Vragen Antibiotica (Tetracyclinen, Aminoglycosiden, Macroliden) Flashcards

1
Q

Wat is een voorbeeld van tetracyclinen?

A

Doxycycline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke antibiotica zijn gecontra-indiceerd tijdens de zwangerschap?

A

Tetracyclinen worden niet gebruikt worden in de zwangerschap en niet bij jonge kinderen (<8jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tegen welke bacterien zijn tetracyclinen vooral werkzaam?

A

Gram-positieve bacteriën en intracellulair voorkomende micro-organismen (Q-koorts, Mycoplasma, Chlamydia)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het werkingsmechanisme van tetracyclinen?

A

Ze remmen de eiwitsynthese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de bijwerkingen van tetracyclinen?

A
  1. Gebitsverkleuring bij kinderen –> door schadelijke werking bot/tandweefsel
  2. fotosensibilisatie –> blootstelling aan zon afgeraden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke combinatie vermindert de opname van tetracyclinen?

A

Combinatie met aluminium, calcium, ijzer en magnesium bevattende preparaten (zoals antacida) door vorming van onoplosbare complexen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe onstaat verkleuring van het gebit bij tetracyclinen?

A

Tetracyclinen worden opgenomen in tanden tijdens verkalking van het gebit gedurende de
odontogenese. Verkleuring en hypoplasie kunnen het gevolg zijn. Daarnaast kunnen ook beenderen tetracyclinen opnemen, wat schadelijke gevolgen voor de groei
kan hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het advies bij combinatie tetracyclinen en interactie waardoor verminderde absorptie?

A

Indien de combinatie van een tetracycline en één van de genoemde preparaten onvermijdbaar is, is het advies om de tetracycline minimaal 3 uur vóór of 2 uur ná het preparaat innemen. Een uitzondering geldt bij de combinatie van doxycycline met ferrofumaraat: dan moet ferrofumaraat tijdelijk stopgezet worden, óf één van beide middelen moet worden vervangen door een alternatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een voorbeeld van aminoglycisiden?

A

Gentamicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tegen welke bacterien zijn aminoglycosien vooral werkzaam?

A

(resistente) gram-negatieve bacteriën (vooral staven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke belangrijke bijwerkingen hebben aminoglycosiden?

A

irreversibele doofheid en reversibele nierfunctiestoornis, daarom zo kort mogelijk toegedienen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het werkingsmechanisme van amoniglycosiden?

A

Interfereren met de eiwitsynthese van bacteriën. Ze blokkeren de interactie tussen mRNA en ribosomen en hebben een bactericide werking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden aminoglycosiden toegediend?

A

Alleen parenteraal bij systemische behandeling (aangezien niet door de darm opgenomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt omgegaan met de smalle therapeutische breedte van aminoglycosiden?

A

bij toediening van deze middelen een spiegelbepaling in serum aangeraden, om ototoxische en nefrotoxische doseringen te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het gevaar van nefrotoxiciteit bij aminoglycosiden?

A

Dat men in een vicieuze cirkel raakt: door nefrotoxiciteit vermindert de nierfunctie, waardoor risico ontstaat van accumulatie. Het gevolg is een nog verder afgenomen
functie en een toenemende kans op ototoxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn een voorbeelden van macroliden?

A

claritromycine en azitromycine

17
Q

Wat is het werkingsmechanisme van macroliden?

A

remmen de eiwitsynthese

18
Q

Tegen welke bacterien zijn macroliden effectief?

A

Gram-positieve bacteriën, zoals S. aureus, pneumokokken, intracellulair
voorkomende (atypische) micro-organismen (Legionella, Chlamydia pneumoniae, Chlamydia Psittaci en
Coxiella Burnetti (veroorzaakt Q-koorts), Mycoplasma).

19
Q

Waardoor kunnen ernstige interacties ontstaan met macroliden?

A

Claritromycine remt CYP3A4 en zis substraat van CYP3A4. Een combinatie van claritromycine met statines die worden gemetaboliseerd door CYP3A4 (zoals simvastatine en atorvastatine), vergroot het risico op statine toxiciteit (rhabdomyolyse). Macroliden kunnen het QTc interval verlengen. Bij combinatie met andere QTc verlengers is het risico op torsade de pointes verhoogd.