Ademhaling Flashcards

1
Q

Wat is cellulaire of ‘interne’ ademhaling?

A

Biochemisch proces dat O2 verbruikt en CO2 (en ATP) produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ‘externe’ ademhaling?

A

Opname O2 en afgifte CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar gebeurt de ‘externe’ ademhaling meestal?

A

In speciale systemen

Ademhalingsorganen -> aan/afvoer van gassen + gasuitwisseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In wat voor omgeving gebeurt de gasuitwisseling?

A

In vloeibaar milieu, zelfs in landvertebraten (waterlaag op ademhalingsepitheel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk begrip kan gekoppeld worden aan het principe van gasuitwisseling?

A

Diffusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kan de difussiesnelheid berekend worden? + hoe heet dit?

A

De Wet van Fick

S = DA(verschil in)p / d

S: diffusiesnelheid
D: difussieconstante (grootte, permeabiliteit,…)
A: oppervlak waarover diffusie plaatsvindt
(verschil in)p: drukverschil tussen de 2 regio’s
d: Afstand waarover diffusie plaatsvindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drie principes van gasuitwisseling voor unicellulaire organismen?

A
  • Rechtstreekse diffusie
  • Cilia om waterstroom te verzekeren
  • Verhoogd drukverschil (dus grotere diffusiesnelheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee principes van gasuitwisseling voor multicellulaire dieren?

A
  • Aangepaste systemen voor gasuitwisseling

- Verhoogde oppervlakte en verminderde diffusie-afstand (Belangrijk!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er met de difussiesnelheid als de oppervlakte wordt verhoogd en de difussie-afstand wordt verminderd?

A

Die gaat omhoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn kieuwen? (rood begrip)

A

Gespecialiseerde weefselextensies die in onmiddellijk contact staan met water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de twee kenmerken van kieuwen?

A
  • Groot oppervlak en dunne wand (wet van Fick)

- Extern of intern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij wie zijn kieuwen aanwezig?

A
  • Vele protostomia: veel Mollusca, deel Annelida, crustacea

- Deutrostomia: echinodermata, vissen, larvale amfibieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de nadelen van externe kieuwen? (2)

A
  • Constante beweging noodzakelijk om contact met vers O2 rijk water te verzekeren
  • Gemakkelijk beschadigd (want zijn niet bedekt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij wie vinden we externe kieuwen?

A

In eerste vissen + larvale amfibieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar vinden we interne kieuwen? + bij wie?

A

Tussen orale holte en operculaire of kieuwholtes + beenvissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe functioneren de holtes voor interne kieuwen?

A

Als pompen die alternerend uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is het operculum?

A

Een deel achter de kieuwen dat open gaat zodat (gefilterd van zuurstof) water het lichaam vd vis kan verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Op welke twee manieren kan O2 rijk water over kieuwen worden gebracht?

A
  • Bucale drukpomp - operculaire zuigpomp

- Ramventilatie (tonijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zit er aan elke kant vh hoofd van vissen met interne kieuwen?

A

Kieuwbogen die elk opgebouwd zijn uit 2 rijen van nieuwfilamenten, die bestaan uit lamellen
Water stroomt over lamel in één richting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de tegenstroomuitwisseling?

A

Binnen elke lamel stroomt het bloed (bloed! niet water!) in tegengestelde richting tov de waterstroom -> creëert maximale oxygenatie van bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is een voorwaarde voor huidademhaling?

A

Dunne en vochtige huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke soort dieren hebben een huidademhaling?

A

Platwormen, rondwormen, geleden wormen + amfibieën + sommige reptielen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe werkt de ademhaling via tracheeën? + bij wie?

A

Bij Arthropoda

  • Luchtkanelen of trachea, die vertakken in kleine tracheolen
  • Spiracula (opening in het exoskelet) worden geopend of gesloten door kleppen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom zijn kieuwen niet aangepast op luchtademhaling?

A

Omdat ze dichtklappen zonder draagkracht van water + uitdroging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Lucht in inwendig ademkanaal wordt verzadigd met waterdamp, hoe heten de kleine vertakkingen die hiermee te maken krijgen?

A
  • Tracheolen

- Bronchiolen in longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Via welke twee manieren stijgt de efficiëntie van longademhaling evolutief?

A
  • Opbouw vd longen

- Systeem longventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe zien de longen van amfibia uit?

A

Zakachtige uitstulping vd darm

ademhalingsopp nog niet sterk vergroot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is positieve druk ademhaling?

A

Lucht wordt in longen gebracht door creatie van positieve druk in mondholte (= polspomp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Hoe wordt de longventilatie genoemd met positieve druk vanuit de mondholte?

A

Passieve longventilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Van welk soort druk maken mensen gebruik met de ademhaling?

A

Negatieve druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is het verschil tussen positieve en negatieve druk voor ademhaling?

A

Bij negatieve druk wordt lucht in de longen getrokken, met positieve druk wordt lucht in de longen geduwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is negatieve druk ademhaling?

A

Expansie van ribbenkast door musculaire contracties waardoor negatieve druk in longen gecreëerd wordt -> lucht wordt in de longen gezogen

33
Q

Hoe wordt negatieve druk ademhaling ook wel genoemd?

A

Actieve longventilatie

34
Q

Wat is het verschil tussen positieve en negatieve druk ademhaling?

A

Bij negatieve druk wordt lucht de longen in getrokken, bij positieve druk wordt de lucht in de longen geduwd

35
Q

Waaruit bestaan de longen van zoogdieren?

A

Uit longblaasjes of alveoli (plaatsen van gasuitwisseling)

36
Q

Wat zijn de drie kenmerken van de longblaasjes/alveoli?

A
  • Zorgen voor opp vergroting
  • Omgeven door capillair netwerk
  • Slechts 1 cellaag dik en in direct contact met bloedcapillairen die ook slechts uit 1 cellaag bestaan
37
Q

Wat voor ademhalingssysteem hebben zoogdieren?

A

Tweerichtingssysteem

38
Q

Waar komt ingeademde lucht allemaal langs bij zoogdieren?

A

Ingeademde lucht passeert vanuit farynx via glottis naar larynx en luchtpijp of trachea, splitst in rechter en linker hoofdbronchi, die elk in een long lopen en verder vertakken in bronchitis en bronchiale en uiteindelijk in alveoli

39
Q

Hoe werkt het eenrichtinssysteem voor ademhaling via longen? + bij wie is dit van toepassing?

A
Ademhaling via 2 cycli 
1: ingeademde lucht wordt in achterste luchtzakken gezogen en verder geduwd over parabronchi in longen
2: lucht wordt vanuit prabronchi in longen in voorste luchtzakken gezogen en uitgeademd via trachea
Bij vogels (hebben meest efficiënte longen)
40
Q

Waar wordt gasuitwisseling door bepaald bij ventilatie van zoogdieren?

A

Door verschillen in partiële drukken

41
Q

(v.a. nu humaan ademhalingsstelsel)

Waar zijn de longen mee bedekt?

A

Visceraal pleuraal membraan

42
Q

Waar wordt de binnenkant van thoracale holte mee bedekt?

A

Door parientaal pleuraal membraan

43
Q

Hoe heet de ruimte tussen de twee membranen? (visceraal en parientaal)

A

Pleurale holte

44
Q

Hoe komt de inademing tot stand?

A

Thoracaal volume vergroot door contractie van 2 spieren

45
Q

Wat zorgt voor een vergrootte ribbenkast?

A

Buitenste intercostal of tussenribspieren

46
Q

Wat vergroot het volume van thorax en de longen?

A

Diafragma

47
Q

Wat wordt gecreëerd n.a.v. de contractie van de buitenste intercostale of tussenribspieren en het diafragma?

A

Negatieve druk

48
Q

Wat is het tidaal volume? (rood begrip)

A

Luchtvolume dat in en uit de longen beweegt in rusttoestand (500 ml bij de mens - 150 ml blijft in long = anatomisch dood volume)

49
Q

Wat is vitale capaciteit? (rood begrip)

A

Maximale hoeveelheid lucht die kan uitgeademd worden bij diepe inademing (4.6L - 3.1L bij mannen vs vrouwen)

50
Q

Wat is hypoventilatie? (rood begrip)

A

Onvoldoende ademhaling, bloed heeft abnormaal hoge pCO2

51
Q

Wat is pCO2?

A

Partiële druk van CO2 in bloed of andere lichaamsvloeistoffen: koolzuurspanning

52
Q

Wat is hyperventilatie? (rood begrip)

A

Overdreven ademhaling, bloed heeft abnormaal lage pCO2

53
Q

Elke ademhaling wordt geïnitieerd door neuronen, waar zitten deze?

A

In respiratorisch controle centrum in medulla oblongata

54
Q

Wat stimuleren de neuronale impulsen?

A

De buitenste intercostale spieren en diafragma tot contractie

55
Q

Wat gebeurt er als de neuronen stoppen met sturen van impulsen?

A

Relaxatie van ademhalingsspieren en gebeurt uitademing

56
Q

Waar zijn deze neuronen gevoelig voor?

A

Verandering in pCO2 in bloedplasma

57
Q

Wat gebeurt er bij stijging in pCO2?

A

Verhoogde productie van koolzuur (H2CO3) -> pH verlaging -> stimuleert perifere chemosensitieve neuronen in aorta- en carotide lichaampjes -> sturen impulsen naar controle centrum

58
Q

Hersenen bevatten ook centrale chemoreceptoren, waar zijn die gevoelig voor?

A

pH veranderingen in cerebrospinaal vocht (CSF)

59
Q

Aan welke drie ademhalingspigmenten wordt O2 gebonden?

A

Hemoglobine, Hemocyanine en myoglobine in spieren

60
Q

Wat zijn de kenmerken van hemoglobine?

A

Bevat Fe
Donkerrood -> helrood (oxyhemoglobine)
In rode bloedcellen/plasma/hemolymfe

61
Q

Wat zijn de kenmerken van hemocyanine?

A

Bevat Cu (koper)
Kleurloos -> blauw
in hemolymfe

62
Q

Wat zijn de kenmerken van myoglobine in spieren?

A

Bevat Fe en 1 polypeptide keten

Hogere affiniteit voor O2

63
Q

Waar bestaat hemoglobine uit?

A

4 polypeptideketens: 2alfa en 2beta ketens

64
Q

Waar is iedere keten mee geassocieerd?

A

Een ‘heem’ groep

65
Q

Wat bevat iedere heemgroep?

A

1 Centraal ijzeratoom dat 1 O2 kan binden

66
Q

Wat is oxyhemoglobine? + waar is dit?

A

Hemoglobine + O2 moleculen

in longen

67
Q

Wat is deoxyhemoglobine? + waar is dit?

A

Hemoglobine - O2 moleculen

In capillairen

68
Q

Wat is de oxyhemoglobine dissociatiecurve?

A

Een grafische voorstelling van oxyhemoglobine en deoxyhemoglobine

69
Q

Wat gebeurt er met de partiële druk in plasma (pCO2) wanneer de verzadiging van hemoglobine stijgt?

A

Stijgt ook

70
Q

Hoeveel % verzadiging van hemoglobine is er in de venen bij beweging? en in rust? en in arteries?

A

Venen in beweging: 40% verzadiging, 20 partiële druk
Venen in rust: 80% verzadiging, 40 partiële druk
Arteries: 100% Verzadiging, 100 partiële druk

71
Q

Waar wordt de affiniteit (liefde) van hemoglobine voor O2 door beïnvloed? dus: waardoor wordt hemoglobine beïnvloed om O2 te willen?

A

pH en temperatuur

72
Q

Wat is de Bohr shift (Bohr effect)?

A

pH effect is gekend als de Bohr shift

73
Q

Leg uit hoe de Bohr shift in z’n werk gaat

A
  • CO2 uit weefsels reageert met water
    CO2 + H2O -> H2CO3 -> HCO3- + H+ (daling pH)
  • H+ bindt aan hemoglobine
    (resulteert in een verschuiving van dissociatiecurve naar rechts, vergemakkelijkt O2 afgaven)
    + verhoogde temperatuur heeft gelijkaardig effect
74
Q

Wat gebeurt er met lage Temp en hoge pH in de longen?

A

Binding zuurstof aan hemoglobine

75
Q

Wat gebeurt er met hoge Temp en lage pH in de spieren?

A

Afgifte zuurstof van hemoglobine

76
Q

Op welke drie manieren wordt CO2 in weefsels uit lichaam vervoerd worden?

A
  • 8% van CO2 lost op in plasma
  • 20% bindt aan hemoglobine in RBC
  • 72% in rode bloedcellen (enzymer koolzuurahnydrase)
77
Q

Hoe werkt enzyme hoolzuuranhydrase?

A

CO2 + H2O -> H2CO3 -> H+ + HCO3-

H+ bindt aan hemoglobine -> pH daalt en O2 wordt vrijgezet
HCO3- verdwijnt uit RBCs in het plasma via een Cl-/HCO3- uitwisselaar

(dit ter hoogte van weefselcellen)

78
Q

Wat gebeurt er als dat bloed langs de longcapillairen komt?

A

Dat gebeurt de enzymes koolzuurahnydrase omgekeerd met als resultaat productie van CO2 gas, dat uitgeademd wordt

79
Q

Geef een ander voorbeeld van welke andere opgeloste gassen door hemoglobine worden gebonden

A

Stikstofoxide (NO) in plasma

Koolstofmonoxide (CO) (CO vergiftiging!)