SPR HC2 - de deelnemers aan het strafgeding Flashcards
Verschil
Strafproces & Burgerlijk proces
Strafproces:
- Materieel recht realiseert zich in het proces
- Initiatief overheidsorgaan (alleen het OM kan initiatief nemen)
- Materiële waarheid (we moeten weten wat de verdachte heeft gedaan)
- Partijen structureel ongelijkwaardig (vaak laag opgeleid, geen inkomen, dat is doorgaans zwakke partij)
- Mondelinge procedure (tijdens een zitting moet je direct goed reageren, dat heeft invloed op het verloop van de zaak)
Burgerlijk proces:
- Het materieel recht realiseert zich ook buiten de procedure
- Initiatief benadeelde partij (eiser) (ook burgers kunnen initiatief nemen)
- Formele waarheid (feiten die niet worden weersproken, staan in dat geding vast, ookal is dat onzin)
- Partijen in beginsel gelijkwaardig (in principe, want de gemeente staat doorgaans ook sterker dan particulier)
- Schriftelijke procedure (je kunt rustig nadenken, want je loopt tijdens het schrijven van een stuk bij een collega binnen)
EN: inzet is totaal verschillend van aard, want: verdelen van nadeel vs. toevoegen van nieuw leed.
(In burgerlijk recht gebeurde wat waardoor iemand nadeel leed; meestal schade. De vraag is: wie moet schade dragen? In het strafrecht: schade staat vast, moet er nieuw leed worden toegevoegd in de vorm van een straf of maatregel? Er is dan al iets ergs gebeurd, en we proberen aan de dader nieuw leed toe te voegen. Dat geeft specifieke dimensie).
POSITIE VAN VERDACHTE
Presumptio innocentiae (onschuldpresumptie)
- 3 aspecten
- Werkt ook door NA het strafvonnis: zaak Geerings
Gematigd accuatoir proces: - 2 typen Interne openbaarheid - Interne openbaarheid (wet herziening regels processtukken in strafzaken, 1-1-2013) - Rechtsbijstand
Probleem: raadsman bij politieverhoor?
- Sv 2001: nee
- EHRM 2008: Saldus vs Turkije
- EHRM 2008: Panovits vs Cyprus
- Nu: art. 28, 28c (constultatie), art. 28d (verhoor)
ONSCHULDPRESUMPTIE
Een verdachte wordt geacht onschuldig te zijn, totdat zijn schuld wettig en overtuigend door een rechter is vastgesteld. Deze presumptie bevat 3 componenten/aspecten:
- In geval van redelijke twijfel zal de strafrechter geen veroordeling mogen uitspraken (vrijspraak)
- Verdachte mag gedurende de procedure en terechtzitting niet als een veroordeelde worden behandeld, art. 271 lid 2 Sv (soms zie je dat de verdachte staat te liegen, dan mag je als rechter daar geen blijk van geven).
- In strafzaken hoeft de verdachte zijn onschuld niet te bewijzen.
WERKT OOK DOOR NA VONNIS
Dat onschuldsvermoeden werkt ook nog door NADAT de uitspraak is gewezen. Dat blijkt uit de zaak Geerings.
Geerings, 2007: Straatsburgse Hof bepaalde: ‘‘art. 6 lid 2 EVRM behelst de algemene regel dat NA vrijspraak ook het uiten van enige argwaan m.b.t. de onschuld van de persoon in kwestie niet langer is toegestaan.;;
Als iemand is vrijgesproken, dan is voor de overheid het uiten over enige argwaan over die persoon dus niet toegestaan. Is nogal wat.. Soms worden mensen vrijgesproken omdat bewijs onrechtmatig is verkregen, op formele gronden. Dan weten we zeker dat ie het gedaan heeft maar MOET vrijspraak volgen. De overheid is het dan verboden om nog te zeggen; ookal is hij vrijgesproken, hij heeft het toch gedaan.
GEMATIGD ACCUSATOIR PROCES:
2 typen proces:
- Accusatoir: de verdachte wordt beschouwd als een zelfstandige procespartij met ongeveer gelijke rechten als de overheid om tegenspel te bieden. Het zijn twee uitersten.
- Inquisitoir: de verdachte is primair voorwerp van onderzoek.
In Nederland: TUSSENPOSITIE: gematigd accusatoir procestype. Dat betekent dat we de verdachte niet zien als voorwerp van onderzoek, maar als partij met rechten die hij vanaf het begin van het proces geldend kan maken en de mogelijkheid heeft ook tegenspel te beiden (tegenspel met rechtsbijstand, raadsman, art. 38, 40, 41, 50, 51, 187, 187a, 231). Dat is dus gematigd accusatoir. De essentie van gematigd accusatoir is dat de verdachte zich het hele proces kan laten bijstaan door advocaat en tegenspel kan bieden.
PROBLEEM RAADSMAN POLITIEVERHOOR?
Raadsman speelde overal een rol, behalve tijdens het politieverhoor. Reden: bang dat verdachte dan alleen maar zou zwijgen.
We dachten; de advocatuur kan dat niet aan om ineens bij politieverhoren te komen, vereist meer regelgeving. Als je kijkt naar andere landen waar wel een advocaat bij mocht zijn; dan verplaatst de zwaarte van het onderzoek naar voren. In Engeland gebeurde het namelijk zo; verdachte werd aangehouden en anderhalf uur gingen ze rondrijden, totdat hij bekende. Dan afdraaien bij politiebureau en verhoren.
2 arresten hieromtrent:
SALDUZ en PANOVITS
Hier is gezegd: een eerlijk proces vereist dat er een advocaat aanwezig moet zijn tijdens het politieverhoor. Die arresten zijn daarna nog uitgelegd door de HR. Hierin stond: in ieder geval minderjarigen moeten altijd een advocaat. Gebeurt dat niet? Dan mag het verhoor niet meetellen. Wetswijziging: art. 28, 28c, 28d; in art. 28c staat een consultatierecht = voorafgaand aan het eerste politieverhoor heb je als verdachte het recht om raadsman te consulteren.
We waren bang dat advocaten altijd tot zwijgen zouden consulteren, maar dat valt mee. Art. 28d gaat over rechtsbijstand. Dat betekent dat de raadsman ook fysiek aanwezig mag zijn bij politieverhoor. Dat is belangrijke versterking van de verdachte in de eerste fase van het geding. Die fase is juist super belangrijk. Daarmee wordt vaak de uitkomst al vastgesteld.
Het Nemo Tenetur beginsel
Arrest Funke (1993) Arrest Saunders (1996)
Nemo tenetur = een verdachte kan niet gedwongen worden zichzelf te belasten. Maar, er zijn zoveel situaties waarin verdachte kan worden gedwongen om materiaal te verschaffen waarop die wordt veroordeeld. Aantal hoofdregels:
Arrest Funke; 1993
Bevel tot uitlevering van documenten in douanezaak. Je kunt gedwongen worden om dingen af te geven, ook als ze concrete verdenkingen tegen je hebben. Hier werd de verdachte bevolen om documenten in te leveren.
Schending van art. 6 op twee voorwaarden:
- Er is sprake van een ‘‘criminal charge’’ sprake van concrete verdenkingen dus. (bij administratieve controle alleen is er dus geen schending) EN
- Het is onzeker of de documenten waarom wordt gevraagd daadwerkelijk bestaan (vragen om stukken over eventuele documenten van transacties, dus als ze die vragen en er is criminal charge, dan schending).
Arrest Saunders (1996)
- Verklaringen die in de controlefase onder dwang zijn afgelegd, mogen niet in een latere strafprocedure worden gebruikt (link met onschuldpresumptie). Dus verklaringen tijdens controle fase (wat je dan zegt is ook een bekentenis, maar die mogen niet in het strafprocesrecht als bewijs worden gebruikt).
- MAAR die bescherming geldt alleen bij het zwijgrecht: geldt niet voor materiaal dat onder dwang wordt verkregen, maar dat onafhankelijk van de wil van de verdachte bestaat (adem, bloed, urine, DNA + gedwongen uitlevering documenten).
Dus: in de controlefase dan mag het resultaat niet worden gebruikt, maar dat geldt alleen voor verklaringen. Niet over andere dingen waartoe je gedwongen kan worden ze af te geven.
Het Nemo Tenetur beginsel
Arrest J.B. (2001)
- Gedwongen uitlevering van stukken in fiscale zaak.
- Het gaat hier niet om materiaal dat geheel buiten de betrokkene om bestaat, dat zonder bewijs en zonder miskenning van de wil van de betrokkene kan worden verkregen; dus schending nemo tenetur.
Het EHRM zegt dus: die gedwongen uitlevering van stukken is een schending van nemo tenetur. - Schalken in annotatie
- A. informatieplicht in controlefase niet in strijd met nemo tenetur. Informatieplicht, die PLICHT in de controlefase, dus voorafgaand aan het feit dat er een concrete verdenking is, is NIET direct in strijd met nemo tenetur.
- MAAAR: B. overheid wist niet of documenten bestonden -> bevestiging Funke; niet op teruggekomen
in Saunders.
Het Nemo Tenetur beginsel
Arrest: O'Halloran & Francis: (2007) - Kentekenhouders/flitspaal - Zwijgrecht/nemo tenetur zijn niet absoluut - In casu directe dwang, maar: Dwang is beperkt Strafbedreiging niet aanzienlijk Bewijslast blijft bij aanklager Identiteit van bestuurder is slechts één element van het delict
O’Halloran & Francis: mensen worden geflitst omdat ze te hard rijden of rijden zonder verzekering. In die zaak (net als Nederland) als je geflitst wordt, mag de politie aan jou vragen: wie zat er op dat moment achter het stuur?
Als we geflitst worden dan krijg je een verzoek van de politie met plicht om aan te geven wie er reed. Want de kentekenhouder is in principe aansprakelijk, tenzij aangeeft dat er iemand anders in zijn auto reed. In feite komt het neer op het vertellen wie er heeft gereden. Als je aangeeft; ik reed zelf dan beschuldig je jezelf en dat strijd zijn met nemo tenetur.
EHRM: NEE, dit beginsel is niet absoluut. Die dwang is best beperkt met dit soort overtredingen. Dit gaat niet over gevangenisstraf ofzo. De strafbedreiging is klein; maar een boete. De OvJ houdt de bewijslast. De identiteit van de bestuurder is maar één element van het delict waarvan je wordt verdacht. Het is eigenlijk ook maar een beetje mager, want ja, dat is het enige wat je fout doet. Als je toegeeft, dan hang je gewoon.
Positie van de raadsman
- Vrij verkeer met de verdachte
- Afschrift van alle stukken die de verdachte ontvangt
- Belang van goed optreden in verband met moderne rechtspraak omtrent vormverzuimen (bijv. art. 29 lid 2)
- Hoever mag de raadsman gaan? Schending ''beperkingen'' Contactverbod en art. 8 EVRM Gestolen materiaal en bewijsverweer - Raadsman is GEEN officer of the court
- Art. 50: vrij verkeer met de verdachte
- Art. 51: afschrift van alle stukken die de verdachte ontvangt.
- Belang van een goed optreden in verband met moderne rechtspraak omtrent vormverzuimen (bijv. art. 29 lid 2)
Raadsman heeft recht op vrij verkeer. Hij heeft recht op alle stukken die de verdachte ook krijgt, dat kan wel eens problemen opleveren wanneer het digitaal gaat. Hij moet goed optreden vanwege moderne rechtspraak; vormverzuim. Als rechter of OvJ iets doet wat verboden is; dan denk je dat dat sanctie nietigheid of bewijsuitsluiting komt. Maar in het moderne strafrecht is dat nooit meer aan de orde. Want een raadsman wordt geacht zijn cliënt te beschermen: art 29 lid 2: cautie: u bent niet tot antwoorden verplicht. Vroeger: als cautie achterwege bleef, telde de verklaring niet mee. Maar tegenwoordig: als verdachte wordt bijgestaan door raadsman en cautie wordt niet gegeven, MOET de raadsman zijn cliënt erop wijzen dat verdachte niet verplicht is. Doet advocaat het niet, dan blijft vormverzuim zonder gevolgen. Raadsman moet erop toezien dat de procedure goed verloopt.
Hoever mag de raadsman gaan?
- Schending ‘‘beperkingen’’
- Contactverbod en art. 8 EVRM
- Gestolen materiaal en bewijsverweer
Het is een eervol beroep: iedereen verdient een gedegen verdediging. Hoe ver mag een raadsman daarin gaan? Er zijn wel ethische regels voor een raadsman, maar goed dat biedt ook geen perfecte houvast. Maar er zijn eigenlijk twee regels van hoever de raadsman mag gaan:
- Hij mag niet de wet schenden. Hij mag dus zelf geen misdrijven plegen. Dus schending van beperkingen mag niet. De advocaat mag dus geen berichten door geven aan verdachte of van hem naar de buitenwereld toe; want dat mag niet. Dat is een beperking uit het voorarrest. Spong heeft ooit een briefje gegeven waarop stond: ‘‘de groeten van Dikke’’. Spong zei, ja boeiend, maar iedere idioot snapt dat dat een code is… Regels zijn er niet voor niets. Als berichten van derden worden doorgegeven aan iemand die in beperking zit, dan pleeg je een misdrijf, dat mag niet dat is tegen de wet.
- Contactverbod, art. 8 EVRM. Wat gebeurde er ooit? Was nare zedenzaak. Vader pleegde incest met zijn dochter in de ergste vorm die je kunt voorstellen. Dochter raakte zwanger en kreeg kind. Vader is vervolgd en is veroordeeld met een deel voorwaardelijk. Met bijzondere voorwaarde: contactverbod met zijn dochter en zijn dochter/kleindochter. Spong heeft cassatieberoep ingesteld en heeft gezegd; die bijzondere voorwaarde (contactverbod) dat is in strijd met art. 8 EVRM recht op family life. Toen Spong dat deed, werd NL boos, hoe durf je? Hierop volgde een tuchtrechtelijke procedure, waarin de rechter zei: dat mag een advocaat. Een advocaat hoeft niet aardig te zijn. Hij hoeft niet vriendelijk te zijn tegen het slachtoffer. Smaak, juridische toelaatbaarheid maakt niet uit. Hij is geen officer of the court. Hij is er slechts voor belangen cliënt.
POLITIE
- Opsporing, art. 132a Sv, 148 Sv
- Art. 3 Politiewet 2012 (‘‘daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde’’)
- Hulpofficier van Justitie:
- Art. 154 Sv +
- Regeling HOvJ 2003
- Bewijstechnisch van groot belang
- Verzelfstandiging:
- Professionalisme
- Afdoeningsbevoegdheid
De politie:
- Opsporing, art. 132a Sv, 148 Sv
Ze moeten rechtsorde handhaven en recht bieden aan publiek. Sommige politieagenten zijn hoger in rang en hebben daardoor de functie als hulpofficier.
- Art. 3 Politiewet 2012 (‘‘daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde’’)
- Hulpofficier van Justitie:
- Art. 154 Sv +
- Regeling HOvJ 2003
Hulpofficier van Justitie zijn dus niet de ensen uit het OM, maar politieagenten. - Bewijstechnisch van groot belang
De politie is bewijstechnisch van groot belang: de agenten die verhoren afnemen, weten precies hoe het bewijsrecht in elkaar steekt in een strafzaak. Als iemand verdacht wordt van het stelen van een laptop, stelt de politie de vraag: ‘‘heb jij die laptop gejat?’’, V: ‘‘Ja, ik heb..’’ en later: huh wat betekent dat? Agent: ja, dat betekent ‘‘ik heb die laptop gejat’’. In het proces-verbaal staan alle elementen van het wetboek van strafrecht. Met die verklaring is het al panklaar gemaakt voor de zitting. Tegelijkertijd schuilt er gevaar! Wat verdachte feitelijk verklaard, dat moet de politie niet gaan verdraaien of wat toevoegen.
TAAK OM
Taak OM volgens art. 24 RO
- Strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde & andere wettelijke taken
Taak OM volgens art. 4 RO (oud)
- Handhaving der wetten (rechtshandhaving)
- Vervolging van strafbare feiten
- Doen uitvoeren van alle strafvonnissen
Belangrijk: wet OM-afdoening (strafbeschikking) (inwerkingtreding 1-2-2008) art. 257a Sv e.v.
Taak OM volgens art. 24 RO
- Strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde & andere wettelijke taken
Wat zijn andere wettelijke taken? Handhaving van wetten. Maar niet alle wetten kan je handhaving. Dus het OM voert vervolgingsbeleid waarbij bepaalde wetten prioriteit krijgen. Bepaalde wetten worden dus niet mer altijd gehandhaafd.
Wat is vervolging? Het betrekken van een rechter in de strafzaak. Dit doe je door voorlopige hechtenis, handhaven, etc.
ALLE strafvonnissen: OM heeft veel discretionaire bevoegdheden: ‘hier geven we prioriteit aan, hier niet. Maar bij het uitvoeren van vonnissen mag het OM niet zeggen: we hebben te weinig capaciteit dus alles onder de 2 weken gaan we niet ten uitvoer leggen. Dus het OM heeft wettelijke plicht om alles ten uitvoer te leggen.
Slachtoffers
Victimologie
- Grote aantallen & Ernstige gevolgen (maar wel moeilijk te voorspellen)
- Essentie van slachtofferschap: ‘‘just world theory’’
- Probleem:
- Secundaire victimisatie
- '’blaming the victim’’ (Fagel/Melgers)
- '’Repeat victimization’’
- Belang van ‘‘erkenning’’
- Goede bedoelingen zijn onvoldoende: kennis/training
> hercontacterende agent
> sieraad leeuwarden
Victimologie
Wetenschap omtrent slachtoffers van misdrijven. Hierin wordt nagegaan systematisch nagegaan hoe vaak slachtofferschap plaatsvindt, wat de gevolgen zijn, en hoe deze te beperken zijn.
- Grote aantallen & Ernstige gevolgen (maar wel moeilijk te voorspellen)
Ongeveer 4 miljoen misdrijven per jaar, ratio wereldwijd. Gevolgen van misdrijven zijn ernstiger dan mensen van te vvoren verwachtten. Stel je wordt slachtoffer. Een gewoon misdrijf wat niet eens in de krant komt: inbraak ‘’s nachts. Maandenlang gevolgen voor eén gezin. - Essentie van slachtofferschap: ‘‘just world theory’’
Dat is dat je je hebt vergist. Dat je het idee hebt dat verhoudingen tussen mensen voorspelbaar en berekenbaar zijn. We hebben een verwachtingspatroon. Wat gebeurd er als er een misdrijf wordt gepleegd? Dan gedraagt een burger zich totaal anders dan je verwachtte. Je hebt je dus vergist in de berekenbaarheid van handelingen van anderen. En je wordt bang dat je je vaker gaat vergissen. ‘‘Just world theorie’’. Je denkt, als ik me gedraag, dan overkomt me niets. Was het maar zo. - Probleem:
- Secundaire victimisatie
- '’blaming the victim’’ (Fagel/Melgers)
- '’Repeat victimization’’
- Belang van ‘‘erkenning’’
- Goede bedoelingen zijn onvoldoende: kennis/training
Fagel/Melgers: Fagel was restauranthouder in midden Nederland. Is midden in de nacht vermoord in zijn slaapkamer. Dag daarna sprak heel NL over de moord op hem. ‘‘Hij zal wel in de wapens hebben gehandeld, of een affaire’’. Want dan begrijpen we waarom hij is vermoord. We zoeken allemaal factoren waardoor we begrijpen dat iemand slachtoffer is, en zoeken redenen voor gemoedsrust dat wij geen slachtoffer zullen worden. Dat willen we geloven. Het is psychologisch zelfbeschermingsmechanisme. Dit is tragisch voor slachtoffers. Zonder begrip krijgen ze zowat de schuld.
Slachtoffers krijgen in het justitiesysteem eerst het gevoel slachtoffer van de dader te zijn, daarna slachtoffer van het rechtssysteem –> secundaire victimisatie.
Repeat victimization:
Herhaald slachtofferschap. Als iemand slachtoffer wordt van strafbaar feit, neemt de kans dat iemand opnieuw slachtoffer wordt exponentieel toe. Ongeveer 25% van de slachtoffer wordt getroffen door 75% van criminaliteit. Hoe kan dat? Denk aan huishoudelijk geweld, dat herhaald zich. Of stalking. Als er wordt ingebroken in huis, is de kans dat dat binnen 4 weken weer gebeurd met 300% vergroot. Want, je koopt alles weer opnieuw. Dader weet dat. Kennen je huis.
Door slachtoffers respect en erkenning te geven, probeer je ze te helpen als jurist. Maar goede bedoelingen schieten te kort. Ze moeten er meer over weten. Twee voorbeelden:
- Hercontacterende agent: met de beste bedoelingen schade toebrengen. Was inbraak bij oude vrouw. Agent gaat op bezoek en legt uit wat ze kan verwachten van justitie. Maar op moment van grote spanning, dan gaat de helft langs je heen. Dat gebeurt ook als mensen aangifte gaan doen: niet alles dringt goed door. Dus we hebben een hercontact model. De politie gaat terug naar het slachtoffer en gaat precies hetzelfde uitleggen.
Vrouw zegt: ik slaap slecht. Politie: dat moet u niet doen, u hoort ze toch niet. Vrouw gaat beneden slapen, loopt uit op een drama. - Sieraad Leeuwarden: in Friesland wordt ‘s nachts vrouw van 22 klemgereden en seksueel gemolesteerd. Zij verzet zich hevig, ontstaat vechtpartij, raakt gouden ketting kwijt: 1000 gulden. Dader wordt gepakt, vervolgd, berecht. Komen voor meervoudige strafkamer in Leeuwarden. Er zitten 3 rechters en denken wij gaan wat goeds doen voor het slachtoffer. Ze krijgen een deel van straf voorwaardelijk. Als bijzondere voorwaarde leggen ze op dat de daders dit slachtoffer een sieraad moeten schenken van 1000 gulden. Met beste bedoelingen richt je nog meer schade aan.
Mogelijkheden tot schadevergoeding
Wet Terwee (1995) over ‘‘benadeelde partij’’
- Voegen in vooronderzoek
- Schrappen limieten, kwalitatief criterium
- Maatregel art. 36f Sr
- Wettelijke informatieplichten
Ontwikkelingen
- Kaderbesluit EU maart 2001
- Rapport Europese Commissie maart 2004 & medio 2009
- Wet versterking rechtspositie slachtoffers, inwerkingtreding per 1-1-2011
- Titel IIIA Het slachtoffer:
Art. 51a lid 2: correcte bejegening
Art. 51b: processtukken
Art. 51C: bijstand
Art. 51E: spreekrecht (sinds 2015); in 2016 uitgebreid naar ‘‘adviesrecht’’
Art. 288a: correcte bejegening - Principiële betekenis: symbolische erkenning
- Strafrecht kan eindelijk ook iets goed doen
- Kaderbesluit EU maart 2001
- Rapport Europese Commissie maart 2004 & medio 2009
- Wet versterking rechtspositie slachtoffers, inwerkingtreding per 1-1-2011
Ontwikkelingen worden vanuit Europa bestuurd. Aanpassing wetgeving: wet versterking rechtspositie. Nieuwe titel IIIA in eerste boek. Belangrijkste is het ‘‘spreekrecht’’. In 2005 ingevoerd waarbij het slachtoffer mogelijkheid krijgt om ter zitting te vertellen wat hem of haar is overkomen. Essentie: erkenning. Sinds 2016 mag je ook jezelf uitlaten over welke straf je vindt dat de dader moet krijgen. Vader van 16-jarig meisje zei: je mag alleen dood de gevangenis nog verlaten.
- Titel IIIA Het slachtoffer: Art. 51a lid 2: correcte bejegening Art. 51b: processtukken Art. 51C: bijstand Art. 51E: spreekrecht (sinds 2015); in 2016 uitgebreid naar ''adviesrecht'' Art. 288a: correcte bejegening
- Principiële betekenis: symbolische erkenning
- Strafrecht kan eindelijk ook iets goed doen