SPR WC5 - De dagvaarding, het beleid van het OM, vervolgbeslissingen en beslissingen omtrent in beslag genomen voorwerpen Flashcards
Casus Sensation White
Tijdens het dance-event Sensation White zijn professioneel kickbokser Rocky H. en zakenman Kees F. met enkele vrienden aanwezig. Vriendin Rocky danst met zakenman Kees en Rocky irriteert zich. Hij geeft Kees een kopstoot en daarna een volle vuistslag in het gezicht. Vriendin rent gillend van de dansvloer.
Er ontstaat in no time een massaal gevecht. Kees krijgt rake klap op enkel en blijft liggen.
Politie komt en Rocky en zijn vrienden JP en Arnold worden in de boeien geslagen. Alle drie de mannen worden meegenomen naar een ZSM-locatie. Twee gripzakjes met cocaine, autosleutels en een dure armband worden aangetroffen in kleding Rocky. Alles wordt in beslag genomen. Door chaos is de politie verzuimd om sporen veilig te stellen, eerst aandacht voor gewonden. Tevens geen namen genoteerd.
Kees’ neus is gebroken, zijn enkel is gebroken.
Nadat iedereen vertrokken is, nemen de overgebleven opsporingsambtenaren de situatie op. Ze nemen een portefeuille met rijbewijs van Frans Doornik in beslag, boksbeugel wordt meegenomen. Beslag gelegd op dure sportwagen van Rocky die in parkeergarage staat.
Zaak krijgt veel aandacht. Zowel op politiebureau als in de media. De verhalen worden extra gevoed door lekken vanuit politie. Omdat Rocky niet voor het eerst klappen uitdeelt buiten zijn werk, wordt tegen hem ander regime ingesteld dan tegen JP en Arnold.
A. Wat wordt verstaan onder ZSM?
Het is een werkwijze van het OM. Waar staat ZSM voor? ‘‘zo snel mogelijk’’. Maar de ‘’s’’ staat ook voor: slim, selectief, simpel en samenlevingsgericht. In de kern gaat het om in een zo vroeg mogelijk stadium, dat wil zeggen: kort na de aanhouding van de verdachte, nemen van beslissingen omtrent de afdoening van een zaak.
Past bij de tijdsgeest van nu. Op ZSM kantoren zijn allerlei maatschappelijke organisaties aanwezig, zoals Bureau Jeugdzorg, de Reclassering en slachtofferhulp.
Ze zeggen dus, zorgvuldig en snel en dat het maatwerk is. Het lijkt allemaal zeer positief. Maar de praktijk wijst andere taferelen uit. We worden door filmpjes positief gestemd, maar houdt je kritische oog: in 8% wordt een strafbeschikking uitgevaardigd zonder voldoende bewijs. Verdachte kan overdonderd worden door snelheid.
Het is dus een volgende instantie die ZELF straffen oplegt, zonder daar een rechter tussen it. Dat maakt eeninbreuk aan ons stelsel van trias politica. In SV staat dat RC wordt betrokken in het vooronderzoek, hij mag niet deelnemen aan het onderzoek ter terechtzitting.
Waarom wordt die uitzondering gemaakt door de OvJ? Want hij is er voor onderzoek, maar vaardigt zelf nu dan ook de straffen uit.
Het gaat dus om het afhandelen van zaken, wat voor zaken? Veelvoorkomende criminaliteit. Op welke wijze kunnen we afhandelen?
- Strafbeschikking
- Dagvaarden
- Transactie
- Seponeren
Casus Sensation White
Tijdens het dance-event Sensation White zijn professioneel kickbokser Rocky H. en zakenman Kees F. met enkele vrienden aanwezig. Vriendin Rocky danst met zakenman Kees en Rocky irriteert zich. Hij geeft Kees een kopstoot en daarna een volle vuistslag in het gezicht. Vriendin rent gillend van de dansvloer.
Er ontstaat in no time een massaal gevecht. Kees krijgt rake klap op enkel en blijft liggen.
Politie komt en Rocky en zijn vrienden JP en Arnold worden in de boeien geslagen. Alle drie de mannen worden meegenomen naar een ZSM-locatie. Twee gripzakjes met cocaine, autosleutels en een dure armband worden aangetroffen in kleding Rocky. Alles wordt in beslag genomen. Door chaos is de politie verzuimd om sporen veilig te stellen, eerst aandacht voor gewonden. Tevens geen namen genoteerd.
Kees’ neus is gebroken, zijn enkel is gebroken.
Nadat iedereen vertrokken is, nemen de overgebleven opsporingsambtenaren de situatie op. Ze nemen een portefeuille met rijbewijs van Frans Doornik in beslag, boksbeugel wordt meegenomen. Beslag gelegd op dure sportwagen van Rocky die in parkeergarage staat.
Zaak krijgt veel aandacht. Zowel op politiebureau als in de media. De verhalen worden extra gevoed door lekken vanuit politie. Omdat Rocky niet voor het eerst klappen uitdeelt buiten zijn werk, wordt tegen hem ander regime ingesteld dan tegen JP en Arnold.
B. Welke afdoeningsmodaliteiten heeft het OM ter beschikking en is daarbij consensualiteit vereist?
Het OM kan afdoen op de volgende manieren:
- Uitvaardigen strafbeschikking (50% van ZSM zaken)
- Transactie = aanbod, als je weigert om te voldoen, dan kan de OvJ overgaan tot dagvaarden. Het is dus een heel ander uitgangspunt dan strafbeschikking.
- (voorwaardelijk) sepot = afzien van vervolgen (technisch, OvJ wil wel vervolgen, maar te weinig bewijs) of beleids (OvJ kan wel vervolgen, maar o.g.v. algemeen belang kan worden afgezien).
- Mediation = in plaats van straffen, proberen we de situatie te herstellen, door gesprek etc.
- Bestuurlijke boete = wanneer je door rood rijdt bijv.
- Dagvaarding = verdachte oproepen om ter zitting te verschijnen.
- voeging and informandum: gebruikelijk in zedenzaken. Zoals grootschalige kinderpornografie. Je kunt moeilijk ALLES ten laste leggen vanuit een groot document. Dit wordt onder de aandacht gebracht en verdachte kan erkennen dat hij dat heeft gedaan.
Consensualiteit ziet op overeenstemming: dit is vereist bij de strafbeschikking, bestuurlijke boete, mediation en strafbeschikking, voeging ad informandum.
Kunnen we het instemmen bij de strafbeschikking nuanceren? Ja, je hebt de mogelijkheid om er niet mee in te stemmen (door in verzet te komen). Je kunt het dus definiëren als: ‘‘het niet laten blijken van afkeuren’’. Op die manier kan de zaak op een andere manier worden afgehandeld. Bij een bestuurlijke boete kun je bijv. bezwaar indienen.
//
Dit bovenstaande geldt niet bij dagvaarden.
Wat is consensualiteit = instemming. Maar gedefinieerd: het niet laten blijken van afkeuring. Dus niet alleen concrete instemming, maar ook niet laten blijken van afkeuring. Dat is consensualiteit. Bij welk van die afdoeningsmodaliteiten speelt consensus een rol?
- Dagvaarden; nee xxx???
- Voeging: ja, want verdachte moet erkennen
- Bestuurlijke boete: ja, want je kunt in bezwaar er beroep
- Mediation: nee, je hebt hier vrijwilligheid bij nodig
- Transactie: ja, want het is een aanbod en je kunt het laten blijken door niks te doen
- Strafbeschikking: je kunt in verzet, dus ja dat is consensuele afdoening.
JP en Arnold krijgen van de OvJ allebei een strafbeschikking ter zake van openlijke geweldpleging (art. 141 lid 1 Sr), voor ieder van hen inhoudende een werkstraf van 80 uur en een geldboete van 500 euro. Rocky ontvangt een dagvaarding ter zake van hetzelfde delict en het aanwezig hebben van cocaïne.
C. Mag de OvJ verschillende afdoeningsmodaliteiten hanteren in één zaak?
Dit is toegestaan, omdat er sprake is van verschillende verdachten + verschillende feiten en omstandigheden die per verdachte gelden.
Strafrecht is maatwerk. Het gelijkheidsbeginsel verzet zich niet tegen verschillende modaliteiten, want elk mens is anders.
Daarnaast staat er nergens in de wet opgenomen dat het niet mag.
Arnold krijgt dus een strafbeschikking en hij is het helemaal niet eens hiermee. Hij heeft zich alleen verweerd tegen personen die hem aanvielen in de massale vechtpartij die is ontstaan, zo is zijn mening. Hij zoekt daarom contact met zijn advocaat om te overleggen over de juiste strategie.
d. Stel dat u zijn advocaat bent, wat zou dan uw advies zijn?
Globaal iets over strafbeschikking:
Art. 257a Sv. Het stukje ‘‘feit is begaan’’ wil zeggen dat er voldoende wettig bewijs moet zijn, zoals in art. 338 Sv. Ook al gaat het hier om een buitengerechtelijke afdoening. Bij de strafbeschikking kunnen verschillende straffen en maatregelen worden opgelegd (art. 257a lid 2 Sv).
Antwoord vraag:
Je kunt verzet aantekenen tegen de strafbeschikking (art. 257a Sv) binnen 14 dagen na uitreiking van de strafbeschikking in persoon of binnen 14 dagen nadat hij kennis heeft genomen van de strafbeschikking (bijv. versturen naar GBA-adres; de feiten of omstandigheden zul je veelal dienen af te leiden uit de verklaring van de verdachte).
OvJ heeft verschillende mogelijkheden t.a.v. de strafbeschikking: wijzigen, intrekken, handhaven.
In een verzetszaak ontvangt de verdachte een oproeping om ter terechtzitting te verschijnen waarin wordt vermeldt het gedrag dat hem wordt verweten. Is géén tll, maar moet wel voldoen aan de vereisten uit art. 261 Sv.
Behandeling verzetzaak:
Art. 257f Sv -> oproeping van VE door OvJ voor terechtzitting; behandeling van de zaak overeenkomstig titel 6 (MK), 7 (PR) of 8 (KA) van Tweede boek Sv; Omschrijving van het feit in oproeping wordt aangemerkt als tenlastelegging; eerste hobbel: ontvankelijkheid (verdachte) verzet); bij einduitspraak moet SB worden vernietigd (dus géén beoordeling van de strafbeschikking).
// Strafbeschikking staat in art. 257a. De OvJ moet vaststellen dat het feit is begaan. De OvJ moet bezien of er voldoende bewijs is, art. 338 e.v. Sv. Hij moet dus kijken of er voldoende bewijs is. (zie sheet). Rechter kan méér uren opleggen dan de OvJ: 180 vs. 240 uur. Ontzegging rijbevoegdheid kan ook opgelegd worden. Zie sheet dus!
Niet eens, dan kun je in verzet, art. 257e. Verdachte mag in verzet gaan hiertegen (een strafbeschikking is een vervolging; art. 167 Sv). Dit moet binnen 14 dagen na uitreiking van het afschrift van de Strafbeschikking in persoon of binnen 14 dagen nadat hij kennis heeft genomen van Strafbeschikking; in bepaalde gevallen is de termijn langer (6 weken). Maar, hoe weet je wanneer de verdachte ‘kennis heeft genomen’. Het wordt niet aangetekend, het wordt gewoon per post verzonden naar de verdachte. Het is nogal een raar criterium, want je bent afhankelijk van de verklaring van de verdachte. ‘Ik heb het gezien’ dán begint de termijn te lopen.
De OvJ kan dan:
- De strafbeschikking handhaven. De zaak voorleggen aan de rechter (verdachte wordt opgeroepen om te verschijnen bij de strafrechter – de OvJ kan wel op de zitting een zwaardere sanctie eisen), art. 257f
Het is geen tenlastelegging, maar het is een korte weergave. Het wordt afgehandeld zoals een normale terechtzitting. Maar twee bijzonderheden:
o Ontvankelijkheid van het verzet
o Bij einduitspraak wordt élke beschikking vernietigd, en de uitspraak komt in de plaats van de strafbeschikking.
- De strafbeschikking (257e lid 9)
o intrekken, en de zaak op deze wijze seponeren.
o Wijzigen
De verdachte kan direct afstand doen van zijn recht op verzet, en dan heeft hij geen mogelijkheden meer.
Verwondingen van Kees blijken ernstiger dan in eerste instantie gedacht. De enkelbreuk zal levenslange gevolgen hebben voor Kees. Omdat pezen en zenuwen beschadigd zijn, zal hij een klapvoet overhouden aan de breuk. Bovendien heeft Kees een psychisch trauma overgehouden aan de mishandeling van Rocky. Als Kees hoort dat Rocky zich ‘‘slechts’’ hoeft te verantwoorden ter zake van openlijke geweldpleging, springt hij uit zijn vel. De wetenschap dat de twee vrienden van Rocky weg komen met een strafbeschikking vindt hij eveneens onverteerbaar. Hij belt direct met zijn advocaat en vraagt wat hiertegen valt te doen, want hij vindt dat Rocky zich zou moeten verantwoorden ter zake van poging tot doodslag en dat de andere twee verdachten minimaal worden vervolgd.
E. Stel u bent Kees’ advocaat, wat zou u hem dan aanraden en zou dit kans van slagen hebben?
Hij kan een artikel 12 procedure starten. Rechtstreeks belanghebbende kan zich beklagen over het uitvaardigen van de strafbeschikking (of het niet vervolgen, of als vervolging niet wordt voortgezet). Hij kan zich beklagen bij het Gerechtshof.
Achterliggende gedachte: het OM heeft vervolgingsmonopolie (en zij heeft opportuniteitsbeginsel), het zou kunnen dienen als correctiemechanisme gelet op de grote vrijheid en macht die het OM heeft. Indirect kun je zeggen dat het bestaan van zo’n artikel 12 procedure een soort stimulans biedt aan het OM om met dat opportuniteitsbeginsel zorgvuldig te werk te gaan; anders krijgen ze een klacht.
Tegelijkertijd kunnen we ons afvragen in hoeverre zo’n klachtprocedure überhaupt wel past in ons systeem, gelet op karakter van ons strafproces. Wat is het karakter? Gematigd accusatoir; inquisitoor in die zin dat het een verticale relatie is. De OvJ is de officiële autoriteit, in hiërarchische orde. Alleen HIJ mag vervolgen, en hij steunt hiermee op het algemeen belang. Wat is het doel van de OvJ: waarheidsvinding. Met andere woorden; we kennen niet een strafproces zoals in Amerika waarin 2 partijen tegen elkaar strijden; de politie verricht onderzoek maar is niet verplicht ontlastend bewijs te zoeken; dat moet de verdediging zelf doen! Dat komt ter terechtzitting. Dit is juist een horizontalere relatie tussen verdachte en OM. Hier verticaal: verdachte is object van onderzoek, OvJ gaat naar élk bewijs op zoek; dat doet hij in het algemeen belang.
Wat krijgen we met beklagprocedure: dat we een derde, het slachtoffer, in de procedure gaat betrekken en dat strookt niet met ons karakter, want we schuiven een horizontale relatie binnen een verticale relatie. Dat slachtoffer houdt geen rekening met algemeen belang, maar met zijn eigen individuele belang.
In het kader gelden 2 voorwaarden, 2 delen die moeten worden doorlopen:
- ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEKLAG
o Iemand moet rechtstreeks belanghebbende zijn – slachtoffers zijn bij uitstek natuurlijk rechtstreeks belanghebbenden. Maar wat is het criterium? Als het een belang is dat jou persoonlijk raakt. Hof Geert: iemands wiens belangen zijn geschaad zonder vervolging. Het Hof voegde nog toe: wanneer het functioneren van de democratische rechtsorde wordt verstoort. Vrees voor maatschappelijke orde xx door wanorde wordt verstoord – is mega ruime definitie.
o Beklag moet tijdig worden ingediend, art. 12l Sv, binnen 3 maanden na bekendwording met beschikking
o Gevallen als in art. 12l: dit zijn uitzondering. In deze gevallen kan geen klacht worden ingediend – dit leidt tot niet-ontvankelijkheid.
- MATERIELE TOETS BEKLAG
o Haalbaarheid van vervolging; is er voldoende bewijs? Is het überhaupt mogelijk om tot een veroordeling te komen. Het Hof oordeelt alléén, óf de rechtbank wel tot een veroordeling kán komen. Het Hof spreekt hier dus nog geen veroordeling uit.
o Opportuniteit van vervolging: HR Zeeuwse motorrijder. Is het wel wenselijk op grond van het algemeen belang dat vervolging volgt. Het is geen volle toets, het is een marginale toets want het is aan het OM om dat te bepalen.
Wat betreft Rocky, HR Zeeuwse Motorrijder; het Hof mag zich ook uitspreken ter zake van welk feit wordt vervolgd. Wat gebeurde in dat arrest? Motorrijder vliegt uit de bocht en schept meisje en overlijdt. Hij wordt vervolgd voor dood door schuld in het verkeer (lagere staf dan commune dood door schuld). Ouders van het meisje beklaagden zich., en het Hof bepaalde dat hij vervolgd zou moeten worden voor doodslag. Dus: wat betreft Rocky kan hij zich beklagen.
Arnold en JP, zij worden al vervolgd, want het uitvaardigen van een strafbeschikking is een vervolging, art. 167 Sv. Dus ze worden al vervolgd, maar hij is het niet eens met de strafbeschikking. De OvJ mag zonder klacht overgaan tot een dagvaarding want dat is in strijd met ne bis in idem: art. 255a. Dus dit artikel werpt een vervolgingsbeletsel op (lid 1), maar dit kan worden doorbroken door een artikel 12 procedure: beklag. In lid 2 staat de situatie dat de OvJ de strafbeschikking intrekt. Na de intrekking mag de OvJ niet weer opnieuw gaan vervolgen. In lid 3 staat dat wanneer de strafbeschikking niet volledig ten uitvoer is gelegd, en we besluiten over te gaan tot dagvaarden, dan wordt de tenuitvoerlegging opgeschort en dan gaan we dus ten uitvoer leggen.
Conclusie: Arnold en JP: de OvJ kan na beklag van Kees misschien wel overgaan tot vervolging via dagvaarding. We hebben te weinig informatie uit de casus; het hangt af van omstandigheden.
Als Rocky eenmaal voor de rechtbank moet verschijnen, stelt zijn raadsman dat de strafprocedure ‘‘as a whole’’ als ‘‘unfair’’ moet worden aangemerkt, omdat vele verzuimen zijn aan te wijzen in het vooronderzoek. Zo zijn op de plaats delict vele sporen verloren gegaan door onprofessioneel optreden van de politie, aldus de raadsman. ‘‘De agenten ter plaatse hadden volgens de geldende regels anders moeten handelen.’’ Ook is er opzettelijk informatie gelekt door de politie naar de pers. ‘‘Door al deze omstandigheden moet art. 359a Sv toepassing krijgen en wel in de vorm van niet-ontvankelijkheid van het OM, zo stelt de raadsman.
F. In hoeverre kunnen ongeschreven beginselen van invloed zijn op het opportuniteitsbeginsel?
De vervolgingsbeslissing kan door de rechter getoetst worden aan de volgende beginselen van goede procesorde. Het DOEL is willekeur voorkomen. Dus da
- Vertrouwensbeginsel;
o Hier staat de passendheid van de concrete beslissing, in het licht van dat in algemene termen gestelde beleid op de voorgrond. Afwijking van beleid kan in potentie de sanctie van niet-ontvankelijkheid opleveren.
o Als de OvJ bijvoorbeeld vertrouwen heeft gewekt dat hij jou niet zal vervolgen, dan mag je daarop vertrouwen.
- Gelijkheidsbeginsel;
o Dit wordt naar oordeel van de rechter niet snel geschonden. Soms vindt de rechter dat er een goede reden moet zijn om de verdachte te vervolgen, terwijl een andere verdachte in een soortgelijke situatie vrijuit gaat. Als die reden ontbreekt zou alsnog vervolgen moeten worden ingesteld.
- Verbod van détournement de pouvoir;
o Zuiverheid van oogmerk. Het houdt in dat je een bevoegdheid niet uitsluitend voor een ánder doel mag gebruiken dan waarvoor die is gegeven.
- Proportionaliteit en subsidiariteit
o Lichtere wegen mogelijk; dan die bewandelen
- Redelijke billijke belangenafweging
o OM moet een redelijke en billijke afweging maken van de in het geding zijnde belangen, waarbij aan de ene kant het algemeen belang dat met vervolging gediend kan zijn, en aan de andere kant het belang van de verdachte om niet met het stafrecht in aanraking te komen, een rol speelt.)
- (zorgvuldigheidsbeginsel)
- (redelijke termijn)
Deze beginselen komen kracht toe in het proces: schending van beginselen kunnen worden gesanctioneerd. Waarom hebben we die: voorkomen van willekeur. Daarvoor hebben we ook wel de wet, maar bevoegdheden zijn discretionair; het is aan de bevoegde te bepalen of hij die gebruikt.
Er zijn algemene beginselen nodig om een vangnet te creëren.
In hoeverre zijn deze beginselen van invloed op het opportuniteitsbeginsel?
Opportuniteitsbeginsel: de OvJ kan afzien op gronden aan het algemeen belang ontleend, en die bevoegdheid is slechts aan hem toebedeeld.
Hoe toetst de rechter het opportuniteitsbeginsel? Op het moment dat de rechter de vervolgingsbeslissing beoordeelt, toetst hij marginaal. Hij toetst terughoudend die beslissing. Hij toetst vol OF de beginselen erbij zijn betrokken, maar hij gaat niet die beoordeling helemaal zelf doen. Hij kijkt dus of de beginselen in acht zijn genomen.
Beleidsvrijheid; OM staat vrij om in abstracto het beleid te bepalen.
Beoordelingsvrijheid; OM staat vrij om in concreto het beleid toe te passen – of zij in het concrete geval gaat vervolgen.
Op het moment dat de rechter kijkt naar de vervolgingsbeslissing stelt hij zich terughoudend op. wat betreft beleidsvrijheid gelden de beginselen heel sterk, maar niet wat betreft de beoordelingsvrijheid.
CONCLUSIE: wat betreft beleidsvrijheid wel, maar wat betreft beoordelingsvrijheid NIET, die toetst de rechter marginaal.
Als Rocky eenmaal voor de rechtbank moet verschijnen, stelt zijn raadsman dat de strafprocedure ‘‘as a whole’’ als ‘‘unfair’’ moet worden aangemerkt, omdat vele verzuimen zijn aan te wijzen in het vooronderzoek. Zo zijn op de plaats delict vele sporen verloren gegaan door onprofessioneel optreden van de politie, aldus de raadsman. ‘‘De agenten ter plaatse hadden volgens de geldende regels anders moeten handelen.’’ Ook is er opzettelijk informatie gelekt door de politie naar de pers. ‘‘Door al deze omstandigheden moet art. 359a Sv toepassing krijgen en wel in de vorm van niet-ontvankelijkheid van het OM, zo stelt de raadsman.
G. Is de uitspraak niet-ontvankelijkheid van het OM in deze zaak een reële mogelijkheid o.g.v. de door de raadsman aangevoerde argumenten?
De rechter kán vormverzuimen sanctioneren (hij kan het ook slechts constateren dat er een verzuim is) o.g.v. art. 359a. Welke sancties kan hij daaraan verbinden:
- Strafvermindering
- Niet-ontvankelijkheid OM
- Uitsluiting van bewijs
Afvoerpijp-arrest:
Zwolsmancriterium: er moet een inbreuk worden gemaakt op rechten van verdachte waardoor de zaak niet meer eerlijk kan worden behandeld. Het gaat dan om ernstige inbreuk op beginselen van procesorde, grove onachtzaamheid t.o.v. rechten van verdachte. Dan moet je echt denken aan misleiding van de rechter. Het is best onduidelijk geformuleerd dit criterium. Het gaat om het geval waarin we doelbewust tegenhouden dat iemand een eerlijk proces krijgt. Op moment dat doelbewust een inbreuk wordt gemaakt op het recht op een eerlijk proces, dan leidt dit tot een niet-ontvankelijkheid verklaring.
Art. 359a geeft dus de mogelijkheid aan de rechter om op te treden tegen vorm verzuimen in het voorbereidend onderzoek. Op grond van lid 1 sub c kan de rechter het OM niet-ontvankelijk verklaren.
In casu is het niet echt een situatie waarin doelbewust rechten zijn geschonden.
Uit Zwolsmanarrest volgt een aantal criteria.
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen stelt de raadsman dat hij teruggave eist van de auto en de bijbehorende sleutels die in beslag genomen zijn. De armband is, zo verklaart hij, van de vriendin van Rocky en dus dient die ook teruggegeven te worden aan zijn client.
H. Welke hoofdregel geldt ten aanzien van teruggave van in beslag genomen voorwerpen?
Uitgangspunt: art. 116 lid 1 Sv, hoofdregel is dat OM of officier een voorwerp moet teruggeven aan de beslagene (niet rechthebbende!) zodra belang van strafvordering wegvalt.
Op het moment dat het WvSv zich niet meer verzet, dus wanneer we het voorwerp niet meer nodig hebben, dan gaat het terug naar de beslagene. Bijv. cocaïne in beslag nemen, dat ga je niet teruggeven.
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen stelt de raadsman dat hij teruggave eist van de auto en de bijbehorende sleutels die in beslag genomen zijn. De armband is, zo verklaart hij, van de vriendin van Rocky en dus dient die ook teruggegeven te worden aan zijn client.
I. Welke beslissingen kunnen gegeven worden ten aanzien van in beslag genomen voorwerpen?
Art. 353 lid 2:
- Verbeurd verklaring = verkopen
- Bewaren ten behoeve van de rechthebbende
- Teruggave aan beslagene of rechthebbende
- Onttrekken aan het verkeer
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen stelt de raadsman dat hij teruggave eist van de auto en de bijbehorende sleutels die in beslag genomen zijn. De armband is, zo verklaart hij, van de vriendin van Rocky en dus dient die ook teruggegeven te worden aan zijn client.
J. Wie mag beslissen over wat er gebeurt met in beslag genomen voorwerpen?
Voordat de zitting is aangevangen:
- O.g.v. art. 116 lid 1 Sv: hulp OvJ of OvJ
- De raadkamer van de rechtbank bij beklag (art. 552a Sv)
Zodra de zitting is aangevangen:
- De zittingsrechter (art. 353 Sv)
Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen stelt de raadsman dat hij teruggave eist van de auto en de bijbehorende sleutels die in beslag genomen zijn. De armband is, zo verklaart hij, van de vriendin van Rocky en dus dient die ook teruggegeven te worden aan zijn client.
K. Kan de armband aan Rocky worden teruggegeven?
Als we weten wie de rechthebbende zou kunnen zijn. Dan geen teruggave aan de beslagene.
Uit onderzoek is gebleken dat de armband niet van de vriendin van Rocky is, maar van de vriendin van Kees. De armband is tijdens de vechtpartij door Rocky van de arm van de vriendin van Kees gerukt en ontvreemd. Kees wil de armband van zijn vriendin graag aan haar teruggeven en dient daarom een beslag in bij de raadkamer van de rechtbank.
I. Mag de raadkamer van de rechtbank in deze beslagprocedure de armband aan Kees geven zodat hij hem weer aan vriendin kan geven?
Kees kan beklag doen o.g.v. art. 552a Sv. Het is niet mogelijk om het namens iemand anders te vorderen. Ze kijken met oogkleppen of het klaagschrift gegrond is: is Kees rechthebbende? Nee. Dus, dan kan het niet aan hem worden meegegeven
Uit onderzoek is gebleken dat de armband niet van de vriendin van Rocky is, maar van de vriendin van Kees. De armband is tijdens de vechtpartij door Rocky van de arm van de vriendin van Kees gerukt en ontvreemd. Kees wil de armband van zijn vriendin graag aan haar teruggeven en dient daarom een beslag in bij de raadkamer van de rechtbank.
M. Hoe kan de vriendin van Kees haar armband terugkrijgen?
Vriendin kan zelf een klacht indienen o.g.v. art. 552a Sv.
Teruggave aan de rechthebbende o.g.v. art. 353 lid 2 sub b Sv.
Art. 116 lid 4 Sv (armband in bewaring geven) -> voor procedure is gestart.
Art. 116 lid 3 Sv -> uitlokken van afstand tekenen in geval van weigeren teruggave.
Uit onderzoek is gebleken dat de armband niet van de vriendin van Rocky is, maar van de vriendin van Kees. De armband is tijdens de vechtpartij door Rocky van de arm van de vriendin van Kees gerukt en ontvreemd. Kees wil de armband van zijn vriendin graag aan haar teruggeven en dient daarom een beslag in bij de raadkamer van de rechtbank.
N. Wat dient er te gebeuren met in beslag genomen voorwerpen waarvan niet duidelijk wordt wie de rechtmatige eigenaar is?
Art. 113 en 117 Sv
Dan gaan we het bewaren. Dat doen we 2 jaar lang. Als na 2 jaar de rechthebbende zich niet meldt, wordt het verkocht. Als je na 2 jaar achter komt dat je wat mist, dan mag je schadevergoeding vragen. De waarde wordt terugbetaald aan rechthebbende.