renale zuur-base fysiologie Flashcards
voorbeelden metabole acidose
diabetes
diarree
lactaatproductie
nierfalen
voorbeeld metabole alkalose
maagzuur verlies
voorbeeld respiratoire acidose
hypoventilatie
voorbeeld respiratoire alkalose
hyperventilatie
netto zuur excretie NAE
hoeveelheid H+ die per etmaal wordt uitgescheiden gebonden aan buffers
eerste stap uitscheiden niet-vluchtige zuren
protonen van bicarbonaat neutraliseren H+ in het bloed.
door reactie van natriumcarbonaat met H+ wordt zout, CO2 en water gevormd
tweede stap uitscheiden niet-vluchtige zuren
nier filtert het zout
protonen afgegeven aan het lumen in combinatie met aanmaak van nieuw bicarbonaat dat aan bloed wordt afgegeven.
voordelen ammoniak
efficiente buffer: alle protonen binden eraan
ammoniakproductie is te reguleren
ammoniak kan in hoge concentraties voorkomen
2 belangrijke functies nier
terugresorptie gefilterd bicarbonaat
excretie dagelijkse productie van niet-vluchtige zuren
in welke vorm komt bicarbonaat in het filtraat terecht?
natriumzout NaHCO3
wat gebeurt er als het natriumzout in filtraat komt?
uitwisseling van natrium met een proton via natrium/proton Exchange NHE
er wordt H2CO3 gevormd
wat gebeurt er als er H2CO3 is gevormd?
wordt omgezet in CO2 en H2O onder invloed van koolzuuranhydrase CA
CO2 kan uit plasma diffunderen en water kan door waterkanaal
wat gebeurt er als water door waterkanaal heen gaat?
het komt in de cel terecht en wordt door CA omgezet in proton en bicarbonaat
Wat gebeurt er met het gevormde proton uit water?
gaat naar amicale zijde en wordt via NHE in het lumen getransporteerd
wat gebeurt er met het gevormde bicarbonaat uit water?
wordt aan basolaterale kant met NABCe1 (natrium en 3 bicarbonaat) co-transporter het interstitium ingebracht