Vragen Zwangerschap en lactatie Flashcards
Waarbij moet vlak voor de partus rekening mee worden gehouden icm medicatiegebruik?
een gecompliceerde partus door bijvoorbeeld een verhoogde bloedingsneiging (bijv. antistolling) of door weeën remming. (bijv. door opiaten, of NSAID’s).
Indien het gebruik van een geneesmiddel leidt tot een (structurele) aangeboren afwijking, wordt de stof …. genoemd.
teratogeen
Hoe heten stoffen die een toxisch effect hebben op de bevruchting en/of op de embryofoetale ontwikkeling?
embryo- of foetotoxische stoffen
Wat is de beste bron voor het verkrijgen van informatie omtrent medicatieveiligheid tijdens zwangerschap en lactatie?
Lareb (tetralogie informatie service)
Juist of onjuist: nadropadrine/heparine passeren de placenta, er is een verhoogde kans op intra-cerebrale bloedingen bij de foetus
Onjuist. Passeren de placenta niet.
Waarop berust het risico bij medicatie gebruik in 1e trimester van de zwangerschap (x2)?
een verhoogd risico op abortus en op een aanlegstoornis, zoals spina bifida, bij de foetus.
Waarop berust het risico bij medicatie gebruik in 2e trimester van de zwangerschap (x1)?
Groeivertraging
Waarop berust het risico bij medicatie gebruik in 3e trimester van de zwangerschap (1x)?
Farmacologische effecten van het geneesmiddel (insuline, schildklierremmers)
Welke medicatie heeft een weëen remmend effect?
Opiaten, NSAID
- Oxytocine en prostaglandinen kunnen elkaar effect op de uterus versterken
De risico’s van gebruik van een geneesmiddel worden volgens Lareb onderscheiden in 5 verschillende klassen, noem deze
1: Meest veilig (in onderzoek geen verhoogd risico gevonden op aangeboren afwijkingen of andere nadelige effecten op de zwangerschap)
2: Waarschijnlijk veilig (kan gebruikt worden, maar middel uit klasse meest veilig heeft voorkeur)
3: Mogelijk risico (kan mogelijk nadelige effecten hebben op de zwangerschap of de foetus > weeg nadelige effecten af tegen belang behandeling van moeder. Overweeg of een veiliger middel gebruikt kan worden of voer extra controles uit. )
4: Risico op aangeboren afwijkingen (alleen in uitzonderingsgevallen> kies zo mogelijk voor een veiliger middel of staak (tijdelijk) de behandeling)
5: Risico onbekend (geen/ onvoldoende informatie beschikbaar. Kies een middel waarvan meer bekend is over de veiligheid)
Welke medicatie behoort tot zwangerschap categorie ‘meest veilig’ ? (x5)
paracetamol, nadroparine, amoxicilline, claritromycine, acetylsalicylzuur (max 160
mg/dag
Welke medicatie behoort tot zwangerschap categorie ‘waarschijnlijk veilig’ ? (x4)
metoprolol, metformine, diclofenac en ibuprofen (waarschijnlijk veilig gedurende het 1e en 2e trimester van de zwangerschap
Welke medicatie behoort tot zwangerschap categorie ‘risico op aangeboren afwijkingen’ ? (x6)
carbamazepine, acenocoumarol, fenprocoumon, doxycycline (vanaf week 16), gentamicine, enalapril (2e en 3e trimester)
Welke medicatie behoort tot zwangerschap/lactatie categorie ‘risico onbekend’ ?
ciprofloxacine (risico onbekend voor gebruik gedurende het 2e en 3e trimester van de zwangerschap)
Welke twee factoren zijn van invloed op de hoeveelheid geneesmiddel dat in de moedermelk terecht komt?
- Farmacokinetiek bij de moeder: toedieningsvorm en dosering, biologische beschikbaarheid en halfwaardetijd
- Chemische eigenschappen van het geneesmiddelen: molecuulgewicht, eiwitbinding, vetoplosbaarheid, zuurconstante.