Protostomen Flashcards

1
Q

Wat is de phylum naam voor platwormen?

A

Plathymelminthes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de vier lichaamsopbouw kenmerken van platwormen?

A
  • Bilaterale symmetrie (waardoor cephalisatie mogelijk is)
  • Triploblastisch (3 kiemlagen)
  • Longitudinale en circulaire spieren
  • Vrijlevend of endoparasitair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: hoe verkrijgen platwormen voeding? (4)

A
  • 1 opening tbh uitstulpbare pharynx + blind eindigende vertakkingen
  • eerste extracellulaire vertering -> dan intracellulair via fagocytose
  • parasitair -> rechtstreeks opnemen verteerd voedsel gastheer
  • Verteringsstelsel sterk gereduceerd tot zelfs afwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: Hoe werkt de ademhaling van platwormen?

A

Via diffusie, geen circulatiestelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: hoe werkt het excretiestelsel van platwormen?

A

Netwerk van vlamcellen en poriën in epidermis (vooral osmoregulatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn vlamcellen?

A

Halen actief afvalstoffen vanuit het intercellulaire lichaamsvocht en lozen het dan via een excretieporus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de epidermis?

A

Opperhuid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: Hoe zit het zenuwstelsel van platwormen in elkaar?

A

Anterioir cerebraal ganglion (voorste zenuwknop, soort hersenen), en zenuwstrengen (laddertype).
Vrijlevende platwormen hebben fotoreceptoren op kop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn fotoreceptoren?

A

Gevoelig laagje netvlies voor licht, zet licht om in beelden die omgezet worden in elektrische signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: Hoe werkt de voortplanting voor platwormen?

A

Ze zijn hermafrodiet (tweeslachtigheid), meestal kruisbevruchting
interne bevruchting, eiafleg en externe ontwikkeling (soms via larve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: Hoe wordt het genoemd dat platwormen kunnen regenereren?

A

Dat als ze in stukken zijn, elk stukje uitgroeit tot volledige platworm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke drie soorten wormen vallen onder het phylum platwormen? (classificatie)

A

Turbellaria (trilhaarwormen, vrijlevend)
Trematoda (zuigwormen, parasitair)
Cestoda (lintwormen, parasitair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kenmerken trilhaarwormen (3 + geef vb)

A
  • Vrijlevend
  • bewegen voort via trilharen op buikzijde
  • Carnivoor

vb Dugesia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kenmerken van zuigwormen (3 + vb)

A
  • Endoparasieten, vooral van vertebraten
  • Hebben meestal mond- en buikzuignap
  • Meestal meerdere gastheren, waaronder 1 vertebraat

vb leverbot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn 3 kenmerken van de Chinese leverbot?

A
  • Leeft in galkanaal van mens, kat, hond en varken
  • hermafrodiet, kruisbestuiving
  • eieren bevatten geciteerde 1e stadium larve of miracidium (komen vrij via faces)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de (globale) levenscyclus van een Chinese leverbot?

A
  • In water opname door slak
  • Ei wordt sporocyst, ontstaan van redia (niet geciteerde larve)
  • Uitgroeien tot cercaria + komen vrij in water
  • boren zich in spieren of in schub vis
  • transformatie tot metacercaria in cyste
  • zoogdier eet rauwe vis -> cyste lost op in darmen -> migreert naar galkanaal en matureert (tot 30 jaar)
  • geeft levercirrose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de 4 algemene kenmerken van lintwormen?

A
  • Endoparasieten in darmen vertebraten
  • Geen eigen spijsvertering
  • Hechten via scolex met zuignapjes of haakjes
  • 2 gastheren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe ziet het lichaam van een runderlintworm eruit?

A

3 delen: Scolex, Nek, Proglottiden
Scolex -> 4 zuignappen en haken
Proglottide -> complexe hermafrodiete eenheid (mannelijk en vrouwelijk)
nek -> plaats van ontstaan nieuwe proglottiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Levenscyclus runderlintworm

A

In proglottide rijpt ei, wordt bevrucht, zygote differentieert tot embryos: proglottide breekt af en verlaat gastheer via faeces -> embryo komt vrij voor opname nieuwe gastheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is het nut van platwormen?

A

Sterk regeneratievermogen dus goed voor onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het nadeel van platwormen?

A
  • Productieverlies in veeteelt

- Infecties bij de mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe heet het phylum voor ringwormen/gelede wormen?

A

Annelida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de kenmerken van de lichaamsopbouw van Annelida? (7)

A
  • Opgebouwd uit ringachtige (gespecialiseerde) segmenten
  • Hydroskelet
  • Longitudinale en circulaire spieren
  • chaetae op elk segment
  • ventrale zenuwstreng die ganglia in elk segment met hersenen verbindt
  • Intern niet gesegmenteerd spijsverteringskanaal
  • gesloten bloedsomloop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe zijn de segmenten in Annelida opgebouwd?

A
Verschillende combi's van organen of functies (adhv voortbeweging, voeding, adem etc)
inwendig gescheiden door sepia (wel info en materiaal uitwisseling mogelijk)
gespecialiseerde segmenten (anterior, sensorische organen vb gevoelig voor licht)

Hoofd en staart geen echte segmenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Waaruit bestaat het hydroskelet?

A

Bestaand uit lichaamsvocht
vloeistof in coeloom (omgeven door mesoderm) van elk segment voor peristaltische beweging (langzaam voortschrijnende, golvende beweging langs het darmkanaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Waarom hebben Annelida beide longitudinale en circulaire spieren?

A

voor de voortbeweging, dan kunnen ze beide in lengte en breedte contraheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat zijn chaetae en waar dienen ze voor?

A

het zijn borstels en dienen voor het vasthechten op de substraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe werkt de gesloten bloedsomloop van de Annelida?

A

Meerdere harten pompen bloed via ventraal bloedvat in posterieure richting, via dorsaal bloedvat terug naar voor gepompt richting harten, connecties tussen bloedvaten in elk segment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

wat is de centrale zenuwstreng?

A

(buikzenuw) is in functie vergelijkbaar met het ruggenmerg van gewervelde dieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zijn de kenmerken van de lichaamsfuncties van Annelida?

A
  • voeding varieert volgens groep, wel extracellulaire vertering
  • ademhaling via lichaamswand (geen kieuwen of longen)
  • excretie via gecilieerde (meta)nephridia, 1 paar per segment
  • gescheiden geslacht (zeepier) of hermafrodiet met kruisbevruchting (aardwormen, bloedzuigers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

wat is nephridia?

A

een uitscheidorgaan, voor excretie

32
Q

Welke groepen behoren bij Annelida? (Classificatie)

A
  • Polychaeta (borstelwormen)
  • Oligochaeta (aardwormen)
  • Hirudinea (bloedzuigers)
33
Q

Wat zijn de kenmerken van Hirudinea (bloedzuigers)? (6)

A
  • Meeste leven in zoetwater
  • dorsoventraal afgeplat
  • geen inwendige segmentatie, geen chaetae (borstels)
  • 1 of 2 zuignappen, parasitair
  • Hermafrodiet, kruisbestuiving
  • bloedzuigende parasieten -> injecteren verdovende stof in gastheer, anti-bloedstollende en vasodilaterende stof zodat bloed goed stroomt
34
Q

Wat is het nut van bloedzuigers?

A
  • Belangrijk in de voedselketen
  • Aardwormen belangrijk bij compostering en verluchten van de bodem
  • bloedzuigers (hirudo medicanalis) gebruikt bij wondheling
  • Bloedverlies relatief gering maar wel risico op overdracht schadelijke parasieten
35
Q

Hoe heet het phylum van rondwormen?

A

Nematoda

36
Q

Wat zijn de kenmerken van lichaamsopbouw van Nematoda? (9)

A
  • Niet gesegmenteerd, bilateraal symmetrisch
  • Epidermis bedekt met flexibele, stevige cuticula
  • Pseudocoel, met hydroskelet
  • Longtiudinale spierlaag (voor voortbeweging)
  • twee excretiekanalen
  • twee zenuwstrengen
  • volledig spijsverteringskanaal
  • geen circulatie of ademhalingsstelsel
  • seksuele voortplanting
37
Q

Waar leven Nematoda?

A

in zeewater, zoutwater, boden, endoparasiet van plant en dier

38
Q

Wat is cuticula?

A

Een dun laagje op epidermis

39
Q

De flexibele, stevige cuticula wordt afgeworpen, onder welke groep vallen Nematoda dus?

A

Ecdyzoa

40
Q

Waardoor wordt de pseudocoel begrenst?

A

endo- en mesoderm

41
Q

Op welke manier kunnen Nematoda bewegen als ze alleen maar longitudinale spieren hebben?

A

Alleen verkorten, niet veranderen in diameter

42
Q

Welke twee zenuwstrengen hebben Nematoda?

A

dorsale en ventrale

43
Q

Waaruit bestaat het volledige spijsverteringskanaal van Nematoda?

A

mond - pharynx - darm - anus

44
Q

Hoe wordt uitwisseling van vloeistof gedaan als er geen circulatie of ademhalingsstelsel is?

A

Uitwisseling via cuticula

45
Q

Hoe werkt de bevruchting bij Nematoda?

A

Via gehaakte staart van mannetjes, rechte staart bij vrouwtjes
inwendige bevruchting
larvale stadia

46
Q

Wat is eutelie?

A

Eigenschap van meercellige organismen om uit een vast aantal somatische cellen te bestaan, namelijk 959 lichaamscellen

47
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: hoe wordt voedsel opgenomen bij Nematoda? + voedselverwerking

A

via de mond, door zuigende beweging van pharynx
volledige extracellulaire vertering in de darm
opname verteerd voedingsstoffen doorheen 1 cellaag dikke celwand
afval weg via anus

48
Q

Van het thema ‘lichaamsfuncties’: hoe werkt de ademhaling bij Nematoda?

A

via diffusie

49
Q

Hoe leven Nematoda meestal? (vrijlevend of parasitair?)

A

beide

50
Q

Welke soort Nematoda wordt gebruikt voor genetische en ontwikkelingsstudies? + waarom?

A

Caenorabditis elegans omdat ze matuur zijn in 3 dagen

51
Q

Geef drie voorbeelden van Nematoda

A
  1. Mensenspoelworm
  2. Paardenspoelworm
  3. Elephantiasis
52
Q

Wat is de levenscyclus van ascaris lumbricoides (mensenspoelworm)?

A

Leven voor jaren in de grond, tot 200,000 eitjes per dag
hebben geen tussengastheer
en volwassen wormen in humane dunne darm (larve tot aan darmen)

53
Q

Wat is het nut van Nematoda? (rondwormen)

A
  • Ceanorhabditis elegans = modelorganisme voor studie
  • Aaltjes ecologisch belangrijk (breken dierlijk/plantaardig materiaal af)
  • bodemnematoden zijn indicatoren voor gezonde bodem
54
Q

Wat is het nadeel van nematoden?

A
  • Elk dier of plant geparasiteerd door nematoden (schade aan gewassen en vee)
  • humane parasieten (filariasis, trichinosis)
55
Q

Hoe heet het phylum voor geleedpotige?

A

Arthropoda

56
Q

Wat zijn de kenmerken van de lichaamsopbouw van geleedpotige?

A
  • Bilateraal symmetrisch en gesegmenteerd lichaam
  • Exoskelet
  • gelede aanhangers (monddelen, poten, antennes, vleugels (apart geëvolueerd), geven flexibiliteit)
  • facetogen - ommatidia (deeloogjes)
  • Ocelli (simpele ogen, onderscheid licht van donker)
57
Q

Waaruit is het exoskelet van geleedpotige opgebouwd?

A

Uit chitine (polysacharide bouwstof in celwand) en proteïne, soms calciumzouten (voor aanhechting van spieren en bescherming)

Vervelling/ecdysis noodzakelijk (hormonaal gecontroleerd)

58
Q

Waaruit bestaat de segmentatie van geleedpotige?

A

Kop (chephalon) - Thorax - Abdomen

Soms ook cephalothorax of prosoma (kop + borststuk samen)

59
Q

Wat zijn de kenmerken van de segmenten van geleedpotige? (2)

A
  • segmenten gedeeltelijk vergroeid

- Gespecialiseerd in functionele groepen (Tagmata)

60
Q

Hoe zijn de ‘ogen’ van geleedpotige opgebouwd?

A

óf 1 ‘oogvlek’ (ocelli) óf complexe ogen (facetogen/ommatidia; mozaiekbeeld)

61
Q

Wat zijn de drie kenmerken van lichaamsfuncties van geleedpotige?

A
  • Open circulatiestelsel
  • Zenuwstelsel
  • Excretiestelsel (veel variatie, maar buisjes van Malpighi op overgang tussen midden en einddarm)
62
Q

Hoe werkt het open circulatiestelsel van geleedpotige?

A

bloed stroomt van hart (Musculair vat) naar kop en dan vrij naar lichaam, daarna terug naar hart via eenrichtingskleppen in posterieur vat

63
Q

Hoe ziet het zenuwstelsel eruit van geleedpotige?

A
  • Een dubbele ventrale zenuwstreng verbindt ganglia in segmenten en hersenen
  • Drie dorsale ganglia anterior in het lichaam (voeren vooral controlerende functie uit en niet stimulerende zoals bij vertebraten)
64
Q

Hoe werkt het excretiestelsel van geleedpotige?

A

buisjes van Malphighi op overgang tussen midden en einddarm. Baden in bloed: vloeistoftransport tussen buisjes en bloed
Verwijderen stikstofhoudende afvalstoffen richting einddarm via precipitatie
water en zouten worden gereabsorbeerd in einddarm

65
Q

Hoe wordt de ademhaling gefaciliteerd per groep? (Insect, Crustacea, Arachnida)

A

Insecta -> tracheeën
Crustacea -> kieuwen
Arachnida -> Boeklongen

66
Q

Hoe werkt de ademhaling bij geleedpotige?

A

Kleine vertakte, met cuticula bedekte trachea: zorgen voor O2 transport
diffusie over dichtbijgelegen celmembranen van individuele lichaamscellen
monden uit in spiracula

67
Q

Hoe gebeurt de bevruchting bij geleedpotige?

A
Veelal intern (gescheiden geslacht)
soms Parthenogenese
68
Q

wat is parthenogenese?

A

Maagdelijke voortplanting, ongeslachtelijk

69
Q

Welke klassen horen bij geleedpotige? (geef er 4)

A

Chelicerata, vooral arachnida (spinachtigen)
Crustacea (kreeftachtigen)
insecta (insecten, Hexapoda)
myriapeda (Chilopoda: duizendpoten, Diplopoda: miljoenpoten)

70
Q

Waardoor wordt de ziekte van Lyme veroorzaakt?

A

Schroefvormige bacterie (bromelia burgdorferi) overdragen door teek

71
Q

Waar leven insecta? (insecten, Hexapoda)

A

In alle habitats op land, ook in zoet water, weinig marien

72
Q

Wat zijn de kenmerken van insecta?

A
  • Kop met 1 paar antennes
  • Thorax met drie paar poten en abdomen
  • Meestal vleugels (bestaand uit chitine en eiwitten)
  • Communicatie via geluiden (dikwijls ultrasoon, ook via feromonen)
  • Metamorfose (gedeeltelijk of compleet)
  • meestal facetogen en ocelli
  • soms ook gevoelsreceptoren - setae
  • soms een tympanum (trachea) - opvangen geluid
73
Q

Wat zijn de kenmerken van de monddelen van insecten?

A

Sterk aangepast aan voedingsgewoontes, maar hebben wel dezelfde basisstructuur

74
Q

Wat is het nut van insecten?

A
  • Belangrijke voedselbron voor mens en dier (zowel in zee als op land)
  • Economisch interessant (bestuiving gewassen0
  • Zijde
  • Proefdiermodel voor biomedisch onderzoek (drosophila melanogaster)
75
Q

Wat is het nadeel van insecten?

A
  • Toxines
  • Schade aan gewassen (insecten belangrijkste herbivoren op land)
  • Verspreiding infectieziekten bij plant, dier en mens