Quizvragen (alle HC's) Flashcards

1
Q

1 minuut na de geboorte heeft een baby geen spontane ademhaling, een hartactie van 120/minuut, een blauwe-roze kleur, is matig hypotoon met enige flexie van de ledematen en is niet reactief. Wat is haar APGAR-score na 1 minuut?

A

Hartactie -> >100/min -> 2
Ademhaling -> afwezig -> 0
Spiertonus -> enige flexie heupen -> 1
Reflex respons -> afwezig -> 0
Kleur -> blauw/roze -> 1

2 + 1 + 1 = 4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij een neonaat met kernicterus is een verhoogd/ verlaagd
gehalte aan ongeconjugeerd/ geconjugeerd bilirubine.
Dit kan optreden ten gevolge van
onvoldoende bindingscapaciteit van albumine/ fysiologische afbraak van erythrocyten/normale entero-hepatische kringloop.

A

Bij een neonaat met kernicterus is een verhoogd
gehalte aan ongeconjugeerd
bilirubine.
Dit kan optreden ten gevolge van
onvoldoende bindingscapaciteit van albumine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De foetale circulatie kent een drietal shunts. Noem deze shunts

A
  1. Ductus arteriosus
  2. Foramen ovale
  3. Ductus venosus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de functie van de verschillende shunts?
a. De ductus arteriosus shunt:

a) bloed vanuit de arteria pulmonalis naar de aorta,

b)bloed vanuit het rechteratrium naar het linker atrium,

c) bloed vanuit de vena umbilicalis naar de vena cava inferior,
d) bloed vanuit de arteria umbilicalis naar de vena cava inferior
e) bloed vanuit de het linker atrium naar het rechter atrium.

A

a) bloed vanuit de arteria pulmonalis naar de aorta,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van de verschillende shunts? De ductus venosus shunt
a) bloed vanuit de arteria pulmonalis naar de aorta
b) bloed vanuit het rechteratrium naar het linker atrium
c) bloed vanuit de vena umbilicalis naar de vena cava inferior,
d) bloed vanuit de arteria umbilicalis naar de vena cava inferior,
e) bloed vanuit de het linker atrium naar het rechter atrium.

A

c) bloed vanuit de vena umbilicalis naar de vena cava inferior,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van het formaten ovale shunt:
a) bloed vanuit de arteria pulmonalis naar de aorta
b) bloed vanuit het rechteratrium naar het linker atrium
c) bloed vanuit de vena umbilicalis naar de vena cava inferior,
d) bloed vanuit de arteria umbilicalis naar de vena cava inferior,
e) bloed vanuit de het linker atrium naar het rechter atrium.

A

b) bloed vanuit het rechteratrium naar het linker atrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een 28-jarige P2 is 4 dagen geleden bevallen van een gezonde dochter. De verloskundige komt op kraambezoek. De vrouw verteld dat ze zich koortsig voelde, temperatuur gemeten: 39 celcius. Pols 90/min, RR 110/60. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van koorts op dit moment?
a) Endometritis
b) Mastitis
c) Sepsis door GAS
d) Trombosebeen

A

a) Endometritis
* Zou kunnen gezien tijdsbestek

b) Mastitis
* Geen klachten van borsten benoemd, lager in DD, vaak pas na 10d
c) Sepsis door GAS
* Na 24 uur ontstaan, hogere pols lage bloeddruk pleit voor sepsis, maar bij sepsis zouden deze waardes erger zijn, zou sneller zijn dan 3-4d
d) Trombosebeen
* Verwacht rood gezwollen been, erisypilas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een 40-jarige G1P0 is spontaan in partu gekomen en vlot ontsloten. Pte is reeds 1,5u aan het persen met afnemende weeën en zichtbaar vermoeid. Bij vaginaal toucher terr beoordeling vna de progressie owrdt het volgende gevonden: P nog niet ontsluiting, O p10, V vliezen nog niet gebroken, H3, caput, aaov. Bij uitwendig onderzoek is gewicht van het kind geschat op 3500 gram. Wat is hier de meest waarschijnlijke oorzaak van de trage vordering?
a) Standsafwijking
b) Het kind gewicht van 3500g
c) Maternale uitputting
d) Maternale leeftijd

A

c) Maternale uitputting
a. Alarmsymptoom!

de stand is juist precies goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een 30-jarige patient, zwangerschapsduur 33 weken, wordt opgenomen vanwege een groeivertraging. Bij de echo zijn alle metingen (omtrek van buik, hoofd en femurlengte) veel te klein. De doppler-meter van de a. umbilicalis laat een afwezig eind-diastolische flow zien. Het CTG laat een normaal foetaal hartritmepatroon zien. Er is een grote kans dat de zwangerschap binnen enkele dagen tot weken moet worden beeindigd omdat de foetale conditie bedreigt is. Welk medicament zou je in dit geval adviseren?
a) Corticosteroiden
b) Magnesium
c) Progesteron
d) Atosiban

A

a) Corticosteroiden –> zorgt voor uitrijping van de longen van de foetus

b) Magnesium –>europrotectie voor laag risico cerebrale, nuttig tot 32 weken
c) Progesteron –> zorgt juist dat foetus langer in uterus zit, tijd winnen
d) Atosiban –> voor weeen remming (tocolyse), nu niet aan de orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een 24-jarige zwangere komt met pijnloos vaginaal bloedverlies bij de zwangerschapsduur van 34 weken. Bij het screenend echografisch onderzoek wordt een laagliggende placenta gezien en de foetale conditie op het CTG lijkt goed. Wat is heir de meest waarschijnlijke diagnose?
a) Abruptio
b) Placenta praevia
c) Valementeuze insertie van de navelstreng
d) Vasa praevia

A

b) Placenta praevia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk aanvullend onderzoek is het meest aangewezen om hier de meest waarschijlijke diagnose te bevestigen? 30-jarige P2 is onder controle gynaecoloog vanwege vergroot ovarium. Pte meld op spoedpoli van gynaecoloog van acuut ontstane buikpijn linksonder met misselijkheid en braken. Actieve kinderwens. Eerste dag laatste menstruatie was 2w geleden. De HA vermoed een bepaalde diagnose. Welk onderzoek zet je in voor deze patient?
a) Transvaginale echoscopie
b) HCG-bepaling
c) Bloedonderzoek naar infectie
d) Vaginaal onderzoek

A

a) Transvaginale echoscopie

Vergroot ovarium -> tumor, PCOS, cysten -> grote kans op torsie (daarom controle gynaecoloog). Linksonder is typerend voor ovarium. Opstoot- en slingerpijn kan niet diagnose aantonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een 25-jarige P2 was onder controle van de gynaecoloog vanwege een stuitligging. In de zwangerschap had zij recidiverende urineweginfecties. Bij een urinekweek werd een GBS gekweekt. Volgens protocol kreeg zij daarvoor AB-profylaxe tijdens de bevalling. De baring werd ingeleid bij 38 weken vanwege een hypertensie. Na een langdurige ontsluiting van 16 uur beviel zij spontaan van een kind in stuit. Er werd een zoon geboren met een goede start.
Welk gegeven vergroot het risico op complicaties bij het kind in deze casus het meest?
a) GBS-urine in de zwangerschap
b) Duur van de bevalling
c) Geboren in stuitligging
d) Hypertensie in de zwangerschap

A

a) GBS-urine in de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een macrosome zuigeling is na een zwangerschap van 36 weken geboren na een zeer vlotte uitdrijving. Zijn moeder is bekend met DM. Na de geboorte valt op dat hij aanhoudend kreunt, tachypnoeisch is en sub- en intercostal intrekkingen vertoont. Bij auscultatie werden de harttonen links waargenomen en er was zacht ademgeruis over beide longvelden waarneembaar. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) Pneumothorax
b) Hyaliene membraanziekte
c) Meconiumaspiratie
d) Pneumonie

A

b) Hyaliene membraanziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke twee structuren gaan met de eicel mee tijdens de eisprong?
- Zona pellucida
- Cumulus oophorus
- Theca interna
- Tunica albuginea
- Corona radiata

A

Zona pellucida + corona radiata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat verstaat men onder de techniek IVF?
- Het inbrengen van een zaadcel in een eicel onder microscopisch toezicht
- Het in de baarmoeder brengen van voorbewerkte zaadcellen
- Zaadcellen en eicellen bij elkaar brengen in een petrischaaltje waarna bevruchting plaatsvindt
- Het vervaardigen van geslachtscellen uit embryonale stamcellen

A
  • Zaadcellen en eicellen bij elkaar brengen in een petrischaaltje waarna bevruchting plaatsvindt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bij een 35-jarige zwangere, zwangerschapsduur 34+3 weken, is op een eerdere echo een placenta praevia geconstateerd. Nu heeft zij thuis 400ml bloedverlies gehad. Bij binnenkomst op de verloskamers wordt een bloeddruk gemeten van 90/45 mmHg en een pols van 110 per minuut. Er is een goede foetale conditie. Het bloedverlies houdt aan. Wat is het meest aangewezen beleid?
a) Keizersnede (sectio) uitvoeren
b) Opname ter observatie
c) Inleiding met misoprostol
d) Celestone toedienen

A

a) Keizersnede (sectio) uitvoeren
a. Hoeveelheid bloedverlies is best veel voor de geboorte, en de bloeddruk en de pols zijn nog relatief okay, maar de conditie van moeder is nog okay

17
Q

Welke van de onderstaande ligamenten bevat bloedvaten?
a) Lig sacrouterina
b) Lig. Ovarii proprium
c) Lig. Suspensorium ovarii
d) Lig. Teres uteri

A

c) Lig. Suspensorium ovarii –> a. ovarica

Lig cardiane bevat a. uterina

18
Q

Een 39-jarige patiente heeft in de avond buikpijn gekregen welke toeneemt gedurende de nacht. De pijn is linksonder gelokaliseerd. Ze wordt doorverwezen naar de SEH alwaar een polis van 100 slagen per minuut welke gemeten, een bloeddruk van 120/80 en een temperatuur van 38.5 graden. De laatste weken had zij last van obstipatie. Verder is zij altijd gezond geweest. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a) Appendicitis
b) Cystitis
c) Cholecystitis
d) Diverticulitis

A

a) Appendicitis
a. Vanwege locatie valt af
b) Cystitis
a. Geen klachten van pijn bij het plassen, vaak geen buikpijn, vaak ook geen koorts (tenzij bij pyelonefritis)
c) Cholecystitis
d) Diverticulitis

19
Q

Welke structuren worden gevormd uit somieten?
a) Wervellichamen
b) Hersenblaasjes
c) Ribben
d) Urogenitaal stelsel
e) Spieren
f) Oerdarm

A

wervellichamen, ribben, spieren

20
Q

Casus: dame 4d na bevalling op SEH met matige kortademigheid, pijn op de borst en pijn die vastzit aan de ademhaling. Welk onderzoek om juiste diagnose te stellen? Welke diagnostische test komt het meest in aanmerking om de juiste diagnose te stellen?
a) CT-angio
b) MRI (alleen hartproblematiek en follow-up, te duur en te lang)
c) X-thorax
d) ECG

A

a) CT-angio

21
Q

Het smalste deel van het bekken bevindt zich op:
- Hodge 1
- Hodge 2
- Hodge 3
- Hodge 4

A
  • Hodge 3
22
Q

Een 39-jarige patiente heeft in de avond buikpijn gekregen welke toeneemt gedurende de nacht. De pijn is rechtsboven gelokaliseerd. Ze is daarbij ook misselijk. Ze wordt door verwezen naar de SEH alwaar een pols van 100/min met RR 120/80 en een temp 38.5. Pt is altijd gezond geweest
Wat is meest waarschijnlijke diagnose?
a) Appendicitis
b) Diverticulitis
c) Cystitis
d) Cholecystitis

A

d) Cholecystitis

23
Q
A