SPR WC7 - De interpretatie van de tenlastelegging Flashcards

1
Q

Wat ligt ten grondslag aan de grondslagleer?

A

De OvJ bepaalt of er wordt vervolgd of niet (algemeen belang) opportuniteitsbeginsel. Maar de OvJ bepaalt niet alleen OF er wordt vervolgd, maar ook op grond WAARVAN. De reikwijdte en de omvang van het geding moet hij bepalen. Het object van het onderzoek wordt afgebakend. Alle partijen zijn bewust van het geding, we weten waar het over gaat. De OvJ beschuldigd hem ergens van, en zegt: dit is waar ik je van beschuldig. De rechter heeft zich te houden aan de tll. Hij moet onpartijdig en onafhankelijk beslissen.

  • Opportuniteitsbeginsel
  • Beschuldigingsbeginsel

Ook doelmatigheid van het proces, namelijk het afbakenen van het onderwerp. Dit bevorderd dat het wordt behandeld binnen een redelijke termijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Grondslagverlating

A

Er wordt van iets anders vrijgesproken. Tll en bewezenverklaring moeten zowel in juridisch als feitelijk opzicht op hetzelfde neerkomen. Is dat niet het geval, dan spreken we van over grondslagverlating.
Geen keuze maken is ook grondslagverlating. Veel tenlasteleggingen bieden een keuzemogelijkheid: en/of. Rechter moet bij al die en/of een keuze maken. Doet de rechter dat niet, dan grondslagverlating. Dus je hebt ofwel diefstal, ofwel verduistering gepleegd. In het kader van modernisering gaat dat wel veranderen. Wanneer het niet duidelijk is of het diefstal of verduistering is, mag de rechter ook alternatief kwalificeren, indien dat in het belang van een goede procesorde is.

Voorbeeld filiaalmanager:
Filiaalmanager zou 28K hebben ontvreemd, onduidelijk of het diefstal of verduistering is. HR zegt: je moet een keuze maken. Anders komt de bewijsleer in het geding.

Dus:

  • Van iets anders vrijspreken of iets anders bewezen verklaren dan wat ten laste is gelegd
  • Geen keuze maken

Maar, de rechter heeft aantal mogelijkheden, maar die mogelijkheden zijn ook wel beperkt.

  • Essentiële onderdelen van tll > mag hij niet wegstrepen
  • Niet essentiële onderdelen > mag hij wel wegstrepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rechter heeft wel de mogelijkheid om dingen weg te strepen, maar de mogelijkheden zijn beperkt.

Hoe wordt dit beoordeeld?

A

Mogelijkheden zijn dus beperkt.

Onderscheid essentiële onderdelen, en niet essentiële onderdelen. Er wordt ten onrechte vrijgesproken op het moment dat niet-essentiele onderdelen ten onrechte als essentieel worden aangemerkt door de rechter.

Kleur van de fiets essentieel? Nee. Er wordt ten onrechte bewezenverklaard op het moment dat essentieel, als niet-essentieel worden aangemerkt. Ten onrechte bewezenverklaard. Verdachte wordt verdacht van fiets wegnemen, oogmerk wederrechtelijk toe-eigenen. Diefstal dus. Wat is oogmerk in het kader van diefstal? Een bestanddeel. Dat is dus een essentieel onderdeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Relativering van grondslagleer

A

Reddingsoperaties:
Als we een bestanddeel zijn vergeten, leidt dat uiteindelijk tot ontslag van rechtsgevolgen. Op moment dat rechter tll kan redden, moet hij dat doen. Bijv.: rechter kan bepaalde termen opvatten als zuiver of niet-zuiver kwalificatie tll. OF: kennelijke schrijffout, een voor eenieder zodanig herkenbare fout. Als het niet voor iedereen herkenbaar is, dan mag het niet. Dan hebben we het inlezen van bestanddelen: rechter mag bestanddelen inlezen. Of hij kan kiezen voor een andere kwalificatie dan door de OvJ is aangegeven. En hij kan onderdelen als niet-essentieel beschouwen. Dat zijn onderdelen die we zojuist hebben besproken.

Dus:

  • Zuiver of niet-zuiver kwalificatieve term in tll
  • Kennelijke schrijffout
  • Inlezen van bestanddelen
  • Kiezen van nadere kwalificatie dan door OvJ aangegeven
  • Onderdelen als niet essentieel beschouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cafetaria ‘t Hoekske

Bij een brute overval op een cafetaria in Tilburg, waarbij een van de overvallers roept: “Geld, anders schieten we” wordt de eigenaar van het eethuis, Wesley Haans, dodelijk getroffen door een kogel, afgevuurd door een van de twee overvallers. De medewerkster van het cafetaria weet de overvallers de deur uit te werken door een pollepel gloeiend frituurvet in de richting van de overvallers te gooien. Als ze een van de overvallers raakt, gaan de overvallers er snel en zonder buit vandoor.
Nadat diverse onderzoeken zijn afgerond, blijken Joey en Mitchell als verdachten te kunnen worden aangemerkt. Joey en Mitchell worden gedagvaard. Aan Joey wordt ten laste gelegd dat hij

  1. op of omstreeks 4 juni 2014 te Tilburg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld die Wesley Haans te dwingen tot de afgifte van geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan die Wesley Haans en/of cafetaria ‘t Hoekske, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
  • voorzien van een zwart vuurwapen cafetaria/snackbar ‘t Hoekske aan de Ringbaan Zuid 1 te Tilburg is binnengegaan en/of
  • heeft gezegd (tegen de aldaar aanwezige Wesley Haans]): “geld, geld, snel” en/of “geld, anders schieten we”, althans woorden van dergelijke aard en strekking, en/of
  • een vuurwapen op het gezicht/hoofd van die Wesley Haans heeft gericht en/of tegen het hoofd van die Wesley Haans heeft geduwd, en/of
  • (daarbij) meermalen de trekker van dat vuurwapen heeft hebben/overgehaald, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (art. 317/45 Sr)
  1. hij op of omstreeks 4 juni 2014 te Tilburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk Wesley Haans van het leven heeft beroofd, door tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met dat opzet een of meer vuurwapen(s) op die Wesley Haans te richten, waarna hij verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) een of meer kogel(s) op en/of in de richting van die Wesley Haans heeft/hebben geschoten en/of afgevuurd, waardoor die Wesley Haans in de buik en/of schouder, in elk geval eenmaal of meermalen in het lichaam, werd geraakt, ten gevolge waarvan die Wesley Haans is overleden; (artikel 287/47 Sr)

De rechtbank acht bewezen dat Joey:

  1. op 4 juni 2014 te Tilburg ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het opzet om zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld die Wesley Haans te dwingen tot de afgifte van geld, ten dele toebehorende aan die Wesley Haans en cafetaria ‘t Hoekske, tezamen en in vereniging met zijn mededader
    - voorzien van twee vuurwapens cafetaria ‘t Hoekske aan de Ringbaan Zuid 1 te Tilburg is binnengegaan en
    - heeft gezegd (tegen de aldaar aanwezige Wesley Haans): “geld, geld, snel” en/of “geld, anders schieten we”, althans woorden van dergelijke aard en strekking, en
    - een vuurwapen op het lichaam van die Wesley Haans heeft gericht en
    - eenmaal de trekker van dat vuurwapen heeft overgehaald, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; (art. 317/45 Sr)
  2. hij op of omstreeks 4 juni 2014 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk Wesley Haans van het leven heeft beroofd, door tezamen en in vereniging met een ander, met dat opzet een vuurwapen op die Wesley Haans te richten, waarna hij verdachte een kogel in de richting van die Wesley Haans heeft afgevuurd, waardoor die Wesley Haans in de borst werd geraakt, ten gevolge waarvan die Wesley Haans is overleden; (artikel 287/47 Sr)
    a) Heeft de rechtbank met deze bewezenverklaring de grondslag van de tenlastelegging verlaten? Beschouw daarbij alle mogelijke relevante onderdelen mede aan de hand van de criteria van De Jong en van de relevante jurisprudentie.
A

EERSTE TLL:
- Bewezenverklaring streept ‘‘omstreeks’’ weg. Het is een nevenschikking. Rechter had keuzemogelijkheid: OP of OMSTREEKS.
Dus wegstrepen levert geen grondslagverlating op.
(Dus op tt mag je één nevenschikking pakken en zeggen dit is geen grondslagverlating, want nevenschikking, en dan zeggen de rest van de nevenschikkingen leveren ook geen grondslagverlating op).

Op of omstreeks hebben we gezien dus. Ander verschil: tezamen en in vereniging, of thans alleen.
Dus: je moet alleen grondslagverlating criteria uitwerken, nevenschikking hoef je maar een te noemen.

  • Op of omstreeks hebben we gezien dus. Ander verschil: tezamen en in vereniging, of thans alleen. Dus: of anderen/alleen is weggestreept. Dit is wederom een nevenschikking. Wijst weer op een keuzemogelijkheid. Het is niet essentieel, mag worden weggestreept zonder grondslagverlating.
  • ‘Oogmerk’: is veranderd in opzet. Oogmerk is in de bewezenverklaring veranderd in opzet. Het is een bestanddeel, waaraan zie je dat? Oogmerk staat in delictsomschrijving. Bestanddelen zijn essentieel. Je mag deze niet weglaten. O.g.v. JC1 zijn bestanddelen dus essentieel, er is sprake vn grondslagverlating. Er zijn verschillende gradaties. Waarom is oogmerk processueel technisch zwaarder? Omdat je echt de wil moet bewijzen. Opzet heb je voorwaardelijk opzet, dat is dus wat lichter. Het gaat om de primaire bedoeling. Oogmerk kan je bewijzen met feitelijke vorm opzet/noodzakelijkheidsbewustzijn en NIET door voorwaardelijke opzet. Grondslagverlaten dus puur op eerste juridische criterium.
  • De hoeveelheid wapens. In de tll staat één zwart vuurwapen, in bewezenverklaring staat twee vuurwapens. Je mag niet van minder naar meer. FC2: het valt niet onder het anderen. Zijn vuurwapens bestanddelen? Het is FC2 (want niet JC1, JC2 en FC1). Hoe zit het met de kleur overigens? Kleur van wapen is niet doorslaggevend om te zien om WAT voor wapen het gaat. De kleur is een bijkomstige specificatie. Kan je weglaten.
  • De woorden die zijn geroepen: er staat nog steeds en/of. Er wordt geen keuze gemaakt. Het niet maken van een keuze levert grondslagverlating op. Zou dit grondslagverlating opleveren? Nee, de woorden betekenen in beiden gevallen hetzelfde. Het is niet mogelijk als slachtoffer om je exact woorden te herinneren in een dergelijke panieksituatie.
  • Tll: op hoofd gericht. Bewezen: op lichaam. Bij afpersing is het niet van belang voor de vraag van 350 waar het wapen op is gericht. Het maakt niet uit of het op je gezicht of op je lichaam is gericht. De gedraging die is overgebleven is bewezen. Dus ondersteunt voldoende. Hier is sprake van een niet-limitatieve opsomming. Gedraging die overblijft is nog steeds afpersing dus.
  • Schieten: meermalen. Bewezenverklaard: eenmaal. Dat mag, van meer naar minder mag. Geen grondslagverlating dus. Gaan we door naar tweede tll.

TWEEDE TLL:
- Wat valt u op, kijk naar datum: datum in tll en datum in bewezenverklaring. Op of omstreeks is blijven staan. JE MOET kiezen. Dus zuiver theoretisch is dit grondslagverlating. ???

  • '’In elk geval Nederland’’ is weggestreept. Mag dat? Het is een nevenschikking, in elk geval, dat wijst op een keuzemogelijkheid. Dus nevenschikking, dat mag. Dus geen grondslagverlating.
  • In tll staat ‘wederrechtelijk’, bewezenverklaring staat dat niet. Het is een essentieel o.g.v. juridisch criterium 2. Het gaat hier om een verplicht opgenomen element. Hij die opzettelijk iemand van het leven beroofd. Het is een element, want staat niet in delictsomschrijving. Grondslagverlating.
  • In tll staat buik en/of schouder OF in elk geval meermalen in het lichaam, in beswezenverklaring staat borst. Levert het grondslagverlating op of niet? NEE.
    Borst maakt deel uit van het lichaam. Dus er is van meer naar minder gegaan. En het is een nevenschikking.
    Stel in tll in voet, bewezen in borst, dat maakt voor ‘doodslag’ wel uit.

Uiteindelijk concludeer je: er is sprake van grondslagverlating.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

'’Doodslag’’

In een strafzaak tegen Bas wordt de volgende tll door de OvJ opgesteld:

'’Dat hij op 14 januari 2015 te Tilburg opzettelijk Leo van het leven heeft beroofd, door deze Leo meerdere malen met een bijl op het hoofd te slaan, ten gevolge waarvan deze Leo is overleden (art. 287 Sr)’’

b. Stel dat de rechtbank de verdachte ontslaat van alle rechtsvervolging, zonder dat sprake is van strafuitsluitingsgronden. O.g.v. welke interpretatie van de tll is deze uitspraak verklaarbaar?

A

OVAR is mogelijk o.g.v. 2e en 3e materieel vraag (kwalificatievraag en strafuitsluitingsgronden). Bij welke vraag is de rechtbank hier kennelijk mee gestopt. Vraag 2. In de vraag staat dat er geen strafuitsluitingsgronden zijn. Als die er niet zijn, zijn we niet bij vraag 3 gekomen. Dan is het dus misgegaan bij vraag 2, kwalificatievraag. Je kijkt dan of het valt onder een wettelijke delictsomschrijving. We hebben een bewezenverklaring. Levert deze bewezenverklaring een strafbaar feit op? Het moet dan dus alle bestanddelen omvatten. Rechter heeft hier gezegd dat het is misgegaan bij bestanddelen.

Welk delict: doodslag, art. 287 Sr.

  • Opzettelijk -> Ja, staat erin
  • Een ander -> ja, Leo
  • Dood -> Leo is dood

Toch moet het mis zijn gegaan bij ‘‘opzettelijk’’ want Leo is dood. Dus het moet wel opzet zijn. Tll die voldoet aan art. 261 Sr worden bewezen. De tll mag geen herhaling zijn van de bestanddelen maar moet worden verheimelijkt. In die zin dat we aangeven hoe het feitelijk is gebeurd, dat we een tijd en plaats eraan toevoegen. Dat treft u in art. 261 Sr. Kan de tll die voldoende feitelijk is, worden bewezen? Dat is de eerste materieel vraag.

VRAAG 1 VAN MATERIELE VRAGEN:
Kan de tenlastelegging worden bewezen? De TLL die voldoet aan art. 261. Dus eigenlijk kan de TLL conform art. 261 worden bewezen? 261 zegt dat de TLL geen herhaling mag zijn van de bestanddelen maar moet worden verfeitelijkt. Dus aangeven tijd plaats omstandigheden wettelijk voorschrift bla bla. Vaak zien we toch een herhaling van bestanddelen. Daarna komen de feiten. Bestanddelen / kwalificatieve termen, die zijn bedoeld als vingerwijzing voor de rechter ‘ik doel hier op doodslag’. De verfeitelijking is na de komma. Behoort die herhaling van de delictsomschrijving /bestanddelen, behoort dat nu tot de feit omschrijving van na de komma of niet? Dat hangt er maar van af: hangt af op welke wijze de rechtbank deze bestanddelen heeft opgevat.
- Opgevat als zuiver kwalificatief (dus slechts als kwalificatie) dan behoren ze niet tot de TLL als in 261. Wat is die dan? In casu slechts dat deel na de komma  het oranje gedeelte.
- Opgevat als mede-feitelijk: dan gaan ze wel behoren tot het tweede deel, wel behoren tot TLL wat moet worden bewezen.
Hier: zuiver kwalificatief: waardoor dat deel vóór de komma alleen een vingerwijzing is. Dus alleen daarna moet worden bewezen. Het gedeelte na de komma mist ‘opzet’!

Maar als de rechter KAN redden, moet hij dat doen.
Door herhaling van bestanddelen mede feitelijk te interpreteren, dan zouden ze horen tot de tenlastelegging en in dat geval, zou het eerste én tweede deel samen de TLL zijn en dan zou alles bewezen moeten worden.
Zou hij het bestanddeel kunnen inlezen? Ja op zich wel, je kunt niet per ongeluk iemand meerdere malen met een bijl slaan.

De OvJ had ‘opzettelijk’ ook gewoon na de komma kunnen zetten. Dan hoefde de rechter dit niet te gaan interpreteren maar was het gewoon duidelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

‘Lieve jongens?’

Ibrahim B. (die al in week 4 verdacht werd van mensenhandel), wordt inmiddels gedagvaard. De tenlastelegging bevat onder meer de volgende beschuldiging:

‘dat hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2021 tot en met 3 maart 2013 te Utrecht, Leila door bedreiging met geweld heeft gedwongen en/of door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, en zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen, immers heeft verdachte:

  • met die Leila een liefdesrelatie aangegaan en/of haar (emotioneel) van hem, verdachte, afhankelijk gemaakt door het geven van veel aandacht en/of cadeaus en/of
  • die Leila als prostituee laten werken en/of
  • die Leila gedwongen om (een groot deel) van haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, af te dragen en/of
  • die Leila meermalen (met een houten knuppel) geslagen en/of
  • die Leila gecontroleerd’

(art. 273f lid 1 sub 9 Sr)

De tot stand gekomen bewezenverklaring luidt als volgt:

‘dat hij in de periode van 15 september 2012 tot en met 3 maart 2013 te Amsterdam, Leila door bedreiging met geweld heeft gedwongen en door misleiding heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling, en zichzelf te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen, immers heeft verdachte:

  • met die Leila een liefdesrelatie aangegaan en haar (emotioneel) van hem, verdachte, afhankelijk gemaakt door het geven van een iPhone en dure sieraden en
  • die Leila als prostituee laten werken en
  • die Leila gedwongen om (een groot deel) van haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, af te dragen en
  • die Leila meermalen (met een houten knuppel) geslagen
    (art. 273f lid 1 sub 9 Sr).

c) Is met deze bewezenverklaring de grondslag van de tenlastelegging verlaten? Beschouw daarbij alle mogelijke relevante onderdelen mede aan de hand van de criteria van De Jong en van de relevante jurisprudentie.

A
  • Periode. De datum is anders, dat scheelt een maand, anderhalve maand. Vraag is: mag dat? Of levert het grondslagverlating op? Er staat omstreeks, dus daar ligt de kruks. Omstreeks heeft een belangrijke implicatie. Op het moment dat ten laste gelegde periode is uitgedrukt in dagen, wil dat zeggen: een dag ervoor of een dag erna. Als het in maanden is uitgedrukt, dan is omstreeks een maan ervoor, een maand erna. Welke maand komt er na oktober? September. Dus dat mag. Het levert geen grondslagverlating op.
  • Hoe zit het met het jaartal? Kennelijke schrijffout. Het levert geen grondslagverlating op. Dat mag je wijzigen. Mag je de plaats wijzigen? Nee, levert grondslagverlating op, zie FC1.
  • Utrecht naar Amsterdam: F1. Dat mag dus niet; grondslagverlating. Het mág alleen als alle partijen het erover eens zijn. HR Kwekerij. Plaats is essentieel.
  • Wederrechtelijkheid is weggelaten. Het is onverplicht opgenomen element; dat mag niet worden weggestreept; JC2, dus grondslagverlating.
  • TLL staat cadeaus; bewezenverklaring staat dure iPhone. MAG want bijkomstige specificaties, geen grondslagverlating.
  • Leila gecontroleerd? In tll staat WEL, in bewezenverklaring staat NIET. Het is een nevenschikking of niet-limitatieve opsomming. Want de overige onderdelen die wel bewezen zijn verklaard, dragen de mensenhandel ook nog steeds. Grondslagverlating: nee.
  • De rest zijn nevenschikkingen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

D) Wat is het gevolg indien de bewezenverklaring niet voldoet aan de eisen van de wet?

A

Nietigheid, wanneer we grondslagverlating hebben geconstateerd. Art. 358 lid 5 of 359 lid 8. Nietigheid van het vonnis, wanneer kom je daar achter? Waarschijnlijk pas in hoger beroep. Soms dus grondslagverlating, terwijl we dat niet weten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Opiumwet

Bij de fouillering van Armand Brinkman wordt een hoeveelheid cocaïne aangetroffen. De tenlastelegging luidt als volgt:

‘dat hij, op 12 juli 2014 in de gemeente Oosterhout, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid cocaïne, een middel als bedoeld in art. 1 lid 1 sub d van de Opiumwet, vermeld op de bij deze wet behorende lijst’

Stel de rechter komt tot de volgende bewezenverklaring;

‘dat hij, op 7 december 2014 in de gemeente Oosterhout, aanwezig heeft gehad een hoeveelheid cocaïne, een middel als bedoeld in art. 1 lid 1 sub d van de Opiumwet, vermeld op de bij deze wet behorende lijst’

E) Heeft de rechter door de tll aldus bewezen te verklaren de grondslag van de tll verlaten?

A

Twee tenlasteleggingen: wat is het verschil?

  • De datum. Wat staat er in de tll? 12 juli. In bewezenverklaring staat 7 december. Dit lijkt op een schrijffout. Is het kennelijk/evident voor iedereen? Nee. Mag je zo’n schrijffout verbeteren? Ja, maar dan moet je motiveren. Misslag.
  • Als je kijkt naar tll en bewezenverklaring, zul je zien dat bewezenverklaring de term opzettelijk mist. Mag dat? Ja. Opzettelijk is hier een bestanddeel. Het levert in beginsel grondslagverlating op (JC1). Opiumwet: zie je dat er een bijzondere wetgevingstechniek wordt toegepast. Hiermee is het geen misdrijf, maar een overtreding. Dit is een minder zwaar equivalent. Dus als je opzet weglaat, val je terug op overtreding: niet opzettelijk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zelfstudievraag

'’Schaamteloos’’

Aan Onno wordt ten laste gelegd:

'’Dat hij op of omstreeks 4 februari 2015 te Rotterdam opzettelijk en wederrechtelijk de bril van een grensrechter heeft vernield tijdens een vriendschappelijke voetbalwedstrijd, immers heeft verdachte de grensrechter opzettelijke en wederrechtelijk een of meerdere keren met een vuist op of tegen diens bril geslagen, ten gevolge waarvan de bril vernield is’’ (art. 350 Sr) .

Ter zitting in hoger beroep voert de verdachte het verweer: ‘‘ik heb het slachtoffer opzettelijk op zijn gezicht en daarmee ook op zijn bril geslagen, maar er is geen sprake van wederrechtelijkheid omdat iedereen weet dat het zijn van grensrechter meebrengt dat je klappen kunt krijgen. Dat hoort nou eenmaal bij de sport. Als ik op het veld sta, weet ik ook dat ik getrapt kan worden en pijn kan krijgen. Dat is inherent aan het voetballen. Door mee te doen aan een wedstrijd geef je daar impliciet toestemming voor. Hij had maar lenzen moeten dragen.’’

Stel: het hof verwerpt het verweer van de verdachte dat er geen sprake zou zijn van wederrechtelijkheid en komt tot een bewezenverklaring van het tll feit van art. 350 Sr. Volgens het hof is het woord ‘‘wederrechtelijk’’ in de tll in dezelfde betekenis gebruikt als in art. 350 Sr.

Verdachte is het niet eens met het oordeel van het hof en gaat in cassatie. Door de AG wordt in de conclusie gesteld dat de feitenrechter in het algemeen en ook incasso vrij is in de uitleg van de bewoordingen van de tenlastelegging, zolang die uitleg maar niet in strijd komt, onverenigbaar is met die bewoordingen. Omdat de HR in dergelijke gevallen marginaal toetst, dient in dit opzicht het arrest in stand te blijven.

F) Kunt u zich met de redenering van de AG verenigen?

A

x

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly