WC09 - Inteelt Flashcards

1
Q

Een oude man heeft een zoon die uit zijn eerste huwelijk ook een zoon heeft gekregen. De zoon is gescheiden en opnieuw getrouwd en met deze vrouw heeft hij weer een zoon gekregen.
Wat is de additief genetische relatie tussen de oude man en zijn kleinzoon uit het tweede huwelijk van zijn zoon?

A

Oude man - kleinzoon 2 = grootouder - kleinkind
dus a = 0,25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de additief genetische relatie tussen de oude man en zijn kleinzoon uit het eerste huwelijk van zijn zoon?

A

Ook a = 0,25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de additief genetische relatie tussen de beide kleinzonen?

A

Tussen halfbroer en halfbroer is a = 0,25

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de additief genetische relatie tussen de eerste kleinzoon en zijn stiefmoeder?

A

Ze zijn niet verwant dus a = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hiernaast zie je de schapen van een hobbyfokker. Hij wil de zaak wat serieuzer aan gaan pakken en heeft een paar vragen met betrekking tot het inteeltniveau in zijn huidige populatie. Hij heeft Joop en Antje gekregen en weet niet wat hun afstamming is.
Wat is de inteeltcoëfficient van Margje?

A

Van de afstamming van de ouders van Margje is niets bekend, dus op grond hiervan is de inteeltcoëfficient van Margje = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de inteeltcoëfficient van Nico?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De fokker heeft contact gehad met de vorige eigenaar en Antje is ingeteeld met een
inteeltcoëfficiënt van 0,25. Wat is nu de inteeltcoëfficiënt van Nico?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een bok uit een zwaar ingeteeld Zwitsers melkgeitenras (gemiddeld F = 0,35) wordt
gepaard met een geit uit een al even zwaar ingeteeld Engels landgeitenras (gemiddeld F =
0,28). Wat is de inteeltcoëfficiënt van de nakomelingen uit deze paring?

A

Omdat er geen genetische relatie tussen een bok van een Zwitsers melkgeiten ras en een geit van een Engels landgeiten ras bestaat is uit een paring van deze bok met deze geit de inteeltcoëfficiënt 0. De bok en de geit hebben immers geen gemeenschappelijke voorouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In een populatie sierduiven is het gemiddelde inteeltniveau in de huidige generatie 0,3. Er
bestaat al langer het idee dat de inteelt te hoog is in de populatie en het is daarom ook de
vorige generatie al onderzocht en toen was de gemiddelde inteeltcoëfficiënt 0,25.
Wat is de toename in inteelt per generatie in deze sierduiven populatie?

A

Delta F = (0,30 - 0,25)/(1 - 0,25) = 0,05/0,75 = 0,0667

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Moeten de fokkers van deze populatie zich zorgen gaan maken?

A

0,0667 = 6,67%
Deze inteelttoename is veel groter dan de kritieke grens van 1% van generatie, dus ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke paring kan het beste worden uitgevoerd om de inteeltcoëfficiënt van de nakomeling zo laag mogelijk te houden?

A

Het doel is de inteelt bij de nakomeling te beperken, daarom is de relatie van de stier met Sheba van belang. John of Gandhi zijn de beste keuzes omdat zij geen voorouders gemeenschappelijk hebben met Sheba.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe hoog is die inteeltcoëfficient dan?

A

Omdat er geen gemeenschappelijke voorouders zijn (althans niet bekend) wordt de inteelt = 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kun je op basis van deze gegevens een goede keuze maken of wil je een uitgebreidere stamboom? Waarom?

A

Nog graag 1 of liever nog 2 generaties er bij want verderop in de stamboom kunnen nog gemeenschappelijke voorouders zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Dierentuinen zijn zich bewust van de mogelijke problemen die optreden bij ingeteelde dieren. Daarom wordt er wereldwijd aan uitwisseling gedaan, om de inteelt zo laag mogelijk te houden (uitteelt). Vanwege deze actieve uitwisseling van dieren mag je de olifantenpopulatie in dierentuinen wereldwijd als één populatie beschouwen. Stel; in deze populatie Indische olifanten is de allel frequentie voor een ‘deuk’ in het oor 0,3, je mag random mating veronderstellen en oorvorm staat niet onder selectie. Een deukoor is recessief. Wat is de genotype frequentie in deze populatie?

A

Als geldt p2 + 2pq + q2 = 1 en p + q = 1, dan;
q = 0,3 dus p = 0,7
p2 = homozygoot normaal = 0,72 = 0,49
q2 = homozygoot deukoor = 0,32 = 0,09
2pq = heterozygoot = 20,30,7 = 0,42

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Stel, de populatie is 200 dieren groot en 55 dieren zijn heterozygoot voor oorvorm.
Wat is de gemiddelde inteeltcoefficient in deze populatie?

A

F = (2pq - Ho)/2pq = (0,42 - 55/200)/0,42 = 0,345

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ga ervan uit dat van de generatie van Hans niet is ingeteeld en dat de additief genetische relatie tussen Rekeltje en Mikkie 0,5 is.
Wat is de additief genetische relatie tussen Joop en Minous?

A

Er is geen additief genetische relatie tussen Joop en Minoes dus de relatie is a = 0

17
Q

Wat is de additief genetische relatie tussen Joost en Sam?

A
18
Q

Wat is de additief genetische relatie tussen Mosie en Joost?

A
19
Q

Bepaal de inteeltcoëfficiënt van Joost

A