gevolgen van ziek zijn Flashcards
1
Q
formele zorg
A
- betekenis
- betaalde, professionele zorgverleners
- toekomstverwachting: vermindering van formele zorg ten gunste van onbetaalde mantelzorg & vrijwilligerswerk - kenmerken:
- professioneel opgeleid
- contracturen
- duidelijke rolomschrijving
- vaste financiële vergoeding
2
Q
mantelzorg
A
- betekenis
- onbetaalde zorg door familie, vrienden - kenmerken
- meestal geen professionele opleiding
- geen contracturen
- onbegrensde rolomschrijving
- geen vaste financiële vergoeding: mogelijk wel lage waarderingsvergoeding - beleidsontwikkeling
- ondersteuning door gemeenten (scholing, ontmoetingen)
- wetgeving voor waarderingsvergoeding
- erkenning als partner in zorg
- behoefte aan ondersteuning voor mantelzorgers zelf (respijtzorg, bijscholing)
3
Q
zorgtaken mantelzorg
A
- zorgtaken
- praktische hulp (93%): koken, wassen, boodschappen
- emotionele ondersteuning (87%)
- medische coördinatie (85%): afspraken regelen
- administratief/financieel beheer (83%)
- persoonlijke zorg (71%): aankleden, wassen, eten, toiletbezoek
- mobiliteitshulp (57%): in/uit bed stappen, door het huis bewegen - positieve effecten van training mantelzorgers
- verminderde belasting voor zorgvelener
- verminderde bezorgdheid en depressie
- verbeterde kwaliteit van leven voor zowel zorgverlener als patiënt
4
Q
Vlaamse prevalentiecijfers
A
- mantelzorg in cijfers
- belangrijk aspect van de zorgsector (zowel volwassenen als jongeren)
- één op vijf jongeren mantelzorger
- Het Vlaams Expertisepunt Mantelzorg ontwikkelde ‘factsheet’ - mantelzorg onder jongeren
- helpen bij huishoudelijke taken, zorgen voor familieleden met chronische ziekten, beperkingen of psychische problemen
- veel meer tijd en energie in zorg dat leeftijdsgenoten
5
Q
demografische eigenschappen van mantelzorgers
A
- onderzoek in zes EU-landen
- driekwart vrouw en gemiddelde leeftijd 55 jaar
- nationaal onderzoek: mantelzorgers vooral tussen 45 en 65 jaar
- minstens 50 uur zorg per week - sandwichgeneratie?
- zorgen voor jongvolwassen kinderen (vaak studenten) en tegelijkertijd een van hun ouders
- zelf problemen met de gezondheid
6
Q
gendergerelateerde verwachtingen
A
- vrouwen
- hogere levensverwachting
- maatschappelijke verwachting: zorg als ‘natuurlijke’ rol
- onbetaalde zorg als gezinsgerichte taak
- oververtegenwoordiging in zorgstatistieken
- rolconflicten en verhoogde stress bij overschrijding van eigen norm - mannen
- meer carrièregericht
- minder betrokken bij emotionele en verzorgende taken
- traditionele beeld van kostwinner
- lagere betrokkenheid in zorgrollen, ondanks verschuiving in rolpatronen
7
Q
cultuur en verwachtingen ten aanzien van verzorgenden
A
- collectivistisch
- sterke familiewaarden en plichtsbesef
- respect en zorg voor ouderen - individualistisch
- minder nadruk op familiale verantwoordelijkheid
- verzorging meer als individuele keuze
8
Q
de kwestie van zorgbereidheid
A
- motivatie
- intrinsiek: persoonlijke overtuiging, verzorgend karakter
- extrinsiek: verwachting van derden, financiële compensatie - bevindingen uit onderzoek
- dochters en schoondochters: meer extrinsieke motivatie
- echtgenotes: meer intrinsieke motivatie
- etnische minderheden: familialisme en plichtsbesef
- hypothetische zorgbereidheid: mannen hoger, maar met onderschatte belasting
- positieve effecten van zorg: empathie, vertrouwen, prosociaal gedrag
- genetische factoren: mogelijke invloed van oxytocineniveaus
9
Q
ouders als verzorgenden
A
- algemeen
- belang van steun van externe sociale relaties en professionele zorgverleners
- in China: zorg voor oudere familieleden vanzelfsprekend
- niet-Aziatische culturen: wonen volwassen kinderen (vaker) apart van hun ouders - balans vinden
- beslissingen nemen en kinderen betrekken bij ziektemangement
- emotionele taken: steunen van kind, omgaan met reacties van anderen
- fysieke taken: begeleiden naar artsen, regelen van oppas
- informatietaken: onderwijs volgen, leren over de ziekte
10
Q
ouders als verzorgenden: stress en coping
A
- algemeen
- onderzoek: ouders van zieke kinderen hebben geen significant andere copingmechanismen dan ouders van gezonde kinderen;
- hoewel ze meer verdriet en depressie ervaren (stemmingen) - stemmingsproblemen
- moeders scoren hoger dan vaders
- vaders = minder bereid zijn te praten over ziekte en vaker probleemoplossende coping
11
Q
echtgenoten als verzorgenden
A
- samenleven en zorg
- bieden vaak meer zorguren (overdag en ‘s nachts) omdat ze samenwonen met zorgbehoevende > grote belasting
- ondersteuning in de relatie is meestal wederkerig, onderzoek: voornamelijk focus op de zorg die de patiënt ontvangt - toepassing
- bij gezondheidsproblemen op middelbare leeftijd, zoals beroertes of Parkinson > partner hoofdverzorger (+ zelf gezondheidsproblemen)
- genderkloof in levensverwachting boven de 65 jaar verkleint > meer mannen zorgrollen
12
Q
kinderen als verzorgenden
A
- algemeen
- kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) en kinderen van middelbare leeftijd
- ongebruikelijke taken zoals helpen met eten, aankleden en toiletgang (niet typerend voor kind-ouder relatie)
- 1 op 6 jonge mantelzorgers
- impact: afleiding op school en sociale belemmeringen - verdieping
- onderwijsuitdagingen: combinatie van zorgtaken met school is zwaar
- gebrek aan ondersteuning: vragen zelden om hulp of ondersteuning
- dubbele belastingen: combinatie studie en sociale leven
13
Q
kinderen als verzorgenden: nood aan mantelzorgstatuut
A
- duidelijkheid en structuur: waardoor mantelzorgers niet steeds opnieuw hun situatie hoeven uit te leggen
- flexibiliteit in studieplanning: taken verschuiven en examens spreiden
- vergelijking met andere statuten: net zoals er statuten zijn voor topsporters of werkende studenten > specifieke aanpassingen en ondersteuning
14
Q
schadelijke sociale interacties ten aanzien van zorgontvanger
A
- ongevoeligheid
- afstandelijk of terugtrekkend gedrag
- verwijten of muggenziften
- geforceerd optimisme
15
Q
voordelen van steun ten opzichte van sociaal isolement
A
- meer therapietrouw en zelfzorg
- betere emotionele aanpassing van verzorgers na stressvolle gebeurtenis zoals het overlijden van een partner
- verbeterde echtelijke relaties
- verminderde belasting & sociaal isolement
- betere emotionele aanpassing en coping met stressvolle gebeurtenissen
- beter lichamelijk functioneren
- verminderde mortaliteit of toegenomen levensverwachting