Farmacotherapie WG Flashcards
Nitroglycerine
Veneuze vaatverwijder en verlaagt de preload van het hart.
Clopidogrel:
Prodrug. Bij combi omeprazol en clopidogrel opletten, want werkzaamheid clopidogrel neemt af bij gelijktijdig toedienen
3 groepen heparines
Ongefractioneerd, Low-molecular weight en pentasacchariden.
Heparines
Remmen bloedstolling door aangrijpen op stollingsfactoren (dus antitrombotica).
Maar bij gebruik kan trombocytopenie ontstaan.
Sinusritme herstellen/rhythm control bij boezemfibrilleren
Gedaan door klasse 1&3 antiaritmica. Sinusritme vertragen door rate control; klasse 2&4 (digoxine en diltiazem).
Als boezemfibrilleren wil je rhythm control. Afweging tussen flecaïnide en amiodaron, kijken naar hartfunctie. Flecaïnide heeft neg. Inotroop effect, dus gecontraindiceerd bij hartfalen.
Amlodipine
Dihydropyridine Ca-antagonist. Dus vaatverwijdende functie op arteriën en verlaagt zo afterload.
3 soorten diuretica
- Lisdiuretica: furosemide en burametanide. Werken op opstijgende deel Lis van Henle-> minder K, Na en Cl opname en afname waterresorptie. Bijwerkingen: hypokaliëmie, hypotensie en dehydratatie
- Thiazidediuretica: hydrochloorthiazide/chloortalidon. Werken in distale tubulus. Blokkeren Na- en Cl-kanalen minder zout en waterresorptie-> preload verlaagd. Zelfde bijwerkingen als Lisdiuretica.
- K sparende diuretica: aldosteronantagonisten (spironolacton of eplerenon) voor uitscheiding Na en K behoud. -> afname preload. Kans op hyperkaliëmie. Of Na-kanaalblokkers (triamtereen).
Remming van RAAS
- ACE-remmer: kans op hypotensie, hyperkaliëmie en prikkelhoest
- B-blokker
- Aldosteronantagonist
- Angiotensinereceptorblokkers
ARNI
Combi van angiotensinereceptorblokker en neprilysine inhibitor zoals sacubitril en valsartan. Neprilysine zorgt voor afbraak ANP en BNP, dus ARNI zorgt voor water en zoutuitscheiding, dus verlaging preload en afterload en afname compensatiemechanisme.
Bijwerkingen: hypotensie en angio-oedeem.
Niet geven in combi met ACE remmer
Medicatie die je niet moet geven bij systolisch hartfalen
Klasse 1 antiaritmica (flecaïnide)
NSAID; remmen prostaglandine waardoor zout en water wordt vastgehouden
Niet-dihydropyridine Ca-antagonsiten: verapamil/diltiazem