regulatie ademhaling Flashcards
normale ademhaling
eupnea
ademnood
dyspneu
ademstilstand
apneu
lange diepe inademing, korte uitademing
apneusis
langzaam oppervlakkig ademhaling die steeds dieper wordt en daarna stilstaat voor 30 seconden tot 2 minuten
cheyne-stokes
periode van snelle ademhaling
hyperventilatie
periode snelle ademhaling gevolgd door apneu
brits breathing
hypoxie
zuurstoftekort
acidose
te zuur bloed
alkalose
te basisch bloed
sensoren betrokken bij regulatie ademhaling
perifere chemosensoren
centrale chemosensoren
mechanoreceptoren
spierspoeltjes
glomuscellen
perifere chemosensoren
depolariseert bij anoxie (zuurstoftekort) en vormt actiepotentiaal
direct gevoelig voor O2-concentratie
centrale chemosensoren
in medulla
vooral gevoelig voor pCO2
welke neurotransmitter gebruiken centrale door acidose gestimuleerde chemosensoren?
serotonine
Dorsal respiratory group DRG
sensorisch
inspiratie
ventral respiratory group VRG
sensorisch en motorisch
inspiratie en expiratie
pontine centra
beïnvloedt de medullaire centra
beschadiging tussen medulla en spinal cord
zorgt voor apneu
beschadiging nervus vagus boven pontine centra
diepere inademing
beschadiging nervus vagus in midden van pons
apneusis: langdurige inademing korte uitademing
beschadiging hoge medulla
ritme met af en toe diepere ademhaling