie die half- maximale snelheid bereikt wordt en dus heeft dát enzym een hoge affiniteit voor zijn substraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het voordeel van een Lineweaver-Burk grafiek t.o.v. een V tegen S verzadigingscurve.

A

?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A

?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly