Spijsverteringsstelsel Flashcards

1
Q

Wat zijn de twee manieren voor voedselopname (planten + dieren)?

A

Planten: autotroof, aanmaak organische moleculen
Dieren: heterotroof, opname organische moleculen via voeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie vormen heterotrofe voedselopname zijn er?

A

Herbivoren
Carnivoren
Omnivoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt het spijsverteringsstelsel van eencellige organismen en sponzen?

A

Met intracellulaire vertering via endocytose (variaties: fagocytose/pinocytose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voor soort vertering hebben multicellulaire organismen?

A

Extracellulaire vertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent een onvolledig spijsverteringsstelsel? + Geef twee voorbeelden wie dit heeft

A

Mond = anus

Cnidaria en platwormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat betekent een volledig spijsverteringsstelsel? + geef twee voorbeelden welke diersoorten

A

Mond en anus apart

nematoden + complexe diersoorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt het onvolledige spijsverteringsstelsel van Cnidaria?

A

Via een gastrovasculaire holte:

  • Eén opening
  • Geen specialisatie
  • Vrijgave verteringsenzymen in holte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt het onvolledige spijsverteringsstelsel van platwormen?

A

Via een gastrovasculaire holte:

  • Eén opening
  • Vertakte holte
  • Vrijgave verteringsenzymen via farynx
  • Gedeeltelijk verteerd voedsel wordt binnen gezogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef een korte beschrijving van het volledige spijsverteringsstelsel van nematoden

A

(Volledig) eenvoudige, buisvormige darm

Mond -> pharynx -> darm -> anus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het volledige spijsverteringsstelsel van complexe diersoorten heeft gespecialiseerde gebieden voor vier verschillende functies, welke?

A
  1. Fragmentatie/opslag
  2. Chemische vertering
  3. Absorptie
  4. Defecatie (poepen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Hoe wordt mond + keel samen genoemd? + waar dient het voor?

A

Farynx, zorgt voor opname en afbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Wat is een andere naam voor slokdarm? + waar is het voor?

A

Oesophagus + transport naar maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Waar is de maag voor?

A

Mechanische en enzymatische afbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Welke drie onderdelen behoren tot de dunne darm + waar is het voor?

A

Duodenum, jejenum, ileum + afbraak en absoptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: welke verteringsorganen worden geassocieerd met de dunne darm? (3)

A

Pancreas, lever en galblaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Wat zijn de namen voor dikke en blinde darm? + waar dienen ze voor?

A

Dikke darm: colon
Blinde darm: caecum
opname + concentratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Voor kort overzicht spijsverteringsstelsel: Wat is de naam voor de endeldarm en anus + waar zorgen ze voor?

A

Endeldarm: rectum
Anus: aars
opslag afval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Uit welke vier lagen bestaat de wand van het spijsverteringskanaal?

A
  1. Epitheel
  2. Bindweefsel
  3. Spierweefsel: circulair + longitudinaal
  4. Bindweefsel

(1 = binnenste, 4 = buitenste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat hebben vogels voor vertering?

A

2 magen:
kliermaag + spiermaag
eten kiezels voor vermaling van het voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke drie speekselklieren hebben we? + geef ook de medische naam

A
  1. Ondertong speekselklieren: sublinguaal
  2. Onderkaak speekselklieren: submandibulair
  3. Onderoorspeekselklier: parotis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de functie van mond + keelholte (farynx)?

A

mechanische afbraak door tanden en tong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zorgt voor speekselproductie? (wat spoort het aan?)

A

Speekselklieren, het autonoom centraal zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke enzymes zijn er in de mond + keelholte en wat is hun functie?

A

Amylase -> afbraak zetmeel

Lysozymen -> antibacterieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe werkt het slikreflex?

A
Gecombineerde werking huig + epiglottis 
- tong brengt voedsel achter in mond
- huig sluit mondholte af
- slikken: strottenhoofd (larynx) omhoog + glottis (stemspleet) duwt tegen epiglottis (strotklepje)
(voedsel wordt uit luchtpijp gehouden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de slokdarm?

A

Gespierde buis die verbinding vormt tussen keel en maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe werkt de slokdarm?

A

Voortstuwing van bolus (eten + speeksel) door spierbeweging

  • Peristaltiek: contractie spieren achter bolus
  • Contractie van spieren gecoördineerd door autonoom ZS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de maag?

A

Een grote spierzak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe ziet de wand van je maag eruit? + waar wordt het door beschermd?

A

Geplooid en wordt beschermd door slijmlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke drie anatomische gebieden behoren tot de maag?

A
  • Cardia (cardiale sfincter): aansluiting slokdarm + maag
  • Fundus: gedeelte tegen middenrif
  • Pylorus (pylorische sfincter): maag uitgang met sluitspier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat wordt geproduceerd in de wandcellen van de maag?

A

Productie van HCl voor een lage pH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat produceren de hoofdcellen in de maag?

A

Pepsinogeen -> afbraak eiwitten

Prorennine (functie staat er niet bij)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat wordt aangemaakt in de bekercellen van de maag? (3)

A
  • Mucus (slijm): bescherming
  • Hormoon gastrine: stimulatie productie enzymen
  • Intrinsieke factor (B12)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

In welke volgorde zitten de wand-, hoofd-, en bekercellen in een maagplooi?

A

Bekercellen
Hoofdcellen
Wandcellen

(bekercellen het hoogst in maagplooi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat zijn de twee voordelen van een lage pH in de maag?

A
  • Denaturatie (structuurverlies) voedselproteïne

- Doodt bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat is het nadeel van een lage pH in de maag?

A

Beschadigen van maagaflijning (helicobacter pylori)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wat zijn de twee functies van de maag?

A
  1. Vertering eiwitten (o.i.v. pepsine en reninne): NIET van koolhydraten (suikers) of vetten
  2. Wateropname uit chymus (shit die je overhoudt na vermenging in de maag), ook alcohol, asperine etc, door maagwand naar bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Hoe verlaat chymus de maag?

A

Via pylorische sfincter naar duodenum

38
Q

Welke twee gedeeltes heeft de pancreas?

A

Exocrien en endocrien gedeelte

39
Q

Wat wordt geproduceerd in de pancreas?

A

(inactieve) verteringsenzymen en natriumbicarbonaat

40
Q

Welke (inactieve) verteringsenzymen worden geproduceerd in de pancreas? (3)

A

Peptidasen, lipasen en nucleasen

41
Q

Hoe worden peptiden, lipidasen en nucleasen (in de pancreas) afgevoerd en waar naartoe?

A

Afgevoerd via de pancreatische afvoergang naar het duodenum

42
Q

Waar zorgt het natriumbicarbonaat voor dat door de pancreas wordt gemaakt?

A

Neutralisatie van de zure maaginhoud

43
Q

Waaruit is de lever opgebouwd?

A

Hepatocyten (+ lever = het grootste inwendige orgaan)

44
Q

Wat zijn de vier functies van de lever?

A
  1. Opbouw bloedeiwitten (bv albumine)
  2. Opstapelen glycogeen, vitaminen
  3. Detoxificatie schadelijke stoffen (alcohol, drugs, medicijnen)
  4. Fagocyten: immuniteit (afbraak rode bloedcellen)
45
Q

Wat bevat de galblaas? + waar wordt het gemaakt?

A

Bevat gal, wordt gemaakt door de lever

46
Q

Waar wordt de secretie van galvloeistof gedaan? + via wat? + o.i.v.?

A

Secretie galvloeistof in duodenum, via galkanaal, o.i.v. vetrijk voedsel

47
Q

Wat bevat galvloeistof? (3)

A
  1. Galzouten: afgeleid van cholesterol
  2. Bilirubine (afvalstof afbraak hemoglobine)
  3. natriumbicarbonaat
48
Q

Wat doen galzouten?

A

Emulsifiëren (combineren van 2 stoffen die niet zomaar mengen) van vetten tot micellen

49
Q

Wat zijn de drie delen van de dunne darm + wat is hun functie?

A

Duodenum: vertering
Jejunum: absorptie/vertering
Ileum: absorptie

50
Q

Waaruit bestaat de epitheliale wand van de darm?

A

Darmplooien -> vili -> microvili (van groot naar klein)

51
Q

Waar zorgen de darmplooien + (micro)vili voor?

A
  • Vergroten darmoppervlak

- Productie lactase (zonder lactase -> lactose-intolerant)

52
Q

Wat zijn de twee stappen van het absorptieproces in de dunne darm van aminozuren en monosachariden?

A
  • Aminozuren en monosachariden;
  • Transport door epitheelcel naar bloed;
  • Via vena porta hepatica naar lever

(eerste stap is actief, tweede stap is passief)

53
Q

Wat zijn de drie stappen van het absorptieproces van de dunne darm van vetzuren en monoglyceriden?

A
  • Vetzuren en monoglyceriden;
  • Diffusie door epitheelcel;
  • Assemblage tot chylomicrons;
  • via lymfatisch systeem naar systemische circulatie
54
Q

Welke drie overige dingen worden ook geabsorbeerd in de dunne darm?

A
  • Water via osmose
  • Vetoplosbare vitaminen via diffusie
  • Nucleïnezuren en wateroplosbare vitaminen via actief transport
55
Q

Wat is een andere naam voor de dikke darm? + hoe ziet het eruit in vergelijking met de dunne darm?

A

Colon, korter maar grotere diameter dan dunne darm

56
Q

In welke twee structuren eindigt de dikke darm? + wat is kenmerkend hieraan?

A
  • Ceacum (blinde darm)
  • Appendix

Beide zijn rudimentair

57
Q

Welke twee functies heeft de ceacum?

A
  • Bacteriën: afbraak cellulose

- Productie vitamines

58
Q

Wat is de functie van de appendix?

A

Facultatieve (optionele/ niet verplichte) immuunfunctie

59
Q

Wat is de opbouw van de dikke darm beginnend bij de appendix?

A

Appendix -> Ceacum -> (dan binnenkomst shit van de dunne darm) -> colon ascendens -> colon transversum -> colon descendent -> colon sigmoideum -> rectum -> anus

60
Q

Wat zijn de vier functies van de dikke darm?

A
  1. Geen vertering maar wel beperkte absorptie water, zouten + vitaminen
  2. Concentratie afvalmateriaal
  3. Opslag faces in rectum (endeldarm)
  4. Verwijdering via anus (aars)
61
Q

Waar is het spijsverteringsstelsel van afhankelijk?

A

Voedseltype dat organisme inneemt

62
Q

Welke soort heterotrofen hebben een langer spijsverteringskanaal?

A

Herbivoren en omnivoren langer dan carnivoren

63
Q

Hoezo hebben herbivoren en omnivoren een langer spijsverteringskanaal? (2)

A
  • Meer tijd om voedingsstoffen uit vegetatie te halen

- Groter absorptie-opp voedingsstoffen

64
Q

Wat voor maar hebben herbivoren herkauwers?

A

Een vierdelige maag (= meermagensysteem)

65
Q

Benoem de vier (onderdelen van) magen die een herbivoren herkauwer heeft

A

Pensmaag, netmaag, boekmaag, lebmaag

66
Q

Wat is de functie van de pensmaag en de lebmaag? (die andere stonden er niet bij)

A

Pensmaag: cellulose-afbrekende microben
Lebmaag: secreet zure maagsappen

67
Q

Wat is het principe van herkauwers?

A

Inhoud wordt terug opgerispt en herkauwd

68
Q

Wat zijn twee kenmerken van herbivoren niet-herkauwers?

A
  1. Vergroot ceacum met cellulose-afbrekende bacteriën

2. Eten van feaces om nutriënten tijdens tweede passage van het voedsel op te nemen (knaagdieren, konijnen)

69
Q

Hoe wordt het opeten van eigen faces om meer nutriënten op te nemen genoemd?

A

Coprofagie

70
Q

Waardoor wordt de coördinatie van de gastro-intestinale activiteit gedaan?

A

Door het zenuwstelsel en endocrien systeem

71
Q

De maag haalt proteïnes uit voedsel, wat wordt er daarna vrij gezet? + wat wordt daaruit gesecreteerd?

A

Vrijzetting gastrine -> secretie HCl + pepsinogeen

72
Q

Welke drie moleculen worden vrijgezet in het duodenum?

A
  1. Cholecystokinine (CCK)
  2. Secretine
  3. Gastrisch inhibitorisch peptide (GIP)

(ik herhaal dadelijk de functies ervan)

73
Q

Wat is het peptide-hormoon leptine? + waardoor wordt het geproduceerd?

A

Verzadigingsfactor + productie door vetweefsel

74
Q

Waardoor wordt leptine gecodeerd?

A

Door Ob-gen

75
Q

Wat waren de twee conclusies bij studies bij zwaarlijvige mensen?

A
  • Normale productie leptine maar;

- Verlaagde gevoeligheid voor effect liptine in hersenen (dus hersenen krijgen geen signaal dat je verzadigd bent)

76
Q

Welke twee hormonen worden vrijgezet voor de hypothalamus in context van regulatie van voedselopname?

A
  1. NP-Y (stimuleert voedselopname)

2. Alfa-MSH (vermindert voedselopname)

77
Q

Wat is het verloop vanaf voedselinname tot verminderde voedselopname in context van regulatie?

A

Voedselopname -> leptine productie door vetweefsel -> daling NPY + stijging alfa-MSH -> verminderde voedselopname

78
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt amylase vrijgezet en wat is de functie?

A

Vrijgave door speekselklieren, zorgt voor afbraak zetmeel

79
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt HCl vrijgezet en wat is de functie?

A

Wandcellen maag + verlaging pH, antibacterieël

80
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt gastrine vrijgezet en wat is de functie?

A

Bekercellen maag + stimulatie productie enzymen in maag

81
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt pepsine vrijgezet en wat is de functie?

A

Hoofdcellen maag + afbraak eiwitten in maag

82
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor worden peptidasen, lipasen en nucleasen vrijgezet en wat is de functie?

A

Exocriene deel pancreas + afbraak eiwitten, vetten, nucleïnezuren

83
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt natriumbicarbonaat vrijgezet + wat is de functie?

A

exocriene deel pancreas + neutralisatie van zure chymus

84
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt insuline + glucagon vrijgezet + wat is de functie?

A

Endocriene deel pancreas + regulatie bloedsuikerspiegel

85
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt CCK vrijgezet + wat is de functie?

A

Duodenum + vrijgave gal en pancreatische enzymen

86
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt secretine vrijgezet + wat is de functie?

A

Duodenum + bicarbonaat productie van pancreas

87
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt GIP vrijgezet + wat is de functie?

A

Duodenum + vermidnert maagcontracties

88
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt leptine vrijgezet + wat is de functie?

A

Vetweefsel + verzadigingsgevoel

89
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt NP-Y vrijgezet + wat is de functie?

A

Hypothalamus + stimulatie voedselopname

90
Q

Uit samenvattende tabel;

Waardoor wordt alpha-MSH vrijgezet + wat is de functie?

A

Hypothalamus + vermindering voedselopname