SPR HC8 - Inhoud van het vonnis Flashcards
Inhoud van het vonnis
- Art. 357 - 361a Sv
- Art. 358 en 359a Sv: beslissing
- Art. 359 & 360 Sv: motivering
- Art. 358 lid 4 Sv: er tussenin
- Art. 361 Sv: slachtoffer/bpt
- Art. 261a Sv: tul
- Art. 357 - 361a Sv
Voorschriften over inhoud van het vonnis. 357 schrijft voor dat het vonnis zo mogelijk personalia van verdachte bevat, er is ook mogelijkheid om mensen anoniem te berechten. Die worden op basis van vingerafdruk gedagvaard. Zo kan je iemand veroordelen terwijl je niet eens hun naam kent.
In art. 360 staan een paar bijzondere gevallen waarin de rechter extra motiveringsplicht heeft. Bijv. bij anonieme getuigenverklaringen. Of bij bedreigde of kroongetuigen. - Art. 358 en 359a Sv: beslissing
Welke beslissingen?
Het vonnis moet alle beslissingen bevatten die kunnen voortvloeien uit 348 en 350 Sv.
Art. 358 lid 3 Sv: moet je altijd zien met art. 359 lid 2 Sv. Daar moeten zij u wakker voor kunnen maken. Dit komt altijd op tentamen. Dit gaat over executieve verweren. Dat zijn verweren die betrekking hebben op alle vragen van 348 en 350, behalve de bewijsvraag en de vraag over de op te leggen straf. Dus alle voorvragen en de tweede en de derde vraag van 350, als je daar een uitdrukkelijk verweer op voert, de rechter gaat er niet in mee, dan moet hij dat gemotiveerd weerleggen in zijn vonnis. Er worden dan in een casus 5 verweren gevoerd, vraag: moet de rechter uitdrukkelijk antwoord geven? Dit wordt beheerst door 358 lid 3 en 359 lid 2 Sv. - Art. 359 & 360 Sv: motivering
Welke motivering? Dat heet in de wet met redenen omkleden. - Art. 358 lid 4 Sv: er tussenin
Het vonnis moet ook de wettelijke bepalingen bevatten waarop de strafoplegging berust. Dat is niet een beslissing, ook geen motivering, dat is een constatering. - Art. 361 Sv: slachtoffer/bpt
Art. 361 geeft dan nog de verplichting van de rechter om een beslissing te nemen over de vordering van slachtoffer/benadeelde partij. - Art. 361a Sv: tulI
in art. 361a staat ook nog een beslissing omtrent de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke veroordeling. Dat noemen we tull. De Tull beslissing. Dat zijn de randverschijnselen.
Functie van motivering
Twee redenen
Explicatiefunctie: aan de betrokkenen uitleggen waarom een rechter tot een oordeel is gekomen.
Controlefunctie: geeft mogelijkheid aan hogere rechter te oordelen of goede beslissing is genomen.
Art. 359 lid 1, lid 2 en lid 3 Sv
Uitgangspunt nog steeds:
‘Selectie en waardering van bewijsmiddelen komt toe aan feitenrechter (HR Vloerkleed)
Bewijsbeslissing, motivering is geregeld in art. 359 lid 1, 2 en 3 Sv.
Uitgangspunt: selectie en waardering van bewijsmiddelen is overgelaten aan rechter in eerste aanleg. In het dossier heb je een hele reeks bewijsmiddelen waarvan een aantal belastend is, aantal is ontlastend. De rechter mag zelf kiezen wie hij wel of niet geloofd. Hij mag zelf kiezen/selecteren. Dat doet hij met een oordeel omtrent betrouwbaarheid. Daarin is hij vrij. Hij hoeft het in principe niet uit te leggen.
HR Vloerkleed bevestigd dit.
Bijzondere repsonsieplichten
Wat zijn die 5?
Responsieplicht = rechter moet antwoorden op verdediging, omdat anders niemand er iets meer van begrijpt. Die bijzondere responsieplichten zijn een uitzondering op het principe dat selectie en waardering van bewijs is overgelaten aan rechter in eerste aanleg. Het zijn er 5.
1) Meer en Vaart - verweren
2) Dakdekkers - verweren
3) Onrechtmatig verkregen bewijs
4) Betrouwbaarheidsverweren
5) Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten (overval in Geldrop; omschrijving Hennepkwekerij)
Meer en vaart verweren
- 2 voorbeelden.
- Wat houden deze verweren in?
- Alternatief scenario
Meer en vaart verweren
2 voorbeelden:
- HR Meer en vaart, en
- HR Heroïne in dakgoot.
Essentie:
In beiden situaties: verdachte zegt; ik heb het niet gedaan, dan moet hem in het vonnis worden uitgelegd waarom hij het WEL gedaan heeft. Dat blijkt uit de bewijsmiddelen.
Je zegt: ik was niet in Tilburg, heb het niet gedaan. Dan moet er een bewijsmiddel zijn dat je wel in Tilburg bent geweest.
Of de rechter je gelooft, wordt overgelaten aan de rechter in eerste aanleg. Maar de rechter moet wel bewijsmiddel in vonnis opnemen waarin staat dat je wel in Tilburg was.
Essentie uit sheet: een verweer dat WEL in strijd is met de bewezenverklaring, maar NIET wordt weerlegd in de gebruikte bewijsmiddelen, is onvoldoende gemotiveerd verworpen.
Geen ‘alternatief scenario’:
Er mag geen alternatief scenario openblijven dat niet met de bewijsmiddelen is uitgesloten.
- Je moet altijd een bewijsmiddel toevoegen waaruit blijkt volgens de rechter dat het alternatief scenario niet juist is.
- Aangeven dat alternatief scenario zeer onwaarschijnlijk is (arrest Moord op echtgenote).
Meer en Vaart verweren:
HR Heroine in de dakgoot
Casus:
Student in zolderkamer. Gebruikt dakgoot onder zijn raam als bewaarplaats, om bijv. bier koel in te bewaren. Wat is er nou gebeurd? Politie heeft in die dakgoot heroïne aangetroffen. Verdachte zegt: ik gebruik die dakgoot als bewaarplaats en ja, ik heb roze toiletpapier op mijn kamer (hierin was heroïne verpakt). Man wordt vervolgd wegens opzettelijk aanwezig hebben van heroïne. Is hier voldoende bewijs?
Meeste omstandigheden zou dat genoeg zijn.
Maar in het arrest heroïne in dakgoot, was er een alternatief scenario mogelijk volgens de HR: het scenario dat niet de verdachte, maar die vriendin de heroïne opzettelijk voorhanden had.
Hoe kan je dat uitsluiten? door bewijsmiddel toe te voegen. Wat zou dat kunnen zijn? Aan de huisgenoot vragen. Als zij zegt ‘nee’, dan kan de rechter weer terugvallen op algemene regel van selectie en waardering van bewijsmiddelen die is overgelaten aan rechter in eerste aanleg.
Meer en Vaart verweren:
HR Meer en Vaart
Het gaat over een aanrijding. Twee delen van de weg samen heten samen Meer en Vaart weg. Er was iemand van rechts die had voorrang, en er kwam iemand van links die moest voorrang geven.
Complicatie in deze zaak: we weten, rechts heeft voorrang. Maar in de wet staat het ingewikkelder dan hoe wij vertellen: ‘als er gelijktijdig twee voertuigen een kruising naderen, dan moet degene die van links komt, de kruising vrijlaten voor degene die van rechts komt.’ Vraag juridisch: wat is de kruising?
In Meer en Vaart was er een hele brede middenberm. Het stuk hier was breed genoeg zodat auto zich op kon stellen zonder dat er een voorrangskwestie aan de orde kon komen. Volgens de rechtbank, behoorde het brede middenstuk ook tot de kruising. Je moet de kruising vrijlaten als iemand van rechts komt, rechtbank zei: daar behoort stuk ter hoogte van de middenberm bij. Verdachte die van links kwam verdedigd zich door te stellen: ik ben hier gestopt, ongeval is niet ontstaan doordat ik geen voorrang heb gegeven, maar degene van rechts heeft bocht te kort genomen.
Rechtbank: dat is helemaal niet interessant, want als kruising moet worden aangemerkt: het hele gedeelte. Als de berm zo breed is dat je je goed kunt opstellen, is het gewoon de fout van degene die van rechts kwam.
In vonnis: was niet duidelijk waar die aanrijding nou precies plaatsvindt, ene kruisje of andere. In rechtsopvatting van HR had dat wel gemoeten, want in een geval wel veroordeling, ander geval niet. Je moet dus een bewijsmiddel toevoegen. Welke moet hij toevoegen? Een bewijsmiddel waaruit blijkt waar het ongeluk plaatshad. Dan is het duidelijk dat degene die van links kwam schuld heeft, of rechts.
Wat voor bewijsmiddel kon dat zijn? Een schadeformulier bijvoorbeeld. Er is dus een extra bewijsmiddel nodig, voor alternatieve scenario’s uit te sluiten. Het moet worden weerlegt/uitgesloten.
Dakdekkers verweren
- Essentie
- Voorbeelden
Essentie:
Dakdekkersverweren zijn verweren/bewijsverweren. Waarom bewijsverweren? Want in essentie ontkent de verdachte de tenlastelegging. Maar waarbij het verweer inhoudelijk gaat om de inhoud van juridische begrippen.
Een verweer op een deel van tll want ontleend is aan een juridisch begrip (een kwalificatieve term). Dus iemand ontkent een kwalitatieve term, dat is een bewijsverweer, dat deel van de tll loopt nou juist precies vooruit op de kwalificatievraag.
Dus: dakdekkersverweer is een verkapt kwalificatieverweer. Het is wel een bewijsverweer, maar loopt zodanig vooruit op kwalificatieverweer, dat je het moet aanmerken als een verkapt kwalificatieverweer. Als het alleen betrekking zou hebben op de kwalificatievraag, dan valt het weer onder regime van 358 lid 3 en 359 lid 2 Sv.
Voorbeelden:
- HR dakdekker
- HR Houtopstand
- HR Giraal geld
Dakdekkers verweren:
HR Dakdekker
Het ging om een zzp’er, een dakdekker. Hij had niet voldaan aan administratieve verplichtingen om gegevens aan overheid door te geven, die hij had moeten doorgeven als werknemer in de zin van de wet.
Hij zei: ik ben een zzp’er, ik ben geen werknemer in die zin van die wet.
Rechter: veroordeeld, zonder in te gaan op dat verweer.
HR: zodanig verweer moet je zelfs in het kader van de bewijsvraag apart uitleggen waarom je het hier niet mee eens bent.
Dakdekkers verweren:
HR Houtopstand
Iemand staat terecht voor overtreding van de Boswet. In de Boswet staat dat je geen houtopstand mag rooien (omhalen) zonder vergunning van de overheid. Het komt erop neer dat je niet bomen mag kappen zonder vergunning. Die man werd vervolgd wegens overtreding van de Boswet. Man zei: ja, ik heb een grote tuin, ik heb wel een houtopstand neergehaald, ik had daar geen vergunning voor. Wat hij erbij zei: hoe zag dat er dan uit? Het waren een paar struiken, die struiken heb ik weggehaald zonder vergunning.
Toen zei de HR: ‘ik heb een paar struiken weggehaald’ is materieel/juridisch gezien een ontkenning van het feit dat je hout weg hebt gehaald. Want voor een struik hoef je geen vergunning.
Materieel gezien een ontkenning van het onderdeel van de tll dat hij houtopstand neergehaald heeft. Dan mag de rechter dus alleen bewezenverklaren, als de rechter uitlegt waarom dat verweer van de verdachte moet worden verworpen. Dus de rechter had moeten uitleggen waarom het neerhalen van de struiken materieel gezien moet Woden beschouwd als het rooien van een houtopstand.
Dakdekkers verweren:
HR Giraal geld
Verdachte zegt het verduisteren is het wederrechtelijk toe-eigenen van een goed waar je op dat moment de rechtmatige beschikking over had. Maar giraal geld is helemaal geen materieel goed in de zin van de wet. Giraal geld is geen goed in de zin van de wet. Dat kan je dus niet verduisteren. Er stond in de tll dat hij een goed had verduisterd te weten giraal geld dat aan een ander toebehoorde.
Als de rechter dan vindt dat giraal geld wel enig goed is, dan moet de rechter in het kader van motivering van bewijsbeslissing waarom de rechter van mening is dat giraal geld een goed is in het kader van art. 321 Sr.
Ook dit is weer een categorie bewijs verweren waarin je toch een responsieplicht hebt als rechter.
Onrechtmatig verkregen bewijs (I)
- Oude rechtspraak: HR Erwtenpistool (responsieplicht)
n. b. arrest buldog - HR Afvoerpijp
HR Erwtenpistool:
Als verdachte vertelde dat bewijs onrechtmatig verkregen was, was dat voldoende om responsieplicht van rechter aan te nemen.
Buldog arrest:
Het is nooit de bedoeling geweest dat de rechter over elk bewijsmiddel apart moet zeggen waarom het rechtmatig is.
HR Afvoerpijp:
Onrechtmatig verkregen bewijs is niet per definitie onbruikbaar, alleen onbruikbaar als er een belangrijk voorschrift of rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden. De rechter hoeft ook alleen op verweer van die strekking te antwoorden als dat verweer uitdrukkelijk op die criteria is toegesneden. Dus de raadsman moet uitdrukkelijk aangeven, niet alleen dat onrechtmatig is gehandeld, maar ook dat belangrijk voorschrift/rechtsbeginsel is geschonden. Dan is er dus een antwoordplicht van de rechter ten aanzien van onrechtmatig verkregen bewijsregime.
Onrechtmatig verkregen bewijs (II)
Arrest 19-02-2013
Steeds vaker op formele zaken mensen vrijspreken. Mensen komen ten onrechte vrij door een formele fout bijvoorbeeld. Alleen als er onrechtmatigheden zijn die in feite een echt eerlijk proces in de weg staan, dan gaan we ingrijpen.
3 criteria in het toetsingskader:
- Verzekeren van eerlijk proces voor verdachte ex art. 6 EVRM
- Afvoerpijp
- Het verzuim zozeer bij herhaling voorkomt dat zijn structureel karakter vaststaat en de autoriteiten zich onvoldoende inspannen om overtredingen van het vormverzuim te voorkomen.
Betrouwbaarheidsverweren
Bijv. drugsdealers waar 5 getuigen tegen verklaren, ‘elke week 10 gram gekocht’. Verdachte ontkent. Wat moet je daar nou mee? Je vraagt: waarom zoveel mensen die tegen u getuigen? ‘Ze liegen’. Rechter: je kunt wel zeggen dat ze liegen, maar we geloven de getuigen, jou niet. Dat mag dus, dat is het uitgangspunt! Maar soms moet je het wel uitleggen, zoals in onderstaande gevallen:
- Anonieme getuigenverklaringen
Verdediging heeft geen kans gehad om in een fase de anonieme persoon te confronteren. Rechter mag dit alleen gebruiken als hij uitdrukkelijk uitlegt waarom hij deze getuigen belangrijk vindt. - Poppenspelmethode
Gebruikte onderzoeksmethode wordt betwist. Deskundige psychologen en psychiaters observeren wat kinderen met poppen deden, conclusie trekken of kinderen slachtoffer zijn van seksueel misbruik. Advocaat zei: dit is een volkomen onbetrouwbare methode. Literatuur: 75% van gevallen vals negatief resultaat. Toen zei de HR: als een dergelijk verweer gevoerd wordt wat betrekking heeft op verklaring van deskundige omtrent de uitkomst van poppenspelmethode, dan mag de rechter de uitkomst als bewijs gebruiken, MAAR hij moet uitleggen waarom betrouwbaar. - Deskundige schoenmaker (Helmondse carnavalsmoord)
Iemand met carnaval vermoord, dat was in een tijd, februari, dat er sneeuw lag. Buiten de woning van het slachtoffer, was een voetafdruk veiliggesteld. Van die voetafdruk is een gipsafdruk gemaakt. Schoenmaker werd gehoord als deskundige (orthopedische schoenmaker). Hij is gehoord over de vraag of de schoen in huis verdachte overeen komt met de gipsafdruk die veiliggesteld is op plaats van delict. Toen heeft de verdediging het verweer gevoerd: daar weet een orthopeed helemaal niks van. Die man is helemaal niet deskundig om een bestaande schoen te vergelijken met gipsafdruk.
HR: als deskundige niet deskundig is op dit gebied, mag de rechter in feitelijke aanleg alleen het bewijsmiddel gebruiken als hij uitlegt waarom die deskundige op dit gebied competent is. - Onbetrouwbaar psychologisch rapport
Daar is iemand geconfronteerd met psychologisch rapport waarin het gaat om toerekeningsvatbaarheid, verdediging heeft in die zaak nogal zwaar geschut ingezet: twee of drie van de beroemdste rechtspsychologen ingehuurd: Peter van Koppen, Wagenaar etc. ingehuurd, die hebben allemaal schriftelijk verklaard dat psychologenrapport aan alle kanten rammelt. Het is gebaseerd op achterhaalde methodes. Rechter in eerste aanleg heeft psychologisch rapport gebruikt zonder een woord te wijden aan de betrouwbaarheid die ter discussie werd gesteld.
HR: Dus als je zo gemotiveerd aangeeft dat het methodologisch niet deugt, dan geldt niet langer de regel dat rechter bepaald wat wel en wat niet. Dus dan moet hij zeggen waarom van Koppen lult.
- Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ex art. 359 lid 2 (vb verkrachting)
Verkrachtingszaak is een betwisting van bewijs, een vrouw stelde dat ze verkracht was, meneer die dat stellig ontkende. HR zegt: slachtoffer deed 4 jaar nadat verkrachting plaatsvond aangifte, en 7 jaar nadat relatie verdachte is verbroken. 2 jaar na datum waarop verkrachting plaatshad, heeft ze samen met verdachte bij ouders van verdachte hele middag bank gezeten. Daarna is ze nog regelmatig met die ex-partner gaan winkelen. En vierde argument: door verdachtes toedoen kan ze geen kind krijgen, inmiddels van kind bevallen. 5e plaats: door verdachte zou ze nooit een huis kunnen kopen, inmiddels heeft ze een huis.
Dit is nou echt een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt ex art. 359 lid 2 Sv. Je mag nu alleen bewijsmiddel gebruiken als je ondanks standpunten nog steeds gelooft in de betrouwbaarheid van de verklaring.
Modernisering WvSv
- Zes belangrijke veranderingen omtrent beslissingen en motiveren
- Zie de syllabus voor een goede inhoudelijke samenvatting
Kijk naar die 6 punten, het kan zijn dat daar deze keer een tentamenvraag over komt!