preventie van gezondheidsproblemen Flashcards

1
Q

screeningsprogramma’s voor risicofactoren

A
  1. betekenis
    - gericht op aandoeningen van kransslagader
    - vroeg detectie
    - identificeren van personen met verhoogd risico
    - doel: gezondheidsresultaten verbeteren
  2. toepassing: OXCHECK study group
    - doel: identificatie van risicogedraging en meten van bloeddruk en cholesterol bij huisarts
    - interventie: advies rookstop, cholesterolarm dieet, lichaamsbeweging en medische behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

resultaten van OXCHECK study group

A
  1. resultaten na 1 jaar
    - lager cholesterolgehalte bij ♀
    - lagere bloeddruk bij ♂ en ♀ vgl. controlegroep
    - geen verschil qua roken en queteleindex (of BMI)
  2. resultaten na 3 jaar
    - lager cholesterolgehalte, bloeddruk en queteleindex bij ♂ en ♀ vgl. controlegroep
    - geen verschil qua roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kritische bedenkingen bij resultaten

A
  1. gezondheidswinsten
    - (op lange termijn) blijven vaak gering (= klein en beperkt) bij screeningsprogramma’s
  2. specifieke interventies kunnen vaker significante resultaten opleveren
  3. mogelijke barrière voor deelname: angst voor resultaat en de gevolgen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sensibiliseringscampagne

A
  1. algemeen
    - gelanceerd door de Vlaamse overheid
    - boodschap: “Screenen? Wij nemen gezondheid serieus!”
    - doel: mensen aanmoedigen kritisch te zijn bij het kiezen van screening of zelftest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

toepassing: de Vlaamse overheid

A
  1. samenwerking met Centrum voor Kanker Opsporing (CvKO)
    - borstkanker
    - baarmoederhalskanker
    - dikkedarmkanker
  2. uitgevoerd door: consultatiebureaus Kind en Gezin
    - 18 aangeboren aandoeningen bij kinderen van 0 tot 3 jaar
  3. uitgevoerd door: de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB)
    - periodieke screeningsonderzoeken bij schoolgaande kinderen en jongeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwaliteit van screening

A
  1. algemeen
    - screeningsonderzoek voor brede doelgroep vereist toestemming van Vlaamse minister van Volksgezondheid
    - evaluatie gebeurt volgens criteria gebaseerd op richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie
    - bij twijfels of vragen over screening, zelftests of bevolkingsonderzoek > advies inwinnen bij arts
  2. toepassing
    - Joris Moonens (Agentschap Zorg en Gezondheid): kwaliteit, betrouwbaarheid en opvolging zijn cruciaal
    - Jo Vandeurzen (Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin): overheidsonderzoeken zijn getest op kwaliteit en efficiëntie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voor- en nadelen van screening

A
  1. voordelen
    - verhoogde kans op genezing
    - beperkt impact van ziekte
    - bepaalde risicofactoren tijdig opsporen kan erger voorkomen
    - resultaten kunnen een gezondere levensstijl bevorderen
  2. nadelen
    - val-positief = onnodige ongerustheid, overdiagnose en overbehandeling
    - vals-negatief = valse geruststelling en mogelijk miskennen van klinisch vaststelbare symptomen
    - sommige screenings > oncomfortabel ervaren
    - sommige screenings > risico’s voor gezondheid (vb. röntgenstraling)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

injectiemodel

A
  1. betekenis
    - verstrekken van informatie heeft invloed op attitudes en gedrag
    - uitz: invloed is voor iedereen anders
  2. succesvol indien:
    - informatie overtuigend
    - informatie afkomstig van geschikte bronnen: deskundigen/experts, kennissen, neutrale individuen;
    - ervaringsdeskundigen: invloedrijk!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het gebruik van massamedia

A
  1. mediacampagnes
    - populair in gebruik
    - geringe invloed op gedragsverandering
  2. effectiviteit van mediacampagnes
    - mediacampagnes als onderdeel van een multimodale interventie
    - herhaalde mediacampagnes beïnvloeden attitudes en gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

effectiviteit vergoten van mediacampagnes

A
  1. boodschap verfijnen (het elaboration likelihood-model)
    - verfijnen van communicatie voor maximale impact op attitudes
    - combineren van cues binnen perifere cues en centrale route
    - resultaat: verhoogde effectiviteit van boodschappen
  2. gebruikmaken van angst
    - fear arousal (weinig effect) + fear reduction
    - indien toch: in combinatie met eenvoudige, gemakkelijke en toegankelijke strategieën voor angstreductie!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

informatie inkaderen: framing

A
  1. algemeen
    - doel: effectiviteit vergroten van mediacampagnes
    - effectiviteit is afh van doelgroep, context en gezondheidsgedrag
  2. toepassing
    - meta-analyses duiden geen significante verschil in effectiviteit tussen winst- of verliesframing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afstemmen op publiek (+ omgevingsinvloeden)

A
  1. algemeen
    - doel: effectiviteit vergoten van mediacampagnes
    - effectiviteit stijgt indien afgestemd op doelpubliek: leeftijd, geslacht, gedrag, SES, mate van motivatie
  2. omgevingsinvloeden (zie h6)
    - cues tot handelen
    - kosten voor gezond gedrag minimaliseren
    - kosten voor ongezond gedrag verhogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

de drie niveaus van interventie in het Stanford Three Towns-project

A
  1. voortdurend gezondheidscampagne
    - ‘vergelijkingsstad’ zonder interventie
    - verwacht effect: +/-
  2. mediacampagnes van één jaar
    - fase 1: mensen alert maken, fase 2: verandering modeleren, fase 3: modelleren voortgezette verandering
    - verwacht effect: +
  3. mediacampagne + interventie bij hoge risicogroep
    - media als invloed in combinatie met verspreiding van kennis door ervaringsdeskundigen
    - verwacht effect: ++
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het risico op hiv-infectie verminderen

A
  1. algemeen
    - hiv + behandeling = niet meer besmettelijk
    - programma voor gezondheidsbevordering
  2. expertisecentrum SENSOA
    - online informatie
    - doorverwijzing
    - video’s met uitleg
    - campagnespots
    - acties op terrein (gericht naar doelgroep)
    - acties naar professionals
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gezond werken

A
  1. algemeen
    - spoort bedrijven aan om werkomgeving te creëren die zowel gezondheid als welzijn van medewerkers bevordert en beschermt
  2. werkwijze
    - door kadermethodiek > helpt preventief gezondheidsbeleid te ontwikkelen
    - focus: thema’s zoals voeding, beweging, mentaal welbevinden en meer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom is gezond werken belangrijk?

A
  1. productiviteit: gezonde werknemers zijn productiever
  2. imagoboost: gezondheidsbeleid kan bijdragen aan positief imago van de organisatie
  3. diverse bronnen
    - aanzet voor en vraag naar gezondheidsbeleid kan uit alle hoeken komen: van werknemers, leveranciers, klanten tot investeerders en management
17
Q

uitdagingen in de arbeidsmarkt

A
  1. werkdruk
    - doel: fysieke en mentale gezondheid van werknemers waarborgen
  2. psychische vermoeidheid en vergrijzing
    - veelvoorkomende problemen = burn-out, psychische vermoeidheid;
    - vooral bij oudere werknemers
  3. hoge verwachtingen
    - innovatie vraagt om energieke en creatieve medewerkers
    - gevolg: werkgevers verwachten meer, terwijl werknemer > meer waarde hechten aan werkcultuur en reputatie
18
Q

wat is gezondheidsbeleid op het werk?

A
  1. effectief gezondheidsbeleid
    - divers en gericht op verschillende strategieën en niveaus binnen de organisatie
    - toepassing: gezond werken
  2. gezondheidsmatrix gezond werken
    - vier strategieën
    - vier niveau’s
19
Q

4 strategieën van gezondheidsbeleid

A
  1. educatie: informeer en train medewerkers om gezond gedrag te stimuleren
  2. omgevingsinterventies: creëer een ondersteunende fysieke en sociale omgeving die gezond gedrag bevordert
  3. beleid, afspraken en regelgeving: stel duidelijke regels en randvoorwaarden op om gezond gedrag te promoten
  4. zorg en begeleiding: organiseer begeleidingstrajecten en detecteer gezondheidsproblemen vroegtijdig
20
Q

4 niveau’s van gezondheidsbeleid

A
  1. werknemer: focus op individuele behoeften en wensen
  2. team of afdeling: organiseer gezondheidseducatie specifiek voor teams of afdelingen
  3. bedrijf of organisatie: zorg voor gezonde werkomgeving, organisatiebrede educatie en effectief leiderschap
  4. omgeving buiten het bedrijf: betrek externe factoren zoals de gemeenschap en leveranciers in het gezondheidsbeleid
21
Q

gezonde school

A
  1. algemeen
    - gezondheidsbeleid op school is cruciaal;
    - veel facetten: voeding, beweging, roken en nog veel meer
    - sinds 1 september 2018 > gezondheidsbeleid op school verplicht;
    - essentieel onderdeel van het beleid op leerlingenbegeleiding
  2. doelgroep
    - iedereen die zich inzet voor de gezondheid van leerlingen: leraren, directieleden, zorgcoördinatoren, leerlingenbegeleiders en preventieadviseurs
    - instrumenten van Vlaams Instituut Gezond Leven > zowel geschikt voor basis- als secundair onderwijs
22
Q

waarom werken aan gezondheid op school?

A
  1. invloed op levensstijl: de schoolomgeving speelt een cruciale rol in de keuzes van leerlingen
  2. prestaties: gezonde leerlingen presteren over het algemeen beter
  3. verantwoordelijkheid
    - scholen hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen voor gezondheidseducatie;
    - duidelijke regelgeving en ondersteuning van leerlingen met speciale behoeften
23
Q

regelgeving en gezondheidsbeleid

A
  1. regelgevingen
    - op zowel Vlaams als federaal niveau
    - omvatting: eindtermen, rookverboden, preventieve gezondheidszorg en milieuvoorschriften
  2. minimaliseren van gezondheidsongelijkheden
    - door creëren van gezonde leefomgeving en streven naar gezondere levensstijl voor alle leerlingen
24
Q

bijdragen aan de gezondheidsdoelstellingen

A
  1. algemeen
    - strategische plan ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’ (zie wco1);
    - doel: gezondere levensstijl te bevorderen, inclusief het onderwijs
    - scholen spelen een belangrijke rol in het realiseren van deze doelstellingen!
  2. hoe zorg je dat je gezondheidsbeleid aanslaat?
    - spinnenwebmodel gezonde school;
    - verschillende (succes)factoren en tips
25
Q

verschillende factoren van het spinnenwebmodel

A
  1. visie
  2. communicatie
  3. leerlingenparticipatie
  4. samenwerken
  5. deskundigheid
  6. leiderschap
  7. tijd en middelen
26
Q

verschillende factoren van het spinnenwebmodel (1-2)

A
  1. visie
    - doel: zorg voor een duidelijke en gedragen visie op het gezondheidsbeleid
    - tips: integreer de visie in het schoolpedagogisch project;
    - rekening met diversiteit en brede definitie va gezondheid (fysiek, mentaal, sociaal)
  2. communicatie
    - doel: maak het gezondheidsbeleid bekend binnen de schoolgemeenschap
    - tips: diverse communicatiekanalen;
    - pas de boodschap aan op de doelgroep
27
Q

verschillende factoren van het spinnenwebmodel (3-4)

A
  1. leerlingenparticipatie
    - doel: betrek leerlingen actief bij de ontwikkeling van het gezondheidsbeleid
    - tips: laat leerlingen meedenken, praten, werken en beslissen;
    - ondersteun leerlingen > gemotiveerd om deel te nemen
  2. samenwerking
    - doel: werk samen met interne en externe partners
    - tips: gebruik van ondersteuningsaanbod en samenwerking met andere scholen, lokale partners en ouders;
    - leer van elkaar en bouw gezamenlijk aan sterk gezondheidsbeleid
28
Q

verschillende factoren van het spinnenwebmodel (5-7)

A
  1. deskundigheid
    - doel: zorg dat schoolteam zich deskundig voelt in gezondheidskwesties
    - tips: benut bestaande deskundigheid;
    - zoek naar nascholingsmogelijkheden en wissel ervaringen uit met andere scholen
  2. leiderschap
    - doel: wijs een verantwoordelijke aan
    - tips: zorg voor steun en mandaat van de directie en verantwoordelijke;
    - betrek alle betrokken bij de uitvoering van het beleid
  3. tijd en middelen
    - doel: zorg voor voldoende tijd en middelen
    - tips: bekijk mogelijkheden en beschikbaarheid van budget en personeel;
    - zoek naar subsidies en ondersteuningsmogelijkheden bij lokale overheden
29
Q

het gebruik van nieuwe technologie

A
  1. internet, apps en E-Health
    - eenvoudig om grote aantallen mensen tegelijkertijd te contacteren;
    - vaak ingeschakeld bij gezondheidsbevordering
  2. tekstberichten
    - herinneren aan noodzaak tot verandering
    - gedragsverandering registreren