SPR WC 1 Flashcards
Wat houdt strafvordering in?
Het doel van het strafprocesrecht is verwezenlijking van het materiële strafrecht. Regels voor de toepassing daarvan.
Materieel strafrecht: welke gedragingen onder welke omstandigheden zijn strafbaar en wat is dan de straf?
Er zijn procedures nodig die ons in staat stellen om in alle nauwkeurigheid vast te stellen wie wat heeft gedaan. Waarom? Het strafrecht kan grote inbreuk maken op rechten en vrijheden van burgers: zoals gevangenneming.
Strafprocesrecht is de noodzakelijke schakel tussen feit en reactie (feit = gedraging, reactie = straf).
Vooronderzoek: verdachte zoeken, bewijs verzamelen. Vervolgens gaan vervolgen. Dan komt er een uitspraak, en vervolgens het ten uitvoer leggen van de straf.
Wat zijn dwangmiddelen?
Politie en justitie moeten bepaalde middelen hebben om te zoeken naar bewijs. We doen dat met bevoegdheden. Die bevoegdheden worden dwangmiddelen genoemd. Alle dwangmiddelen zijn bevoegdheden, maar niet andersom!
Wat zijn dwangmiddelen? In het kader van strafvordering aan te wenden middel die anders dan door ten uitvoer legging een inbreuk maken op rechten en vrijheden van personen. Af en toe willen we dat de verdachte niet getuigen gaat beïnvloeden of sporen gaan uitwissen. Zoals voorlopige hechtenis: dat is een bevoegdheid/dwangmiddel.
Voorbeelden: onderzoek aan lichaam (lichamelijke integriteit), huiszoeking (inbreuk op huisrecht), in beslagneming (inbreuk op eigendomsrecht). Stelt ons in staat om in opsporing bewijs te verzamelen.
Wat is opsporing en welke varianten zijn daarin denkbaar? Motiveer uw antwoord.
Opsporing markeert het begin van strafvordering, art. 1 Sv. Vanaf dat moment geldt het vereiste dat strafvordering alleen plaats heeft op de wijze bij de wet voorzien. En dat betekent dat de waarborgen en de procedures van het Wetboek van Strafvordering in acht moeten worden genomen, waaronder de voorschriften met betrekking tot de opsporingsbevoegdheden en de bepalingen die voorzien in rechtsbescherming voor personen die voorwerp zijn van strafrechtelijk onderzoek.
Art. 132a Sv -> onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag van de OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen (wel of niet vervolgen bijv.).
Er zijn drie domeinen van opsporing, namelijk:
- Klassiek
- In georganiseerd verband
- Terrorisme
- Klassiek
- Redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit
Voltooid strafbaar feit
Strafbare poging of
Strafbare voorbereiding
- Verdenking: soms verdachte in de zin van art. 27 Sv aan te wijzen
- Doel: opheldering en sanctieoplegging
- Inzet van alle dwangmiddelen toegestaan (mits aan deze voorwaarden voor inzet is voldaan)
Naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is gepleegd, wordt er een onderzoek gestart. Er is dan sprake van een verdenking, er hoeft geen verdachte aan te wijzen te zijn. Een voorbeeld is dat iemand de politie belt om te melden dat er een ruit is ingeslagen en de dader daar binnen is gegaan. Op basis van deze informatie komt de politie ter plaatse en houdt zij zo mogelijk de indringer aan en neemt deze mee voor verhoor. Je zit in dit domein bij de artikelen 52 e.v. en 126 Sv.
- In georganiseerd verband (2 of meer personen)
- Redelijk vermoeden dat
In georganiseerd verband,
Misdrijven als bedoelt in art. 67 lid 1,
Worden beraamd of gepleegd,
Die gezien hun aard of samenhang met andere misdrijven een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, zie art. 126o
- Doel: zicht krijgen op de criminele organisatie
- Inzet BOB-bevoegdheden toegestaan, art. 126o e.v. Sv (mits voldaan aan de voorwaarden van inzet).
Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband misdrijven als omschreven in art. 67 lid 1 Sv worden beraamd of gepleegd die, gezien hun aard of de samenhang met andere misdrijven in dat georganiseerd verband worden beraamd (=voorafgaand aan het plegen) of gepleegd en een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren. Voorbeelden zijn wapenhandel, kinderporno etc.
Je mag in dit domein eerder beginnen dan de klassieke, omdat het gaat om het beramen. Je moet inzicht krijgen op de organisatie. Telefoontap, stelselmatige observatie kunnen wel, maar de dwangmiddelen van de klassieke dus niet.
- Terrorisme
- Aanwijzingen van terroristisch misdrijf
- Doel: voorkomen van terroristische misdrijven
- Beperkte inzet bevoegdheden, art. 126zd e.v. Sv
Een aanwijzing is nog minder dan beramen. Je kan hier dus al veel eerder ingrijpen dan in het domein ‘‘in georganiseerd verband’’. Het begrip ‘‘aanwijzing’’ duidt op een lagere graad van verdenking dan een redelijk vermoeden. In de kern gaat het daarbij om of er enige aanknopingspunten voorhanden is dat zich nader laat onderzoeken.
- Hoe hoger de verdenkingsraad, hoe meer dwangmiddelen je mag toepassen. In de klassieke mag je meer toepassen dan het domein van het terrorisme. Echter kun je van de ene domein naar de andere gaan (meer bevoegdheden). stel je zit in het domein van het terrorisme en je hebt een redelijk vermoeden dat er een terroristische aanslag wordt gepleegd door een persoon, dan kan je de dwangmiddelen van het klassieke domein inzetten.
Bepaal in welk domein je zit en welke bevoegdheden je kan inzetten.
N.B. Corstens omvat het verkennend onderzoek (art. 126gg Sv) ook onder opsporing.
Wat wordt bedoeld met vervolging?
Onder strafvervolging vallen volgens de klassieke opvatting de handelingen waarmee een vervolgingsambtenaar in strafzaken een onderzoek of een beslissing van een rechter uitlokt. Dit gaat middels een dagvaarding. Een strafbeschikking hoort hier niet bij, want er komt geen strafrechter aan te pas. Het doel is dat er juist geen rechter bij wordt betrokken. De OvJ reikt de strafbeschikking uit. Echter kun je als je het er niet mee eens bent, wel naar de rechter gaan.
Criminal charge –> EHRM; is ook vervolging.
Casus Radicaal
Het is januari 2017 als op het politiebureau in Eindhoven een betrouwbare informant zich meldt. Hij vertelt zijn contactpersoon (opsporingsambtenaar Ab Neggers) dat hij in de moskee die hij wekelijks bezoekt de laatste tijd wat vreemde gasten heeft gezien. Bovendien lijken de preken van een bepaalde imam wat radicaler van toon te worden. In de praken zouden vage verwijzingen naar de aanslagen in Parijs, Nice, Brussel en Berlijn zijn genoemd; Westerse leefstijlen zouden worden weggezet als ‘‘fout’’ en actie zou geindiceerd zijn. Het is de informant opgevallen dat vooral de vreemde, veelal jonge gasten veel instemmend knikten bij deze uitngen.
Ab Neggers gaat met deze informatie direct naar zijn teamchef Wil Damen. Hij wil later geen verwijt krijgen dat hij informatie niet heeft doorgespeeld.
Is in casu opsporing mogelijk? Motiveer antwoord.
Deze vraag komt in principe neer op het opsporingsdomein. Dit is domein terrorisme. Waarom? Zijn dit voldoende aanwijzingen? Moeilijk verifieerbare geruchten zijn al een aanwijzing. Nogmaals; aanwijzingen stellen niets voor! Het zijn aanknopingspunten.
Dus: ja, we hebben genoeg voor opsporing, aanwijzingen terroristisch misdrijf, art. 126zd e.v. Sv.
Vervolg casus:
Bij een inkijkoperatie zijn zware wapens aangetroffen in een tijdelijke opslag. Tevens is daar materiaal gevonden waarmee bommen gemaakt kunnen worden. Naar aanleiding van de inzet van alle dwangmiddelen komt tenminste één persoon uit de groep nieuwelingen zodanig in beeld dat hij kan worden aangemerkt als een verdachte in de zin van art. 27 Sv ter zake van art. 134a Sr (hulp bij (voorbereiding) terroristisch misdrijf). Het is Ali Ben C. Hij wordt op 15 februari 2017 aangehouden op bevel van de officier van justitie. Op het politiebureau geeft Ali bij het begin van zijn eerste verhoor aan dat hij een raadsman bij het verhoor aanwezig wil hebben en dat het verhoor moet worden opgenomen. De agent die hem moet verhoren, deelt hem mede dat daar geen tijd voor is, maar dat een raadsman in zaken met overvloedig bewijs de verdachte slechts kan wijzen op zijn zwijgrecht, tijdens het verhoor moet de raadsman sowieso zijn mond dichthouden. Registratie van het verhoor heeft dan ook geen enkele zin. Daarop geeft de agent Ali de cautie. Teleurgesteld legt Ali een bekennende verklaring af.
G. In welke fase van opsporing is het onderzoek beland?
Nu zitten we in het klassieke domein. Klassieke opsporing. Art. 134a Sr: behulpzaam zijn bij het plegen van terroristisch misdrijf. Als je een verdachte hebt zit je altijd in het klassieke domein. Een vermoeden dat hij zich schuldig maakt aan art. 134a Sr. Wat hebben we dan tot beschikking? ALLES.
NB:
Klassiek domein:
1. Redelijk vermoeden gepleegd strafbaar feit
- Redelijk vermoeden van gepleegd strafbaar feit
Voltooid strafbaar feit,
Strafbare poging of
Strafbare voorbereiding
- Verdenking; soms verdachte in de zin van art. 27 Sv aan te wijzen
- Doel: opheldering en sanctieoplegging
- Inzet van alle dwangmiddelen toegestaan (mits aan voorwaarden voor inzet is voldaan)
Nu zit je in de voorbereiding. Er is nu ook een verdachte (hoeft niet altijd).
Wat is een verhoor?
Iedere vraag die gesteld wordt door een rechter of opsporingsambtenaar aan een verdachte met betrekking tot dienstbetrokkenheid bij een gepleegd strafbaar feit. De plaats voor het verhoor maakt niet uit. Het kan overal.
Geef uw oordeel over de handelswijze van de agent voorafgaand aan en tijde van het eerste verhoor van Ali. Besteed hierbij aandacht aan de geldende regels omtrent de raadsman bij het politieverhoor, de rol van de raadsman in die positie en het beleid rondom opnames van geluid en/of beeld.
Een verdachte heeft het consultatierecht, dit volgt uit het post-Sanduz arrest. HIj heeft recht op consultatiebijstand dit houdt in dat een verdachte voor zijn verhoor recht heeft op bijstand van een raadsman. Ook heeft de politie de verplichting om moeite te doen om een raadsman aanwezig te krijgen bij het verhoor.
Uit aanscherping Salduz volgt dat alle verdachten, zowel minderjarige als verdachten, recht hebben op bijstand van een raadsman tijdens het eerste verhoor en de daarop volgende verhoren. Als dit niet wordt gedaan levert dit een vormverzuim op (art. 359a Sv). Verdachten kunnen ook ondubbelzinnig afstand doen van de verhoorbijstand.
De raadsman mag zich niet bemoeien met het verhoor. Hij kan wel vragen om een overlegmoment. Hij mag zich alleen richten tegen de verhorende ambtenaar. In erg zware strafzaken mag je niet afstand doen van een raadsman bij het verhoor.
In een aanwijzing is bepaald dat in sommige gevallen de verhoren auditief moeten worden geregistreerd (overleden slachtoffer, zedendelict waarop 8 aar of meerstaat, zaak waarop 12 jaar of meer staat). Soms zowel geluid als videoopnames (bij alle verhoren en geplande verhoren en geplande verhoren waarmee er gebruik wordt gemaakt van een gedragsdeskundige, kwetsbare verdachte waarop 12 jaar of meer staat).