SPR HC5 - tussen voorbereiding en afdoening Flashcards
Het ‘‘klassieke’ vervolgingsbegrip
- WvSv 1838: OvJ belast met nasporing en vervolging.
- Vervolgingsbegrip: scharnierfunctie
WvSv 1838: OvJ belast met nasporing en vervolging:
Nasporing (nu opsporing) was een heel summier en heel beperkt onderzoek, dat vooruit liep op het onderzoek door de r-c. Je kan zeggen dat alleen bij aanhouding op heterdaad, de OvJ bepaalde dwangmiddelen kon toepassen, daarbuiten niet. Dus als hij daarbuiten dwangmiddelen wou toepassen, moest hij naar de r-c. De OvJ moest vroeger dus heel snel de rechter betrekken bij het vooronderzoek. Dat kon hij doen door vorderen van een GVO -> gerechtelijk vooronderzoek. Dat was dus een door r-c in het voorbereidend onderzoek verricht onderzoek.
De verantwoordelijkheid voor het onderzoek lag geheel bij de rechter toen. De vervolging van de OvJ bestond er alleen uit, uit het uitlokken van een gerechtelijke beslissing.
Tegenwoordig art. 181 Sv, vorderen van onderzoek door r-c.
Vervolgingsbegrip: scharnierfunctie:
Scharnierfunctie van weinig omvattend feitenonderzoek naar juridisch onderzoekkader in handen van rechter. Dat was 1838. In 1926 huidige wetboek. Nu meer dwangmiddelen voor OvJ, maar nog steeds vaak r-c vragen voor toepassing dwangmiddel.
Aanloop naar WvSv 1926: art. 136 ORO:
'’Tot de strafvervolging behoren alle handelingen, waardoor vanwege de met de vervolging belaste ambtenaren eenige vordering bij den rechter wordt gedaan of op eenige andere wijze de zaak aan diens kennisneming wordt onderworpen.
Elke zoodanige handeling doet de strafvervolging een aanvang nemen.’’
Je ziet dat de definitie in het eerste lid, consequenties heeft in het tweede lid. Tweede lid geeft aan wanneer aanvang neemt, wanneer stadium van vervolging begint. Dus eerste lid is een definitie, tweede lid zegt wanneer vervolging begint.
Het vervolgingsbegrip is in scherpte afgenomen.
Gevolg?
Door de te teloorgang van het gerechtelijk vooronderzoek. De verwatering is verder toegenomen, doordat in de loop der jaren ook allemaal andere handelingen dan dagvaarding/hechtenis etc. onder daden van vervolging werden geschaad. Bijv.:
- Strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO)
Gevolg:
Geen vast omlijnd vervolgingsbegrip meer. En daar komt nog iets bij: het EVRM.
Art. 6 EVRM heeft invloed op strafrechtpleging met autonoom vervolgingsbegrip.
-> rechtsbescherming voordat rechter in de zaak wordt betrokken.
Toegenomen rechtsbescherming: bijv. Salduz rechtspraak. Kan je zeggen dat NL vervolgingsbegrip is ingeruild voor criminal charge.
Art. 6 EVRM: bevat allerlei verdedigingsrechten. Redelijke termijn, toegang tot rechter, etc. Globaal karakter. Anders gezegd: art. 6 EVRM zegt redelijke termijn, dit kent vooral buitengrenzen. Ook het in art. 6 EVRM genoemde recht op toegang tot de rechter, heel abstract geformuleerd, geeft weinig concrete sturing aan de rol die de rechter moet vervullen in het voorbereidend onderzoek.
Art. 6 EVRM kan dus niet een exclusief een systematisch uitgangspunt vormen voor het vervolgingsbegrip dat ten grondslag ligt aan onze strafvordering.
Visie van onze minister op nieuwe WvSv
Waarom is het vervolgingsbegrip een verbetering?
Vervolgingsbegrip onder het gemoderniseerde Sv:
- Art. 1.3.2.3.: OvJ kan vervolging instellen door:
a. Uitvaardigen strafbeschikking;
b. aanhangig maken van de zaak op de terechtzitting door oproeping/dagvaarding
Bovenstaand zijn de ENIGE manieren waarop vervolging wordt geëntameerd volgens onze minister in het nieuwe WvSv.
Minister zegt dat de rechtsbescherming van verdachte niet meer wordt gekoppeld aan de inschakeling van de rechter, maar reeds aan de toepassing van opsporingsbevoegdheden. Dat betekent dus ook dat het vervolgingsbegrip een heel andere inhoud krijgt dan het altijd heeft gehad. Het gaat nu om de verdere afhandeling van de zaak. Dagvaarding, seponeren,strafbeschikking.
Het nieuwe vervolgingsbegrip markeert afronding voorbereidend onderzoek en vormt ingang naar procesfase die rechtstreeks is gericht op afdoening van het strafbaar feit.
Is een vernieuwing ook eenverbetering?
Door nieuwe vervolgingsbegrip, kunnen de fases wel beter worden onderscheiden. Ook geen discussie meer over of het machtigen tot plaatsen telefoontap een daad van vervolging oplevert. Einde discussie in nieuwe strafboek, want beperkt vervolgingsbegrip. Dus telefoontap geen vervolging meer. Vervolging is nog slechts die vordering die is gericht op afdoening van het strafbare feit.
Politie na afronding van opsporingsonderzoek dossier eerst stuurt naar de OvJ, officier neemt dan een vervolgingsbeslissing. Hij neemt dus dan kennis van het dossier. Hij leest hierin dat een 32-jarige vrouw wordt verdacht van bewerken van hennep. Verdachte is een alleenstaande bijstandsgerechtigde moeder. Moeder van meisje van 5. Tijdens zwemles van dochter, enkele weken voor sinterklaas, zit zij toe te kijken. Man benaderd haar en zegt dat hij goede manier heeft om veel geld te verdienen. Zij gaat in op aanbod. Zij gaat hennep knippen wordt op heterdaad betrapt, dossier wordt ingestuurd naar OvJ. Wat moet de OvJ nou beslissen? Vervolgen d.m.v. dagvaarding?
Seponeren, beleidssepot. Je kiest ervoor om niet tot vervolging over te gaan omdat het onwenselijk is. Vrouw heeft hennep geknipt, maar OvJ denkt ‘‘laat maar’’. Stapje terug: moet de OvJ niet vervolgen omdat er een strafbaar feit is gepleegd?
Heb je als OvJ de plicht om tot vervolging over te gaan? Is er een algemene verplichting tot vervolging in NL?
Algemene verplichting bestaat niet. In Duitsland bijvoorbeeld wel, o.g.v. daar fingerende legaliteitsbeginsel. In NL is er een opportuniteitsbeginsel. Dat houdt in dat het OM van vervolging kan afzien, ook als het denkt dat veroordeling wel haalbaar zou zijn. Art. 167 lid 2 Sv.
De vervolgingsbeslissing: opportuniteit
- Positieve legaliteit
- Negatieve legaliteit
- Uitgangspunt in 2018
- Verbod van willekeur
Positieve toepassing:
Algemeen belang moet vervolging noodzakelijk maken.
Negatieve toepassing:
Ieder strafbaar feit vervolgen, tenzij algemeen belang zich verzet.
Het uitgangspunt in 2018: we werken met een positieve toepassing van opportuniteitsbeginsel. Dus het OM kan kiezen om in een concrete zaak tot vervolging over te gaan, als het OM vindt dat het algemeen belang in die concrete strafzaak noopt. Het OM kan ook in bepaalde categorieën over te gaan, wanneer bijv. telkens in die categorieën algemeen belang in die zaken vervolging noopt.
Verbod van willekeur:
Daarom beleidsvorming. Dat beleid wordt gepubliceerd. Bijv. strafvorderingsrichtlijnen. Zelfbinding OM aan beleid; recht in de zin van art. 79 RO. De HR kan toetsen, kan het gepubliceerde kenbare beleid van het OM toetsen. Er kan in rechte een beroep worden gegaan. Er staat in het beleid dat er alleen een strafbeschikking kan worden gegeven, ik krijg een dagvaarding, strijd met vertrouwensbeginsel!
Casus ter illustratie
Man verdacht van lokaalvredebreuk
Man die werd verdacht van delict lokaalvredebreuk. Iemand die een leegstaand pand van woningbouw de Kei in Amsterdam gekraakt. Art. 138 Sr. Komt in eerste aanleg op zitting. OvJ neemt het woord, nu verteld hij niet alleen waarvan verdachte wordt verdacht, maar ook waarom OM heeft gekozen om te vervolgen via een dagvaarding. Het OM heeft de verdachte direct vervolgd door middel van een dagvaarding, en heeft hem geen transactie aangeboden en ook niet een strafbeschikking uitgevaardigd.
OvJ: verdachte heeft geen woonplaats in Nederland, verdachte maakt gebruik van zwijgrecht, politieke gevoeligheid en mediabelangstelling brengen mee dat strafzaken aan rechter moeten worden voorgelegd. OvJ wil dus zeggen dat er binnen het OM beleid is gevormd t.a.v. lokaalvredebreuk. Verdachte ging uit van transactie, maar krijgt ineens dagvaarding. Strijd met vertrouwensbeginsel?
Richtlijnen kunnen soms tekortschieten. Bijv. factoren van persoon van verdachte. Als er iets bijzonders is met verdachte, ga je toch vervolgen i.p.v. transactie. Ontbreken van vaste woon en verblijfplaats kan worden gezien als een factor van de persoon van verdachte. Waar het om gaat is: ontbreken van vaste woonplaats, wordt lastig om acceptgiro te sturen.
Tweede reden: verdachte maakt gebruik van zwijgrecht. Staat dat in de weg van transactie? Nee in beginsel niet. Staat op zichzelf niet in de weg. Moest worden bezien met ervaringsgegeven dat door verdachte principieel verweren gevoerd zouden worden. Kraken en ontruimen van panden levert hete mediabelangstelling op. OvJ kon al met al wel afwijken met beleid dat bij lokaalvredebreuk in BEGINSEL transactievoorstel wordt gedaan. Het beleid is dus niet in beton gegoten, als er maar motivering is.
Wat gebeurt er nou feitelijk, hoe komt een vervolgbeslissing tot stand?
2010 ZFM
Het moest effectiever, directer. Politie/justitie/reclassering moesten niet pas NA elkaar, maar tegelijk MET elkaar naar zaken kijken. Afdoeningen die daders direct confronteerden met strafbare feiten. En voor slachtoffers het beste hun problemen oplossen.
- > Zo Slim, Selectief, Slachtoffergericht, Snel, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk.
- > snel, betekenisvol, zorgvuldig en selectief afdoen van VVC.
Men moest vooraan in procedure worden gepositioneerd. Dus letterlijk vooraan positioneren. Professionals in een zaak moesten niet in het einde bemoeien, maar in het begin, zodat zij ook echt sturing kunnen geven aan een zaak. Binnen of buiten strafrecht om tot interventie in een zaak komen.
Iemand geeft een kopstoot –> mishandeling, poging zware mishandeling, poging doodslag?
Je zit als OvJ aan selectietafel op het bureau. Iemand zegt: dat is zware mishandeling, wat zegt u dan?
Welk traject ga je aan?
Maakt het uit of verdachte al een strafblad heeft?
Als OvJ wordt ik geacht om met kennis van zaken te oordelen. Als je iemand een kopstoot geeft op de neus, levert geen zware mishandeling op. Het is niet meer dan een mishandeling. Zelfs als neus gebroken is, is het geen zware mishandeling. Wie is het slachtoffer? Buurman van verdachte.
Welk traject gaan we met deze zaak in? Binnen strafrecht of daarbuiten?
De dagvaarding: functies
- Oproeping: betekening (art. 585 e.v. Sv).
Dagvaarding wordt uitgereikt op adres waar je in BRP staat ingeschreven. Wet maakt het in art. 588 Sv mogelijk dat je een ander adres opgeeft waar afschrift van dagvaarding naar toe gestuurd kan worden. - Informatieplicht
Verdachte heeft ondervragingsrecht. Verdachte heeft het recht om op gelijke voet met het OM getuigen op te roepen ter terechtzitting. Getuigen die belastende verklaring hebben afgelegd, maar ook getuigen die nog geen verklaring hebben afgelegd en misschien wel ontlastend zullen verklaren. Veel verdachte zijn niet op de hoogte hiervan. Verdachte die niet voorzien is van rechtsbijstand, zal misschien niet weten, daarom attendeert OM de verdachten op deze rechten. Een belangrijk recht is bijv. recht om door een raadsman/vrouw te laten bijstaan, art. 27c lid 2 onder a Sv. Ook het recht dat e bezwaar tegen dagvaarding kunt indienen, het gaat erom dat de rechter in een niet-openbare procedure kan oordelen of niet te lichtzinnig tot vervolging is overgegaan. - Beschuldigingsfunctie (art. 261 Sv): tll
Rechter moet op den grondslag van de tll oordelen of verdachte schuldig is.
De dagvaarding: tenlastelegging
- Tenlastelegging als grondslag voor beslissingen op vraagpunten art. 348 en 350 Sv -> tirannieke werking.
OvJ wordt aangeduid als dominus litus: hij bepaald grenzen van strafgeding. Dat is een strenge grondslag weer, de achtergrond is gelegen in rechtszekerheid van de verdachte. Waartegen hij zich moet verdedigen. Als verdachte verdediging heeft voorbereid voor het feit diefstal, ter zitting blijken andere feiten, dan zou zijn verdedigingspositie ernstig in het gedrang komen. Redelijke eis van rechtszekerheid. Je moet als verdachte zo precies mogelijk weten waartegen je moet verdedigen.
- De beschuldiging in de tenlastelegging moet duidelijk zijn:
Als je analfabeet bent, is de tll niet duidelijk. Het moet erom gaan dat je evt. voorzien van rechtsbijstand voldoende duidelijk voor ogen krijgt van welk feit de OvJ je beschuldigd. Dus J. Janssen, kunnen verschillende mensen zijn: Jan Janssen, of Johan Janssen.
Dan kan dat ertoe leiden dat het OM niet ontvankelijk is.
Opskuur libelle komt bijna nooit voor, dit is als de tll taalkundig zo erg is ontspoort, dat er geen touw aan vast te knopen is. Dat is een, voldoende duidelijk. - Voldoende duidelijke tll:
OvJ moet de tll zoveel mogelijk verfeitelijken. Je ziet voorbeeld oplichten door valse hoedanigheid. Tll moet dan beschrijving bevatten waaruit valse hoedanigheid heeft bestaan. Dus geldt ook voor diefstal: ‘‘verdachte heeft zich toen en toen schuldig gemaakt aan diefstal’’ Onvoldoende duidelijk. Want welk goed? En aan wie behoort dit goed toe? - Tll mag niet innerlijk tegenstrijdig zijn:
Verdachte kan redelijkerwijs niet meer snappen waartegen hij zich moet verweren. Je kunt iemand mondeling beledigen (schelden), of feitelijkheden (middelvinger). Je spuugt iemand in het gezicht, dan levert dat belediging door een feitelijkheid op. Als de OvJ nou tll dat je je schuldig hebt gemaakt van mondelinge belediging. Dit is een innerlijke tegenstrijdigheid, ZOU kunnen leiden tot nietigheid dagvaarding. MAAR verdachte weet dat hij ervan verdacht wordt dat hij in een gezicht heeft gespuugd. Dan doet het niet ter zake feitelijk of mondeling. - Tll vermeldt tijd en plaats:
Wat is de datum vandaag? 26/03. Stel: bewoners van vrijstaande woning, net buiten Tilburg, gaan lang weekend weg. Er wordt ingebroken. Het is niet duidelijk wanneer. OvJ zegt dan: ‘‘op of omstreeks 23 maart t/m 26 maart 2018 is er ingebroken in Tilburg aan de .. blabla’’.
Bij gebreken van nadere informatie niet te achterhalen.
Samengestelde tenlasteleggingen
- Cumulatief
- Situatie waarin je van aantal strafbare feiten wordt verdacht, dat noemen we een cumulatieve tll. Je wordt verdacht dat je op zolder een hennepkwekerij hebt gehad. Delict hennepteelt gaat vaak gepaard met diefstal van elektriciteit. Je lijdt de elektriciteitskabels om de meterkast heen. OvJ zal cumulatief twee feiten ten laste leggen. Een geval van meerdaadse samenloop. ‘‘Gedurende een aantal kweekcycli hennep hebt geteeld’’. In die ene tll van hennepteelt, zit dus een aantal verwijten.
Samengestelde tenlasteleggingen
- Primair/subsidiair
Juwelen worden tijdens verkeerscontrole aangetroffen op bijrijdersstoel naast chauffeur. Verdachte heeft een voorwerp voorhanden, kort waarna een vermogensdelict heeft plaatsgevonden. OvJ verdenkt persoon van betrokkenheid. Wat is dan de tenlastelegging?
Diefstal met braak. Als nu de verdachte zegt: klopt, ik ben binnengeweest, ik heb met koevoet binnengetreden. Maar verdachte kan ook zeggen: ik heb ze niet gestolen. Dan zou het heling kunnen opleveren. Het kan allebei correct zijn. Verdachte weigert te verklaren. We weten dus alleen dat verdacht in aanwezigheid van die juwelen was. Hij maakt gebruik van zwijgrecht. Wat is het dan?
OvJ kan primair diefstal met braak leggen, subsidiair opzetheling, nog meer subsidiair schuldheling. Zo kan dat dus in tll worden aangeduid. Dit is niet cumulatief, want we verwijten hem maar één feit, maar primair/subsidiair. Laatste is dus een vangnet.
Iemand wordt verdacht van moord. Voorbedachte raad kan niet worden bewezen, blijft over opzettelijk iemand van leven beroven, doodslag. Tll van moord is dus een IMPLICIET primair subsidiaire tenlastelegging. Primair moord, sub doodslag. Rechter kan pas aan sub toekomen, als hij aan primair niet toekomt.
Samengestelde tll
Alternatief
Heeft hij zich schuldig gemaakt aan diefstal of aan verduistering in dienstbetrekking. Rechter moet kiezen, maar hij mag zelf bepalen naar welk van beiden alternatieven hij het eerst kijkt. De rechter mag bij de alternatieven tll zelf bepalen welke variant hij het eerste verzoekt. Als hij tot een bewezenverklaring/veroordeling van diefstal komt, kan hij vrijspreken van verduistering in dienstbetrekking. Spreekt rechter verdachte vrij van diefstal, dan moet hij nog wel checken of verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking.
Het nieuwe vervolgingsbegrip
Het nieuwe vervolgingsbegrip:
- Uitvaardiging strafbeschikking
- Aanhangig maken van de zaak op de terechtzitting door oproeping/dagvaarding
Dit begrip geeft dus niet aan wat vervolging is, maar hoe het plaatsvindt. Het staat ook nergens in het nieuwe concept. Dit nieuwe ‘begrip’ is niet echt een verbetering, want rechtsbescherming geniet de verdachte al vanaf het eerste verhoor.