Dierlijke ontwikkeling Flashcards

1
Q

Wat zijn de vier verschillende processen bij de ontwikkeling bij (pseudo)coelomate dieren?

A
  1. Bevruchting
  2. Klievingsdelingen en vorming blastula
  3. Gastrulatie met vorming kiembladen en extra-embryonale membranen
  4. Organogenese met neurulatie en somitogenese

(Geconserveerde ontwikkelingsteven en cellulaire signaalwegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van de bevruchting?

A

In alle seksueel-reproducerende dieren: de versmelting van mannelijke en vrouwelijke haploïde gameten (zaadcel en eicel) tot diploïde zygote die ontwikkelt (embryo)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke drie gebeurtenissen vinden plaats bij de bevruchting?

A
  • Sperma-penetratie en membraanfusie (acrosoomreactie, corticale reactie, fertilisatiemembraan)
  • eicel-activatie (afronden meiose, bewegingen in cytoplasma, start eiwitsynthese)
  • Versmelting van haploïde kernen (kernfusie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke twee tegenstrijdige vereisten zijn er tijdens de bevruchting?

A
  • Bevruchting bevorderen (?)

- Verhinderen polyspermie (polyploïde) of versmelting met zaadcel andere soort (bij uitwendige bevruchting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly