Stabiele AP Flashcards
2 vormen coronairlijden
Stabiel coronairlijden/stabiele angina pectoris
Instabiel coronairlijden: acuut coronair syndroom, zowel instabiele AP als acuut myocardinfarct.
factoren voor zuurstofaanbod
- Coronaire bloedtoevoer naar hartspier
- Coronaire perfusiedruk
- Duur van diastole
- O2-gehalte in het bloed afhankelijk van Hb gehalte en O2-verzadiging
Zuurstofgebruik van hart wordt bepaald door
- Hartritme en frequentie
- Contractiliteit
- Wandspanning linkerventrikel
- Duur systole
- Bloeddruk
Wat moet er gebeuren voordat pijn op de borst wordt ervaren?
Na ischemie (disbalans tussen O2 vraag en aanbod), metabole veranderingen (minder ATP). Dan diastolische dysfunctie van hart en regionale wandbewegingsstoornissen (systolische veranderingen, na paar seconden), ECG-veranderingen (na paar min) en dan uiteindelijk pijn op de borst.
Myocardinfarct als gevolg van necrose hartspiercellen begint 15-30min na optreden ischemie.
Linker coronair arterie (LCA)
Splitst na hoofdstam in linker anterior descendens LAD (ramus descendens anterior (RDA)) en ramus circumflexus (RCX).
LAD is belangrijkste coronaire arterie
Rechter coronaire arterie (RCA)
Verzorgt rechter atrium, vrije wand rechter ventrikel, onderrand en soms zijkant linker ventrikel. Vascularisatie van SA en AV-knoop is grotendeels afhankelijk van RCA.
Belangrijke zijtakken: sinusknoop-arterie, rechter atrium-arterie en ramus descendens posterior (RDP) en soms ramus posterolateralis (RPL)
Atherosclerose
Systemische, inflammatoire ziekte, is langzaam progressief. Vetstoffen (fatty streak) worden afgezet in intima van bloedvaten en vormen plaque. Bloedvat verwijdt dan, in later stadium is plaque zo groot dat het lumen vernauwt (stenose). Hoe grotere stenose hoe erger de klachten. Plaque kan necrotisch worden en ruptureren, trombus kan gevormd worden
Risicofactoren atherosclerose
Leeftijd, hypercholesterolemie, hypertensie, diabetes mellitus, vetrijk dieet, roken, familiaire belasting en mannelijk geslacht
kenmerken AP
Is episodisch optredend klachtenpatroon, wordt veroorzaakt door tijdelijke myocardiale ischemie. 3 groepen: typische, atypische AP en non-angineuze AP
Anamnese vragen naar: karakter van pijn (drukkend of benauwd), lokalisatie en duur, relatie met inspanning en duur (snel herstel in rust of bij nitraatgebruik).
Let op: klachten patroon, eerdere arteriële incidenten of aanwezigheid risicofactoren.
Typische angina pectoris
- Retrosternale pijn op borst, drukkend
- Uitgelokt door inspanning of emotionele stress
- Vermindert in rust/nitraten binnen paar minuten
Gradaties angina pectoris qua klachten
Graad 1: bij zeer zware (lichamelijke) inspanning
Graad 2: bij minder zware (lichamelijke) inspanning (fietsen/stevig doorwandelen)
Graad 3: bij dagelijkse activiteiten
Graad 4: bij geringe activiteit of in rust
diagnostiek AP
Let op klachtenpatroon, eerder arterieel accident, aanwezigheid risicofactoren. LO: BMI, anemie/hyperthyreoïdie, bloeddruk, auscultatie hart. ECG; als ST depressie zichtbaar dan is er sprake van O2 tekort van het hart.
labonderzoek
Hb-gehalte, nierfunctie, cholesterol en lipidenspectrum, glucose en TSH.
Ergometrie
ECG in rust wordt vergeleken met inspannings-ECG. Die laatste kan diverse problemen in kaart brengen (zoals tachycardie etc.)
Technieken voor ischemie testen
Functioneel: niet invasiefergometrie, stressecho, isotopenonderzoek en stress-MRI. Of invasief FFR (fractional flow reserve)
Morfologisch/anatomisch: niet-invasiefCT scan of invasiefCAG (coronairangiografie)