Protisten Flashcards
Hoe zijn Eukaryoten ontstaan?
Via horizontale gentransfer, instulpen van membranen en de opname van andere cellen
(Verrijkt door endsymbiose met kenmerken van bacteria)
Hoe onderscheiden eukaryoten zich van prokaryoten? (door de aanwezigheid van 3 dingen)
- Functionele cytoplasmatische organellen
- Nucleaire enveloppe
- Een cytoskelet
Hoe zijn mitochondriën en chloroplasten geïntroduceerd in eukaryoten?
als endosymbioten
Waardoor is een efficiënte energiewinning uit voedsel mogelijk (in eukaryote protisten)?
Door heterotrofe aërobe ademhaling
Wat verklaart de endosymbiotentheorie?
De herkomst van mitochondriën en chloroplasten (in eukaryoten, plantcellen?)
Waaruit zijn ER en de nucleaire enveloppe in eukaryoten waarschijnlijk ontstaan?
Uit instulpende plasmamembranen
Vul aan: Mitochondria; aërobe … opgenomen via ….
Aërobe bacterie opgenomen via endosymbiose
Wat is een chloroplast?
Een fotosynthetiserende bacterie die opgenomen is via endosymbiose (bladgroen, komt voor in plantencellen en in algen/protisten)
Waar is de vermenigvuldiging van mitochondriën en chloroplasten deels op gebaseerd?
op hun eigen DNA
Welke twee kenmerken over mitochondriën en chloroplasten zijn nog meer belangrijk? (Naast dat ze hun eigen DNA bevatten)
Dat ze ook hun eigen ribosomen hebben en dat ze gedeeltelijk kunnen instaan voor hun eigen proteïnesynthese
Wat is merkwaardig wat betreft het eigen DNA van mitochondriën en chloroplasten in context van de endosymbiosetheorie?
Dat een groot deel van hun genetisch materiaal is overgegaan in de kern van de gastheer
Wat hebben mitochondriën en chloroplasten allemaal ‘zelf’?
Eigen DNA, eigen ribosomen en kunnen gedeeltelijk instaan voor eigen proteïne synthese
Wat is een voorwaarde voor mitochondriën om te delen (door middel van splijting)?
Dat dit onder impuls van nucleaire proteïne gebeurt
Hoe kan het dat beide mitochondriën en chloroplasten een dubbele membraan bezitten?
Vermoedelijk is de buitenste afkomstig van de plasmamembraan van de gastheer en de binnenste van de plasmamembraan van de endosymbiont
Wat is het verschil tussen protisten enerzijds en Animalia, plantae en fungi anderzijds?
Protista zijn eencellig, koloniaal en komen uit multicellulaire groepen
Animalia, plantae en fungi hebben compartimentalisatie
Welke zes supergroepen bevatten allen protista?
- Chromalveolata
- Rhizaria
- Archaeplastida
- Excavata
- Amboebozoa
- Opisthokonta
Welke eukaryoten zijn protista?
Alle niet-plant, -dier, -fungi eukaryoten
komen unicellulair voor, koloniaal en in multicellulaire groepen
Wat zijn de algemene kenmerken van Protista? (7)
- Alle niet-plant, -dier, -fungi eukaryoten
- Komen unicellulair voor, koloniaal en in multicellulaire groepen
- Veel variaties in celoppervlak
- Cyste vorming
- Veel verschillende manieren voor voortbeweging
- Voeding via fototrofie, heterotrofie (fagotroof, osmotroof) en mixotroof
- Voortplanting seksueel en aseksueel
Welke celoppervlakken kunnen protista allemaal hebben? (4)
Plasmamembraan + extracellulaire matrix
een echte celwand
een silica schelp
enkel een plasmamembraan (vb Amoeba)
Wat is cyste vorming?
Protista kunnen cyste worden, dit is een slapende vorm van een cel met resistente buitenste beschermende laag. Celmetabolisme ligt bijna helemaal stil.
Op welke 5 manieren zou een protist zich kunnen voortbewegen? (niet super belangrijk)
flagella, pseudopodia (plasma uitstulpingen), axopodia, cilia (trilhaartjes), filopodia (draadvormige uitstulpingen vd cel)
Welke drie manieren van voeding kan een protist hebben?
- Fototroof (fotosynthese)
- heterotroof (fagotroof: voedselvacuole of fagosoom of osmotroof: opname van voedsel in vloeibare vorm)
- mixotroof (anorganisch en organisch, maar niet chemoautotroof)
Hoe kunnen protisten zich voortplanten?
Vooral aseksueel maar ook seksueel
Welke onderdelen bevat de aseksuele voortplanting van protisten?
Mitose van kern, dan splijting, Budding, schizogenie (eerst meerdere kerndelingen, dan celdeling)
Geef een korte samenvatting van de seksuele voortplanting van protista
Meiose, productie van haploïde gameten en versmelting tot diploïde zygote
Dit is een bron van variatie via recombinatie
Geef de drie subgroepen die vallen onder de supergroep Excavata
- Diplomonada
- Parabasalia
- Euglenoza
Waar staat diplomonada voor?
Diplo -> dubbel
monas -> eenheid
Wat zijn de kenmerken van diplomonada? (5)
- Unicellulair, met twee aparte kernen
- één tot meerdere mastigontsystemen (zweefsystemen). Ieder 1 tot 4 flagella
- Zonder mitochondriën
- een eenvoudiger cytoskelet (dan andere eukaryoten)
- Meestal parasieten of commensalen
Supergroep excavata
Wat is commensaal?
Type symbiose, een organisme leeft dicht bij of op een ander organisme en heeft hier voordeel bij zonder dat de gastheer nadeel ondervindt.
Geef een voorbeeld van Diplomonada
Giardia lamblia, een parasiet die bij de mens diaree en slechte darmabsorptie veroorzaakt.
Meestal symptoomloos maar kan toch gevaarlijk zijn voor mensen met verzwakt immuunsysteem
Hoe werkt de besmetting van Giardia lamblia?
via cysten in met feces besmet voedsel of drinkwater en kunnen gedood worden door te drogen of koken.
(Bekijk het verloop in je aantekeningen!)
Wat zijn de kenmerken van parabasalia? (2)
- Flagellanten met een golvende membraan voor voortbeweging
- Symbioten of parasieten
Supergroep van excavata
Geef een voorbeeld van parabasalia (trichomonda)
Trichomonas vaginalis. Enige pathogene vorm en veroorzaakt trichomoniasis, een SOA
Wat zijn euglenozoa?
vrijlevende eukaryoten met anterieure flagel, behoren tot de supergroep excavata
Uit welke twee groepen bestaat de groep euglenozoa? (supergroep excavata)
Euglenoïda en kinetoplastida
Wat zijn de kenmerken van euglenoïda? (6)
- Hebben mitochondria
- Hebben soms ook chloroplast
- Autotroof met chloroplast, heterotroof zonder chloroplast
- variabelen in vorm
- Leven in zoet water en in zee
- Alleen aseksuele voortplanting met motorische celdeling (nucleaire enveloppe blijft intact)
Wat zijn de kenmerken van kinetoplastida?
- Een of twee flagella, in een instulping ingeplant
- Een kinetoplast (DNA bevattend lichaampje, aanwezig binnen verlengd mitochondrion en geassocieerd met flaggelaire basale lichaampjes)
- Meestal parasieten
Hoe heten kinetoplastida parasieten die zich bevinden in de darm?
Intestinale flagellaten
Hoe heten kinetoplastida parasieten die zich in bloed of andere weefsels bevinden?
Hemoflagellaten
Hoe heten ziekteverwekkende kinetoplastiden?
Trypanosomen
Uit welke twee subgroepen bestaat de supergroep Chromalveolata?
Alveolata en stramenopila
Uit welke drie groepen bestaat de subgroep Alvelolaten? (supergroep chromalveolata)
Dinoflagellaten, ciliata, apicomplexa
Wat is een uiterlijk kenmerk van alvelolaten?
Ze hebben afgevlakte vehikels of alveoli vlak onder de plasmamembraan
supergroep chromalveolata
Wat zijn de kenmerken van dinoflagellaten? (5)
- fotosynthetisch unicellulair met twee flagella
- Typische flagellen (2), beschermende mantel, biochemie
- Soms parasitair, soms mutualistisch
- Voornamelijk aseksuele voortplanting door mitose
- Bevatten soms toxines
(leven in zee en zoetwater, geven soms licht. Subgroep alveolata, supergroep chromalveolata)
Hoe zien de twee flagella van dinoflagellaten eruit?
1tje zonder haartjes, kort achter het midden vh organismen, longitudinaal (voorwaartse beweging)
1tje met fijne haartjes, ligt dwars, omringt het lichaam, transversaal en is voor rotatie en voorwaartse beweging
Geef twee voorbeelden van dinoflagellaten die toxines bevatten
- Saxitoxine (bij Gonyaulax), verantwoordelijk voor mosselvergiftiging
- Ciguatoxine, dodelijke vergiftiging bij het eten van tropische vissen
Wat zijn apicomplexa?
Sporenproducerende parasieten van dieren met amicaal complex in een of ander stadium.
Onderdeel van subgroep Alvelolaten, onderdeel van supergroep Chromalveolata.
Wat is een apicaal complex?
vooraan of bovenop gesitueerd
Wat zijn de kenmerken van apicomplexa? (4)
- Afwisselen tussen geslachtelijke- en ongeslachtelijke voortplanting
- Wisselen gastheren af
- Mis of meer duidelijk afgelijnde gebieden in cytoplasma (met fibrillen, microtubuli, vacuolen en andere organellen)
- Hun sporen missen polaire filamenten (eiwit draden)
(+ Apicaal complex speelt vermoedelijk een rol bij het binnendringen van de gastheercel)
Wat is het best gekende voorbeeld van apicomplexa?
Plasmodium, de verwekker van malaria
Heeft gastheer mens en mug
heeft mitochondriën maar houdt van zuurstofarm milieu
Wat is een tweede voorbeeld van apicomplexa?
Toxoplasma gondii, veroorzaakt toxoplasmose
hoofdgastheer zijn katten
kan gevaarlijk zijn (voor bv zwangere vrouwen, kan zorgen voor neurologische misvorming)
Wat zijn de kenmerken van Ciliata?
- Oppervlakkige cilia
- Heterotroof, unicellulair
- Kernen zijn dimorf
- transversale splijting (bij seksuele voortplanting nooit vorming vrije gameten)
- Parasiet of commensaal
- Voeding met bacteriën, gister en kleine protista
Subgroep Alveolata, supergroep Chromalveolata
Wat houdt een kern die dimorf is in?
Hebben twee nucleus:
- Macronucleus -> voor metabole functies, DNA transcriptie
- Micronucleus -> seksuele voortplanting, synthese DNA, geen transcriptie
Hoe bewegen ciliata zich voort?
Met cilia, schuine rijen ingeplant in de pellicula. Slaan van voor naar achter.
Hoe werkt de vertering bij ciliata? (3 stappen + 1 stap wat met onverteerde deeltjes gebeurt)
- Door voedselpartikels die worden opgenomen door trilhaarbewegingen in de cytofarynx.
- Gaat in pakketjes het cytoplasma binnen door endycytose tvv voedselvacuole.
- vertering geschiedt na fusie met lysosomen.
- onverteerde delen worden door exocytose afgegeven langs de cytoprocte of cytopyge
Hoe werkt de excretie en osmoregulatie bij ciliata?
Via twee contractuele vacuolen, uitgemond in kanaaltjes die overtollig water en gedeelte ureum uit cytoplasma verwijderen
(rest vh ureum gaat door diffusie door celmembraan)
Hoe werkt de ongeslachtelijke voortplanting van ciliata?
Via binaire splijting
- polyploïde macronucleus deelt door eenvoudige insnoering (mitose)
- Diploïde micronucleus deelt door mitose
nadat alle structuren zijn verdubbeld deelt cel dwars in twee gelijke helften
Hoe werkt de geslachtelijke voortplanting van ciliata?
Via conjugatie (moet na 40-50 generaties kunnen optreden, anders sterft cultuur uit)
Wat is de subgroep van de supergroep amoeba?
Rhizopoda
Wat zijn de kenmerken van rhizopoda? (3)
- eencellige, amoeboïde vormen
- Beweging en voeding met pseudo podia (schijnvoetjes)
- sommige parasitair
schijnvoetjes: gebaseerd op actie en myosine microfilamenten
Zowel in zoet als zoutwater
supergroep amoeba
Welke groepen vallen onder de subgroep stramenopila? (van supergroep chromalveolata)
Bruine algen, diatomeeën en oömyceten