SPR HC1 - algemene bronnen vna het strafprocesrecht Flashcards
Waarom heeft strafvordering een bijzondere verhouding met ‘‘macht’’?
Strafvordering creëert macht (inbreuk). Maakt mogelijk om inbreuk te maken op rechten van burgers, die we normaal gesproken proberen te beschermen. Maar, ook BEPERKT het. Want, macht buiten de casus is niet toegestaan (voorwaarden). De grens wordt bepaalde door politiek; en daarom is het DYNAMISCH.
We krijgen les met dit boek. Maar de komende jaren gaat dit veranderen.
Gezichtspunten:
- Waarheidsvinding
- Toelaatbare middelen
Waar moet je op letten? Wat zijn de maatstaven?
- Waarheidsvinding ligt voor de hand. Want het blijkt dat je wel op goede informatie berecht en veroordeeld moet worden. We moeten zó aanpassen dat we maximale zekerheid creëren over wat er gebeurd is. Goede ontwikkeling daarin is; DNA-wetgeving Dat is een uitermate betrouwbaar instrument als dat goed wordt toegepast.
- Maar tweede punt: we willen niet TE ver gaan in het zoeken van de waarheid. We willen niet ten koste van ALLES de waarheid vinden. Toelaatbare middelen. Een van de beste methoden: van alle Nederlanders direct DNA afnemen. Is kei effectief natuurlijk, maar misschien niet toelaatbaar.
NARCO-analyse
Penthotal injectie; soort slaapmiddel en onder dat middel worden mensen dan verhoort. Denk ook aan de Zaanse verhoormethode, uren lang iemand met foto’s van slachtoffer’s de verdachte(n) horen.
Twee modellen van een Amerikaanse hoogleraar
- Crime Control Model
- Due Process Model
Welke wordt in NL toegepast?
Twee tegenpolen, we kunnen discussiëren over hoe we strafvordering willen inrichten:
- Crime Control Model
- Trefwoord: lopende band
- Perspectief: misdaadbestrijding
- Waarde: efficiency
- Vermoeden van veroordeling
- Accent op vooronderzoek
- Geen rechtsbijstand in vooronderzoek
- Materiële waarheid
Dit gaat over; waar rook is, is vuur. Er moet gefocust worden op het voorbereidend onderzoek. Daar moet doorslaggevend bewijs worden verzameld. Wat er zijn meer politieagenten dan rechters. Dat onderzoek moet het verschil maken. Beter geen rechtsbijstand dan! Rechtvaardiging: waarheidsvinding. - Due Process Model
- Trefwoord: hindernisbaan
- Perspectief: controle op machtsuitoefening
- Waarde: fair geding
- Onschuldpresumptie
- Eindonderzoek
- Tegenspraak als ordenend principe
- Juridische waarheid
Hierin mogen ook verdachte niet vrijkomen, máár daar staat voorop dat mensen alleen veroordeeld kunnen worden als dat volens een strikte procedure is geregeld. Hier moeten rechten worden geëerbiedigd, een verdachte is een burger tot het een dader is. Dan is de functie van het strafprocesrecht vooral controle. De overheid heeft geweldsmonopolie. Daarvan wordt gezegd: dat moet met waarborgen omkleed worden. Het gaat niet om efficiency; er moet een fair geding gewaarborgd worden. Dit gaat niet alleen om de materiële waarheid, maar het gaat om de vraag of acceptabel kan worden vastgesteld of iemand wat gedaan heeft.
Nederland: geen van beiden. Geen enkel land heeft strikt een van de twee modellen. Dit zijn gewoon twee theoretische modellen. Elk bestaand functionerend model van strafvordering bevat een mix van componenten die zijn ontleend aan één der modellen.
Wat is de principiële betekenis van het WvSv?
De Grondwet legt de contouren vast van onze vrijheid. Dat gebeurt o.a. in het eerste hoofdstuk waarin grondrechten staan, er moet steeds een inbreuk daarop woden gemaakt. Dat kan alleen worden gelegitimeerd door de inhoud van het WvSv. Dit boek maakt het duidelijk in welke opzichten in welke situaties inbreuk gemaakt mag worden.
Grondrechten - art. 1 Sv Strafprocesrecht
Enerzijds heb je grondrechten, anderzijds heb je strafprocesrecht.
Voorbeeld: iedereen heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Als iemand verdachte is, dan kan dat recht van vrijheid van meningsuiting wel eens beperkt worden. Hij mag bijvoorbeeld alleen met z’n advocaat communiceren: collusiegevaar (een verhaal afspreken om te vertellen). Ook recht op fysieke vrijheid.
In sommige gevallen moeten methoden verder worden uitgewerkt om betrouwbaarder te zijn. Denk aan: Oslo methode. Getuige komt te staan voor 6 mensen. Dan moet diegene er eentje uitkiezen.
Art. 5 EVRM
Je kon vroeger 4 dagen van je vrijheid worden beroofd zonder enige rechtelijke toetsing. Het Europees Hof strafte dit af. Nederlandse regering moest dit direct veranderen. De regeling omtrent inverzekeringstelling is aangepast, gevolg art. 59a Sv: als je in verzekeringstelling zit, dan moet je binnen 3 dagen en 15 uur na aanhouding; dan mag je de rechtmatigheid van die in verzekering stelling laten toetsen.
Kostovski
Kostovski had samen met andere mensen overvallen op supermarkten gepleegd. Ze waren veroordeeld op basis van anonieme getuigenverklaringen. Waarom? Omdat de handlangers van deze mannen de getuigen bedreigd hebben. Art. 6 EVRM verbied dit soort veroordelingen; je mag niet alleen veroordeeld worden op basis van anonieme getuigenverklaringen. HR wees arresten om dit recht te trekken: art. 226a Sv en art. 344a over bedreigde getuigen en nog 187d over afgeschermde getuigen.
Borgers
Borgers: recht op het laatste woord. Dat is nergens wettelijk verankerd. Dit geldt niet in de cassatiefase. In België werd hierover geklaagd. Art. 439 lid 2 Sv voerde wij daarna in.
Kamasinksi
Recht op vertaling, staat oppervlakkig in de wet maar in deze zaak verder uitgewerkt.
Salduz/Panovits
Bijstand raadsman tijdens politieverhoor. Hof tikte NL op de vingers en dat leidde dus weer tot verankering wetgeving.