SPR HC3 - Dwangmiddelen algemeen, de positie van de R-C Flashcards

1
Q

Wat is een dwangmiddel?

A
  1. Een bevoegdheid
    (degene die overeenkomstig bevoegdheid handelt, handelt rechtmatig/dus mag je niet verzetten + als het info oplevert, mag het als bewijs worden gebruikt in het strafproces)
  2. Om inbreuk te maken op een klassiek grondrecht
  3. Van een verdachte of van een derde
    (Niet alleen verdachte, maar ook derde, onschuldigen, afluisteren van telefoongesprekken maakt ook op gesprekspartner inbreuk)
  4. Tegen de wil van betrokkenen
    (Desnoods door dwang/geweld, twee dingen: mensen moeten altijd eerst gelegenheid krijgen om vrijwillig mee te werken, + ZO NIET, dan geweldsmonopolie.)
  5. Desnoods te effectueren d.m.v. dwang of geweld
    (ALTIJD onder gezag van beginselen proportionaliteit en subsidiariteit, meer geweld dan noodzakelijk, dan onrechtmatig).
  6. In het belang van de strafvordering
  7. Waarheidsvinding en
  8. Het veiligstellen van personen en voorwerpen
    Soms niet in het belang van strafvordering, maar in het belang van slachtoffers. Bijv. wanneer mensen bang zijn voor besmetting HIV of wanneer iets moet worden teruggegeven aan slachtoffer).

Maar ook dwangmiddelen zonder traditionele bovenstaande doelen:

  • Signaal maatschappij (voorarrest)
  • Dienen slachtoffers (d.m.v. verplichte soa-test)
  • teruggave eigenaar (conservatoir beslag)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie domeinen

A
  1. Klassiek domein n.a.v. een verdenking in de zin van art. 27 Sv
    (situatie waarin één persoon wordt verdacht van het plegen van strafbaar feit)
  2. Georganiseerd verband, art. 126o Sv: VH feit wordt beraamd of gepleegd
    (aparte dwangmiddelen,voor dit domein. Feiten in georganiseerd verband)
  3. Terrorisme, art. 126zd SV: terroristisch misdrijf wordt beraamd of gepleegd (art. 83 Sr)
    (domein van paar jaar geleden, verdenking terroristische misdrijven. Staat in wetboek van strafrecht.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke dwangmiddelen zijn er?

A

Titel IV van boek I (artt. 52-126fa Sv)

Enkele bijzondere dwangmiddelen:
- Staande houden (art. 52)
- Aanhouden (artt 53-55 e.v.)
- Inverzekeringstelling (art. 57 e.v.)
- Onderzoek aan/in lichaam en kleding (art. 56)
- Bevoegdheden ter identificatie (artt. 55b) –> dit is iets anders dan de identificatieplicht. O.g.v. 55b krijgt ambtenaar bevoegdheid om tassen jassen lichaam te controleren ter identificatie.
- Voorlopige hechtenis
Bewaring (art. 63 e.v.)
Gevangenhouding & gevangenneming (art. 65 e.v.)
- Inbeslagneming (art. 94 e.v.)
(binnentreden van woningen)

Gewone/traditioneel:

  • Doorzoeking ter inbeslagneming (artt. 96b, 96c, 97) –> doorzoeken in de zin van de wet, altijd de vraag WAT IS DOORZOEKEN? Is wat anders dan vluchtig rondkijken. Het is dus gericht zoeken.
  • Onderscheppen en openen van brieven (100-101) –> kan je vergeten, stellen we geen vragen over.
  • Onderzoek van gegevens in geautomatiseerde werken (artt. 125i-125o) –> 50% van criminaliteit zal bestaan uit cybercrime. Dat betekent dat onderzoek van gegevens in geautomatiseerde werken in toekomst belangrijker wordt.
  • SFO (126-126f) –> voor veel criminelen gaat het alleen om geld. Speciale bevoegdheden gecreëerd voor strafrechtelijk financieel onderzoek.
  • DNA-onderzoek (artt. 151a-151d, 195g, incl. ‘‘uiterlijk waarneembare kenmerken’’ & ‘‘verwantschap’’) –> steeds belangrijker. Ook bij spectaculaire zaken. Moord/doodslag/verkrachting, ook bij oude zaken waarbij sporen veiliggesteld zijn. 15 jaar later nieuwe analysetechniek, waardoor meer info ontlenen aan sporen.
  • Verplichte AIDS-test (art. 151e - 151i Sv)

NB: voor tentamen altijd belangrijk: inbeslagneming/doorzoeking/betreden van plaatsen.
- Wanneer is sprake van doorzoeking? (als kast half open staat?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bijzondere opsporingsbevoegdheden

A

Deze opsporingsbevoegdheden vinden in alle drie de domeinen plaats; maar let wel; allemaal in verschillende gradaties! Daarom is het inkaderen van het domein belangrijk. Het object van onderzoek heeft niet door dat bevoegdheden worden ingezet; het gebeurt heimelijk. Uitgangspunten:
- Openbare verantwoording gebruikte opsporingsmethoden;
- OM moet mededeling doen van alle gebruikte opsporingsmethoden (art. 126aa);
- Pv’s: waarheidsgetrouw en volledig beeld van opsporing in zaak
Het is geen allesomvattende opsomming: opsporingshandelingen die geen - of een kleine - inbreuk op grondrecht inhouden, kunnen (onder omstandigheden) gebaseerd worden op art. 3 Politiewet en/of art. 141 en 142 Sv.

Beginsel: BOB bevoegdheden zijn alleen te gebruiken op bevel van de OvJ. Soms machtiging van de RC. Uitzonderingen: vorderen bepaalde gegevens, art. 126na, 126nc (klassiek), 126ua, 126uc (beraming), 126zi en 126zk (terrorisme) Sv door opsporingsambtenaren.

(Alle bijzondere opsporingsbevoegdheden):
* (stelselmatige) observatie - alleen misdrijf is voldoende
(Stelselmatig hangt af van duur, frequentie, instensiteit, plaats, hulpmiddel)
* Infiltratie - Talloncriterium (alleen uitlokken, niet overhalen: ‘verdachte mag niet door de opsporingsambtenaar gebracht worden tot het plegen van een delict waarop zijn oorspronkelijke opzet niet reeds was gericht.’ HR Lokfiets)
* Pseudokoop - Talloncriterium
* (stelselmatig) inwinnen van informatie - alleen misdrijf is voldoende
* Betreden/bevoegdheden in besloten plaats
* Opnemen van vertrouwelijke communicatie
* Onderzoek van communicatie d.m.v. geautomatiseerd werk
* Vorderen van gegevens
* Onderzoek voorwerpen, vervoermiddelen en kleding, art. 126zq e.v. Sv. - alleen terrorisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nieuwe dwangmiddelen in opsporingsfase ZONDER verdenking ex art. 27 Sv

A
  • Verkennend onderzoek (art. 126gg - 126ii)
    Mag plaats vinden als er aanwijzingen zijn.
  • '’Aanwijzingen’’; ‘‘verzamelingen van personen’’; ‘‘misdrijven (art. 67) worden beraamd of gepleegd’’; ‘‘aard of samenhang met andere misdrijven ernstige inbreuk op de rechtsorde’’; doel: de voorbereiding van opsporing

Aanwijzingen zijn dus MINDER dan een redelijk vermoeden van schuld zoals art. 27 Sv.

Titel V (georganiseerd verband):

  • Observatie –> art. 126o = model voor alle bepalingen.
  • Redelijk vermoeden, beraamd of gepleegd
  • Georganiseerd verband
  • Misdrijven, art. 67 Sv
  • Aard of samenhang -> ernstige inbreuk op de rechtsorde
  • Belang onderzoek
  • Besloten plaats, GEEN woning.
  • Infiltratie -> 126p (tallon)
  • Pleudokoop -> 126q, persoonsgebonden betrokkenheid & Tallon
  • Stelselmatig inwinnen van informatie -> art. 126qa
  • Inkijkoperaties -> art. 126r
  • Opnemen van vertrouwelijke communicatie met technische hulpmiddelen -> art. 126s
  • Opnemen telecommunicatie -> art. 126t
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Titel VB

Nieuwe dwangmiddelen in de opsporingsfase van terroristische misdrijven

A

Hierin gaat het om dawngmiddelen in de opsporingsfase van terroristische misdrijven. Deze verstoren het systeem van strafvordering behoorlijk. Alle principes bij behoorlijke strafvordering worden aan de kant gezet als het gaat om opsporen van terroristische misdrijven als bedoelt in art. 83 Sr. Het regime is zoveel zwaarder dan bij normale strafzaken.

Maar: in de colleges wordt niet te veel aandacht besteedt aan de uitzonderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn nou de basisbegrippen die we in dit vakgebied hanteren?

A

STRAFVORDERING:
Wanneer is er sprake van strafvordering?
Dit vindt plaats indien er sprake is van een verdenking als bedoelt in art. 27 Sv. Wat daarna gebeurt is strafvordering, wat daarvoor gebeurt GEEN strafvordering.
OF
Vermoeden -> MINDER dan verdenking, maar dan wel in georganiseerd verband. Art. 126o Sv.

OPSPORING:
Art. 132a Sv, onderzoek ivm strafbare feiten. Onder gezag van OvJ, met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe los je een casus op over dwangmiddelen?

A

Is het inzetten van [bevoegdheid] rechtmatig?

  1. In welk domein zit je?
    - Klassiek (nadat strafbaar feit is begaan)
    - Georganiseerd/beraming (als er een verband zit tussen organisatie en misdrijven, art. 67)
    - Terrorisme (als er aanwijzingen voor terrorisme zijn)
  2. Welk middel wordt gebruikt?
  3. Is de bevoegdheid rechtmatig gebruikt?
    a. Wettelijke voorwaarden
    - Kleine inbreuk: art. 3 Politiewet (duur, intensiteit, frequentie, plaats, type technisch hulpmiddel - zintuigversterkend of méér dan dat?)
    - Grote inbreuk: specifieke wettelijke grondslag
    Zoek in juiste domein in Sv, ga de vereisten in de wet na:
    Wie is bevoegd, in welke gevallen (type delict), op welke gronden, (soms bijkomende voorwaarden), betekenis van verdenking.
    b. Internationaal procesrecht
    c. Beginselen goede procesorde (proportionaliteit, subsidiariteit)

(In verzekeringstelling: art. 57 e.v. Sv, mag alleen als je van tevoren bent gehoord door een bevoegde autoriteit.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoofdlijnen regeling dwangmiddel (2)

  • Zwaarder middel, dieper ingrijping, hoe meer voorwaarden
  • Hiërarchie
A
  • Zwaarder middel, dieper ingrijping, hoe meer voorwaarden

Als het gaat om een licht vergrijp kan je niet zomaar opgesloten worden. Maar naar mate het dwangmiddel dieper ingrijpt, worden er meer voorwaarden gesteld. Dan zal er een hogere autoriteitsvrijheid zijn.

Hiërarchie:

  • Iedere burger
  • Iedere opsporingsambtenaar
  • Hulpofficier van Justitie
  • Officier van Justitie
  • Rechter Commissaris
  • Raadkamer rechtbank
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent verdenking ex art. 27 Sv?

NEE, leg uit met arrest

JA, leg uit met arrest

A

Je bent verdachte van een strafbaar feit als er op basis van feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld bestaat.

Het mag dus niet gebaseerd zijn op vooroordelen, het moet redelijk zijn.

NEE: Hollende kleurling

  • Kleurling holt
  • Komt uit de richting van een als verzamelplaats van een drugshandelaar en -gebruikers bekend café.

Dat is best verdacht, maar zijn dat feiten en omstandigheden waarop opsporingsambtenaar een redelijk vermoeden van schuld mag hebben? NEE. Agenten hebben in casu mensen aangehouden, er zaten drugs in zakken van mensen. Aangehouden, vervolgd, berecht. Zij voeren verweer: aanhouding onterecht, want geen redelijk vermoeden van schuld. HR ging hierin mee.

JA: De rennende donkere mensen, ervaren agenten t.z.v:

  • Contact getinte mensen met blanken in Duitse auto
  • Omgeving Zeedijk - Damrak
  • Bij nadere verbalisanten renden de personen weg

Agenten zien witte Mercedes, zien donkere mensen praten met bestuurder van Mercedes, agenten denken: dit gaat om drugs. Zij weten dat er iets mis is in deze omstandigheden. Op het moment dat agenten mensen naderen, rennen zij weg. Zij halen hen in, houden hen aan. Hele zak vol drugs. Vervolgd, verweer: aanhouding onrechtmatig want geen redelijk vermoeden van schuld.
Feitenrechter: wel voldoende, HR keurt dit goed. HR gaat nooit zeggen het is de juiste beslissing, maar zal dit altijd marginaal toetsen. Dus de HR stelt zich alleen de vraag: ‘‘kon de feitenrechter in dit feitenbestand deze conclusie trekken? Is dat niet onbegrijpelijk?’’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verdenking ex art. 27 Sv

  • Ernstige bezwaren
  • Stel er komt een tip binnen dat er in deze zaal vuurwapens aanwezig zijn, levert dat dan ernstige bezwaren op tegen deze groep?
A
  • Ernstige bezwaren ex art. 56 Sv
    Het betekent een MEER DAN REDELIJK VERMOEDEN van schuld. Dus een zwaardere vorm van verdenking.
  • Stel tip…
    Arrest de Ruimte: ernstige bezwaren tegen een bepaald individu mogen worden afgeleid uit gegevens omtrent de groep waartoe hij op dat moment behoort (i.c. Populatie JOngerencentrum ‘‘ruimte’’)
    Er was dus bekent dat er regelmatig drugs gebruikt/verhandeld werden, maar je weet nog steeds niet welke jongeren uitddie groep dat doen. Kwam tip binnen op zaterdagavond. Politie deed inval. Alle mensen die aanwezig waren zijn gefouilleerd. Aantal mensen met drugs, werden verhoord. Zij zeiden: er waren geen ernstige bezwaren tegen mij als individu. HR zei toen: je mag ernstige bezwaren tegen individu afleiden, als er ernstige bezwaren zijn tegen een groep.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bevoegdheden toepassen zonder het bestaan van verdenking ex art. 27

  • Art. 552 Sv
  • Controlebevoegdheden
  • Twee problemen met art. 160 WVW en art. 96b Sv
  • Voortgezette toepassing (geweerarrest)
  • Informatieve voorfase (arrest cautie II)
  • Veiligheidsfouillering
  • Preventief fouilleren (art. 151b Gem. wet jo WWM
A

Binnen de traditionele situaties, heb je ook gevallen waarin dwangmiddelen kunnen worden toegepast, zonder verdenking in de zin van art. 27 Sv.

  • Art 552 Sv
    Politie heeft bevoegdheid om panden te betreden waar kwetsbare handel plaatsvindt. Panden met verhoogd risico voor criminaliteit.
  • Controlebevoegdheden
    Mogen worden toegepast tegen een bepaalde groep burgers die in een bepaalde hoedanigheid deelnemen aan de samenleving, ookal is er geen enkele concrete aanleiding om aan te nemen dat zij zich schuldig maken aan een strafbaar feit.
    Voorbeeld: art. 160 WVW (verschil met art. 96b Sv, want daarin krijgt de politie aparte bevoegdheid omdat ze WEL denken dat er strafbaar feit is gepleegd). Je mag papieren vragen, kijken of hij niet gedronken heeft. Dat is dus een voorbeeld van controlebevoegdheid. Ook bij bakkers, slagers, is dit het geval.

Twee problemen met art. 160 WVW en art. 96b Sv:
1. Voortgezette toepassing (geweerarrest)
Geweerarrest: kroegbaas uit Kaatsheuvel, die krijgt bezoek, thuis, van de politie, dan zegt de politie: wij komen controle houden op basis van regelgeving horeca. Geen verdenking nodig, want controlebevoegdheid. Kroegbaas zegt: ja, alleen voor drankwet, dat mag. Politie treft vuurwapen aan, nemen ze in beslag, man wordt vervolgd wegens verboden wapenbezit. Verweer: onrechtmatig, want ze hadden enkel controlebevoegdheid. Verweer verworpen door HR, want ALS een opsporingsambtenaar op basis van een wettelijke bevoegdheid, ergens rechtmatig is binnengetreden, o.g.v. ene wet, dan is hij op dat moment ook bevoegd, om opsporingsbevoegdheden uit te oefenen o.g.v. andere wet. Dus: ze komen binnen o.g.v. controle drank, rechtmatig. Rechtmatig op die titel binnen, mag je ook o.g.v. wet wapen munitie in dit geval beslag nemen.

  • Informatieve voorfase (arrest cautie II)
    Als iemand verdachte is als bedoelt in art. 27 Sv, kan de overheid vanaf dat moment allerlei bevoegdheden uitoefenen. Er is ook een andere kant, namelijk: op het moment dat iemand status van verdachte krijgt, krijgt hij ook eigen bevoegdheden, eigen rechten. Een daarvan is het recht van cautie als hem vragen worden gesteld. Arrest Cautie II:
    Agenten zien aan overkant van de straat een drugsverslaafde, zij kennen hem, hij heeft tasje met boeken. Zij vragen wat zit er in die tas? ZONDER cautie te verlenen. Tweede vraag: hoe kom je aan die boeken (nog geen cautie)? Meneer zegt: die heb ik gestolen. Politie: nu bent u verdachte, u hoeft geen antwoord te geven (nu wel cautie). Verdediging zegt: eerste twee vragen hadden niet gesteld mogen worden.
    HR zegt: cautie moet niet alleen worden gegeven wanneer er een redelijk vermoeden van schuld is, maar ook wanneer er een feitelijk vermoeden van schuld is.

Veiligheidsfouillering:
Art. 7 lid 3 Pw.
Kan zonder verdenking zoals art. 27 Sv. Veiligheidsfouillering mag indien uit feiten en omstandigheden blijkt van onmiddelijk gevaar voor het leven of veiligheid van ambtenaar of van derden en het onderzoek noodzakelijk is ter afwending van het gevaar.

Preventief fouilleren (art. 151b Gem. wet jo WWM: 
Burgemeester kan bepaald gebied aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. OvJ kan dan opdracht geven om iedereen die het gebied in of uit wil preventief te fouilleren op wapenbezit. 

Dan is er nog het toepassen van dwang wat je niet mag opvatten als concrete dwangmiddelen.
Die kunnen worden toegepast buiten verdenking van art. 27 Sv. Voorbeelden:

  • Zijense nachtbraken: iemand liep ‘s nachts te tieren buiten, mensen werden er wakker van. Politie zei tegen die nachtbraker: jij moet naar huis. Die man deed dat niet, wilde dat niet. Politie heeft man naar huis gesleurd. Man werd boos, het ging om de vraag: mag de politie in het kader van openbare orde zeggen: ‘‘jij moet naar huis gaan’’ of had de politie minder verstrekkende maatregel moeten nemen. HR: je mag in dit soort omstandigheden zeggen: u moet naar huis gaan, anders brengen wij u. Want minder verre maatregel zou niet tot dat effect hebben geleid.
  • Arrest Zwolsman, art. 3 Politiewet
    Uit de taak van de politie, art. 3 van politiewet, HR zegt: uit die taakomschrijving van de politie vloeit voort dat er een beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer mogelijk moet zijn om die taak adequaat uit te voeren.

Dit is een lijst van mogelijkheden die er zijn, om los van enige verdenking
toch op te treden tegen burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De rechter-commissaris in het gerechtelijk vooronderzoek

WvSv 1926

A

Volgens de opstellers van het WvSv was de R-C ongelooflijk belangrijk. Het gerechtelijk vooronderzoek dat was eigenlijk het zwaartepunt van alles wat er strafvorderlijk gebeurde voorafgaand aan de terechtzitting. De r-c werd beschouwd als een rechter (die definitieve beslissingen kon nemen) maar die daarnaast ook opdrachten aan de politie kon geven.

De zaak werd panklaar gemaakt voor de zitting. De r-c was sterker dan de politie en sterker dan OM onafhankelijk en onpartijdig. De wetgever wou een onpartijdig en onafhankelijk onderzoek.

Daarnaast wilde ze dat er snel kon worden opgetreden.

Later kwamen ze erachter: wetgever dacht dat er één verdachte zou zijn, met één misdrijf. Dat is een aanname die niet meer correspondeert met vandaag. Hele model waarop het gebaseerd was deugde niet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De rechter-commissaris in het gerechtelijk vooronderzoek

Veranderingen in de praktijk

A
  1. De Auditu rechtspraak
    Wat bij politie is neergelegd, kan bij de rechter worden gebruikt als bewijsmiddel. Daarmee verliest het GVO de positie wat het voor 1926 had.
  2. Dwangmiddelen - in bijzondere wetten + in het WvSv (wet-GVO & wet BOB). Na die tijd kwamen er allemaal dwangmiddelen die niets meer met het GVO te maken hadden.
  3. GVO werd uitzondering (in de loop de tijd met 80% teruggelopen.
  4. Leiding opsporingsonderzoek bij OvJ
    - Art. 132a Sv
    - Art. 148 Sv
    OvJ werd baas van politie, opsporingsonderzoek. Die constructie van een dominante r-c in de rechtsfiguur, rechtsinstituut van GVO is verdwenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Moderne functie van R-C

Twee functies van het vooronderzoek

A

Twee belangrijke functies in het vooronderzoek:

  1. Toetsen van dwangmiddelen (‘‘machtiging’’)
  2. Uitvoeren van bepaalde (beperkte) onderzoekshandelingen
    Buiten het GVO, kan de r-c beperkte onderzoekshandelingen verrichten.

Conclusie: r-c niet langer spelbepaler in kader van GVO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Moderne functie van R-C

A

Wet versterking positie r-c (29 november 2011) (i.w.tr. 1 januari 2013)

  • Van ‘‘onderzoeksrechter’’ naar ‘‘rechter in het vooronderzoek’’
  • GVO vervalt
  • Mini-instructie verplaatst/uitgebreid (art. 181 Sv & art. 182 Sv
17
Q

Moderne functie van R-C

  • Brede mogelijkheden om r-c bij het vooronderzoek te betrekken
  • Art. 177a & 184
A

Brede mogelijkheden om r-c bij het vooronderzoek te betrekken:

  • Vordering OvJ
  • Art. 181
  • Verzoek verdachte
  • Art. 182
  • Ambtshalve
  • Art. 182.185
  • bv regiebijeenkomst + bijbehorende ‘‘ordebevoegdheid’’)

In art. 177a & 184 is voorgeschreven dat de OvJ de r-c op de hoogte moet houden over een zaak, zodat de r-c zijn bevoegdheden kan uitoefenen.

18
Q

Art. 3 Politiewet

A

Opsporingshandelingen die geen inbreuk maken op een grondrecht kunnen gebaseerd worden op art. 3 Pw en/of art. 141 en 142 Sv.

19
Q

Verkennend onderzoek

A

In verkennend onderzoek, art. 126gg /titel VE Sv:
OvJ kan bevelen dat opsporingsambtenaren een onderzoek instellen met als doel de voorbereiding van opsporing, MITS:
- Uit feiten en omstandigheden
- Aanwijzingen (is minder dan redelijk vermoeden) voortvloeien
- Dat binnen verzamelingen van personen
- Art. 67 lid 1 misdrijven worden gepleegd
- Die gezien hun aard/samenhang met andere misdrijven die binnen die verzameling van personen worden beraamd/gepleegd
- Een ernstige inbreuk op rechtsorde opleveren

20
Q

Gesloten systeem

A

Mag een ambtenaar vrijwillige medewerking vragen van een derde voor het verschaffen van gegevens? Nee: als een ambtenaar in het kader van identificeerbare gegevens KAN vorderen, MOET hij dat vorderen; zodat derden geen belangenafweging hoeven te maken.

21
Q

Klassieke dwangmiddelen behoren dus tot het klassieke opsporingsdomein. Soms zijn enkele van deze inzetbaar zonder verdenking.

Leg uit.

A
  • Art. 552 Sv (toegang tot plaatsen in geval van kwetsbare ‘handel’)
  • Controlebevoegdheden (zoals art. 160 WVW)
    Problemen:
    1. Voortgezette toepassing (Geweerarrest) - sfeerovergang (denk aan detournement de pouvoir)
    2. Informatieve voorfase (Cautie II: ook bij een ‘feitelijk’ vermoeden van schuld moet de cautie worden gegeven, nog vóór er een ‘redelijk’ vermoeden van schuld is)
  • Veiligheidsfouillering & preventief fouilleren (uit feiten en omstandigheden blijkt dat er gevaar dreigt, resp. burgemeester wijst risicogebied aan)
  • Handhaven openbare orde (Zijense nachtbraker)
  • Art. 3 Politiewet (arrest Zwolsman: beperkte inbreuk op persoonlijke levenssfeer is mogelijk om die taak uit dit artikelen uit te oefenen; beperkte inbreuk dus zonder verdenking ex 27 Sv)
22
Q

Rechter Commissaris

A

Vroeger had deze een grote rol, door ontwikkelingen werd deze kleiner (de auditu rechtspraak, dwangmiddelen, gvo werd uitzondering). Nu is de OvJ de echte leider van het onderzoek. Moderne huidige functie:

  • Toetsen van dwangmiddelen (‘machtiging’)
  • Uitvoeren van bepaalde (beperkte) onderzoekshandelingen

Na Wet versterking RC is zijn positie weer wat versterkt. OvJ moet info verstrekken aan hem, hij houdt toezicht op voortgang, volledigheid en evenwichtigheid. In de wet staan er allemaal artikelen over.

23
Q

Art. 126l Sv

Art. 126m

A

Art. 126l = opnemen vertrouwelijke communicatie
Communicatie = uitwisseling van berichten tussen twee of meer personen (technologie-onafhankelijk)
Vertrouwelijk = vindt in persoonlijke kring plaats/niet zijnde in het openbaar (fluisteren in openbaar is niet vertrouwelijk)
Denk hierbij aan het plaatsen van microfoontjes of een scanner in een laptop.

Art. 126m = opnemen telecommunicatie
Gaat om communicatie via een communicatiedienst: provider van telefonie of internet: stromende gegevens - na verzending van de e-mail (vóór verzending is het dus 126l).

24
Q

Betreden en doorzoeken van plaatsen -> alleen klassiek domein

A

BETREDEN PLAATS
Toegang & doorgang verschaffen + zoekend rondkijken
- Ter aanhouding, art. 55 Sv
- Ter inbeslagneming, art. 96 Sv

DOORZOEKEN PLAATS
Toegang & doorgang verschaffen + stelselmatig en gericht zoeken
- Ter aanhouding, art. 55a Sv (elke plaats incl. de woning, wel machtiging OvJ nodig)
- Ter inbeslagneming, art. 96b, 96c, 97 en 110 Sv.

Woning -> geldt voor betreden en doorzoeken.
Als de wet zegt ‘elke plaats’ is dat incl. woningen. Voor woningen gelden de vormvoorschriften van de Awbi. Voor het binnentreden van een woning gelden de volgende voorschriften (niet zijnde bevoegdheden!):

Schriftelijke machtiging nodig, tenzij:

  • Toestemming bewoner (art. 1 lid 4 en 2 lid 1 Awbi)
  • Spoed (art. 1 en 2 en 2 lid 3 Awbi) – onmiddelijk gevaar voor personen of goederen
  • Bevoegdheid o.g.v. wet (2 lid 1 Awbi) - dus RC en OvJ hebben geen machtiging nodig
  • Melden doel binnentreden (1 lid 1 Awbi)
  • Tonen legitimatie (1 lid 1 Awbi)

Lees de wet goed en kijk goed welke machtiging nodig is o.g.v. Awbi? Of van de OvJ of van de RC?

25
Q

Art. 94 Sv

A

Wat is vatbaar voor inbeslagname? Waarheidsvinding, onttrekken verkeer, aantonen wederrechtelijk verkregen voordeel, verbeurdverklaringen.

26
Q

Art. 96 Sv: betreden ter inbeslagneming

Art. 96c Sv: niet een woning

A

Betreden der inbeslagneming: ontdekking heterdaad/misdrijf art. 67 + opsporingsambtenaar + vatbaar voor beslag voorwerp + ‘elke plaats’ -> maar is het een woning, dan gelden de hierboven genoemde Awbi vormvoorschriften, dus dan is een machtiging van OvJ of RC nodig.

Art. 96c Sv: niet een woning:
ontdekking heterdaad/misdrijf art. 67 + OvJ aanwezig + vatbaar voor beslag voorwerp.

Art. 97 Sv: doorzoeking ter inbeslagneming woning: ontdekking heterdaad/misdrijf art. 67 + machtiging RC / of noodzakelijkheid OvJ + vatbaar voor beslag voorwerp

27
Q

PC/smartphone gegevens onderzoeken: (HR Onderzoek aan smartphone)

A

PC/smartphone gegevens onderzoeken: (HR Onderzoek aan smartphone)

  • Kleine inbreuk: kan o.g.v. art. 97 Sv
  • Grote inbreuk: OvJ of RC

(art. 125i biedt mogelijkheid ter inbeslagneming gegevens: usbstick in de pc)

28
Q

HR niemietz

A

Ook kantoor huiszoeking is inmenging in privéleven (art. 8 EVRM), en moet via art. 96c, 97 of 98 gaan.

29
Q

Onrechtmatig in beslag genomen voorwerpen

A

Dan spreken we van vormverzuimen. Art. 359a biedt de rechter de mogelijkheid vormverzuimen te sanctioneren (Afvoerpijp arrest):
- Strafvermindering
- Bewijsuitsluiting
- Niet-ontvankelijkheid OM
Schultznorm: het moet de verdachte zelf zijn die in zijn belangen is geschaad. Rechter moet zijn opgelegde sanctie goed motiveren (HR Doel-middelproblematiek), waarom hij de sanctie oplegt dus.