respiratoire insufficientie Flashcards
reactie koolzuurevenwicht
H+ + CO2 <> HCO3-
respiratoire insufficientie
falen van gaswisseling ten gevolge van ontbreken of onvoldoende functie van ademhalingssysteem
onderdelen ademhalingscentrum
pneumotaxisch apneustisch centrum
inspiratoir gebied
expiratoir gebied
waar reageren perifere chemoreceptoren op?
pO2
pH
waar reageren centrale chemosensoren op?
koolzuurconcentratie
Wat gebeurt er als het ademhalingscentrum wordt geactiveerd?
prikkel naar nervus phrenicus en uiteindelijk naar middenrifspier > meer ventilatie voor meer zuurstof en meer koolzuur kwijt
neurogene controle van het ademhalingssysteem receptoren
longreceptoren
juxtacapillaire receptoren
spier- en gewrichtsreceptoren
type 1/partiele respiratoire insufficientie
longfalen waarbij pO2 daalt
pathologische veranderingen bij type 1 respiratoire insufficiëntie
lage zuurstofdruk van omgeving
hypoventilatie
ventilatie-perfusie stoornissen
diffusiestoornis
shunt
perfusie zonder ventilatie
oorzaken shunt
afsluiting van luchtweg
longoedeem
atelectase
bloeding
dode ruimte ventilatie
ventilatie zonder perfusie
oorzaken dode ruimte ventilatie
longembolie
hartfalen
ongelijkmatige ventilatie
oorzaken diffusiestoornissen
verdikking alveolo-capillaire membraan
verkleining diffusieoppervlakte
type 2/complete respiratoire insufficientie
pO2 hoger en pCO2 lager
alveolaire hypoventilatie
oorzaken type 2 respiratoire insufficientie
toegenomen koolzuur productie
hypoventilatie
toegenomen dode ruimte ventilatie
waar kunnen de stoornissen zitten bij respiratoire insufficientie
neurogeen
myogeen (spierzwakte)
diafragma
thoraxwand
pleura
gevolg stijging pCO2
- toename adrenaline
- toename noradrenaline
- toename maagzuur en speekselproductie (parasympaticus)
- verhoging pulmonale vaatweerstand
hypercapnie
verhoogd CO2
leidt tot vochtretentie en acidose
hypoxie
verlaging zuurstofspanning > hart pompt sneller en harder
waar kunnen hypoxie en hypercapnie toe leiden
verhoogde pulmonale vaatweerstand
door wat wordt de verhoogde pulmonale vaatweerstand bepaald?
anatomisch vaatbedverlies
vasoconstrictie in kleinere arteriolen
polyglobulie (toename viscositeit )
cor pulmonale
overbelasting rechter harthelft ten gevolge an longafwijkingen
kenmerken cor pulmonale
verhoogde centraal veneuze druk
hepatomegalie (vergrote lever)
enkeloedeem en ascites (oedeem buik)
behandeling soorten cor pulmonale
behandeling onderliggend lijden
behandelen uitlokkende moment
behandeling met zuurstoftherapie