gezond gedrag Flashcards
gezondheidstaks
- betekenis
- suikertaks = belasting gericht op ongezonde voedingsmiddelen, zoals suikerhoudende dranken, snacks en vetrijke producten - doel
- preventief: consumenten aanmoedigen om gezondere keuzes te maken
- socio-economisch: opbrengsten inzetten voor subsidies op gezonde voeding en preventieve gezondheidszorg
effectiviteit van gezondheidstaksen
- internationale voorbeelden
- Mexico: na invoering suikertaks in 2014 daalde de consumptie van suikerhoudende dranken met 7,6% (waarbij kwetsbare groepen een daling van 11,7% vertoonden)
- Verenigd Koninkrijk: productietaks op suikerhoudende dranken in 2018 > aanpassing in recepten; 50% van producten bevatte minder suiker - wetenschappelijk bewijs
- Griffith et al. (2019) benadrukken dat belasting van minstens 20% nodig is om significante daling in consumptie te bereiken
- Katan en Seidell (2020) stellen dat obesitas niet alleen een individueel probleem is, maar een maatschappelijk probleem dat structurele oplossingen, zoals taksen vereist
implementatie: welke strategieën werken?
- graduele productietaks
- belasting op productieniveau (zoals in het Verenigd Koninkrijk) > motivatie fabrikanten om producten gezonder te maken
- gevolg: consumenten niet direct betrokken - brede gezondheidstaks
- de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) pleit voor algemene gezondheidstaks > basis: nutrient profile model, zoals nutri-Score
- doel: beoordeelt voedingsmiddelen op gezondheidsscore + bepaalt belastingen of subsidies dienovereenkomstig - combineren met subsidies
- onderzoek in de VS: combinatie van gezondheidstaks en subsidies voor groenten, fruit en volle granen = grootste gezondheidswinst !! (jaarlijks duizenden sterfgevallen voorkomen)
kritiek en uitdagingen
- regressieve effecten
- taksen kunnen kwetsbare groepen harder treffen
- compensatie door gerichte subsidies en extra ondersteuning voor deze groepen - grensshoppen
- in kleine landen (zoals België) kan grensoverschrijdende aankoop van producten > gevolg: de effectiviteit van een taks ondermijnen
- implementatie op EU-niveau biedt mogelijke oplossingen
geïntegreerd gezondheidsbeleid
- algemeen
- maximale effectiviteit > gezondheidstaks deel uitmaken van breder preventief gezondheidsbeleid
- concrete maatregelen:
- educatie en bewustwording: informatieve campagnes over gezonde voeding;
- regulering van kindermarketing: verbieden reclame voor ongezonde producten gericht op kinderen;
- investeren in publieke voorzieningen: meer waterfonteinen en groene ruimtes voor beweging - de WHO
- coherentie in beleid = essentieel
- verschillende beleidsmaatregelen moeten elkaar aanvullen + versterken
nutri-score
- betekenis
- voedingslabel op verpakking
- doel: ondersteunen van gezondere voedingskeuzes - hoe werkt het?
- kleur en letter: combinatie van kleuren (van donkergroen tot rood) en letters (van A tot E) om voedingswaarde weer te geven
- algoritme: beoordeling op basis van positieve en negatieve eigenschappen zoals eiwitgehalte, vezels, suikers en verzadigd vet (door Franse Nutritional Epidemiology Research Team)
waarom de nutri-score gebruiken?
- algemeen
- eenvoudige en globale beoordeling van voedingsmiddelen
- rekening met zowel ongezonde (suikers, vetten) als gezonde elementen (fruit, groenten, vezels)
- waardevol instrument voor het maken van gezonde voedingskeuzes
- hoe kan je de nutri-score gebruiken?
- algemeen
- voedingsdriehoek: algemene richtlijnen over gezond eten
- vergelijking: gebruik nutri-score om producten binnen dezelfde categorie te vergelijken - nutri-score en voedingsdriehoek: complementair of verwarrend?
- ze vullen elkaar aan > voedingsdriehoek geeft richtlijnen voor gezond voedingspatroon en nutri-score helpt bij het maken van specifieke productkeuzes binnen categorieën zoals snacks, dranken
nutri-score: internationaal
- België: ingevoerd in 2018 met steun van federale overheid
- Europese Unie
- momenteel is het gebruik van voedingslabels vrijwillig;
- Frankrijk, België en Spanje hebben echter voor nutri-score gekozen - Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): positief over nutri-score en ziet het als belangrijke stap in het bevorderen van gezonde voedingskeuzes
Vlaams Instituut Gezond Leven
- betekenis
- expertisecentrum inzake preventie, bevordering van een gezonde leefstijl en gezonde omgeving
- bijzondere aandacht voor mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties en gezondheidsongelijkheid - projecten
- voedingsdriehoek
- bewegingsdriehoek
- geluksdriehoek
de drie uitgangspunten als basis
- algemeen
- op basis van wetenschappelijke literatuur en in overleg met experten
- basis van gezond en milieuverantwoord voedingspatroon - uitgangspunten
- eet in verhouding meer plantaardige dan dierlijke voeding
- eet en drink zo weinig mogelijk lege of sluipende calorieën
- vermijd voedselverlies en matig je consumptie
eet in verhouding meer plantaardige dan dierlijke voeding
- plantaardige voedingsmiddelen
- hoge inname met gezondheidsvoordelen geassocieerd
- preventie van: overgewicht, diabetes type 2, bepaalde kankers, hart- en vaatziekten - dierlijke voedingsmiddelen
- vis beschermt tegen hart- en vaatziekten (meer dan één of twee keer per week > zee vervuild + schadelijke stoffen (vb. kwik))
- gevogelte, eieren en zuivel = neutrale beoordeling of geen eenduidig gezondheidseffect bewezen
- hoge consumptie rood vlees geassocieerd met ongunstige gezondheidseffecten
milieu
- algemeen
- hoeveelheid vlees en andere dierlijke voedingsmiddelen > legt zware druk op de planeet - impact plantaardige voedingsmiddelen
- lagere milieu-impact:
- lagere uitstoot van broeikasgassen;
- minder watergebruik
- minder landgebruik
eet en drink zo weinig mogelijk lege calorieën
- lege calorieën
- leveren energie (calorieën), maar weinig of geen nuttige voedingstoffen;
- producten vullen wel, maar zijn niet voedzaam
- relatief hoge milieu-impact door vele bewerkingsstappen en ingrediënten die nodig zijn om tot eindproduct te komen - voedselbewerking vaak noodzakelijk:
- betere bewaarmogelijkheden (en dus veiliger voedsel en minder voedselverlies)
- betere vertering
- hogere beschikbaarheid voedingsstoffen
- verhoogd gebruiksgemak
de opbouw van de voedingsdriehoek (1-3)
- blauwe zone
- helemaal bovenaan staat ‘water’ (1,5 liter water/dag)
- cruciaal voor vochtbalans van lichaam > voorkeur voor kraanwater (beter voor milieu) - donkergroene zone
- voedingsmiddelen van plantaardige oorsprong
- gunstig effect op gezondheid: groenten, fruit, volle granen en aardappelen
- ook peulvruchten, noten, zaden en plataardige oliën - lichtgroene zone
- voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong
- gunstig, neutraal of onvoldoende bewezen effect op gezondheid
- vis, yoghurt, melk, kaas, gevogelte en eieren
- voorkeur: weinig of niet-bewerkte variant
de opbouw van de voedingsdriehoek (4-6)
- oranje zone
- voedingsmiddelen van dierlijke of plantaardige oorsprong
- mogelijk een ongunstig effect: rood vlees, boter, kokos- en palmolie
- bevatten enkele nuttige voedingsstoffen, bv. ijzer in rood vlees, vetoplosbare vitaminen in boter - de rode bol
- bevat lege calorieën
- leveren veel energie, maar weinig of geen nuttige voedingsstoffen
- heel wat suiker, vet en/of zout toegevoegd - grijze zone
- producten afgeleid van basisvoedingsmiddelen
- bewerkingen ondergaan of toevoegingen zoals suiker, vetstof of zout
- minder gezond dan basisvoedingsmiddelen, maar behouden voedingswaarde = niet schadelijk
groenten en fruit
- algemeen
- WHO, 2018: 400gr groenten en fruit/dag
- voedingstoffen: vitaminen, foliumzuur, antioxidanten en vezels
- bescherming tegen bepaalde vormen van kanker, hart- en vaatziekten en herseninfarcten - wetenschappelijk onderzoek
- dosis-responsrelatie
- correctie voor veel risicofactoren (leeftijd, alcohol, lichaamsbeweging)
- nationale variatie: andere leefstijlfactoren
- consistent bewijs: nut van groenten en fruit;
- indirect: via effecten op gewicht
consumeren van groenten en fruit in België
- percentages
- bevolking van 6 jaar en ouder dat aanbevolen dagelijkse hoeveelheid fruit en groenten (minstens 5 porties eet) > 12,7%
- Vlaanderen = 11,3%
- Brussel = 15,8%
- Wallonië = 14% - cijfers
- amper helft bevolking eet dagelijks fruit
- 1/5 van bevolking eet dagelijks rauwe groenten;
- 1/20 eet dagelijks groenten uit blik;
- 1/3 eet dagelijks warme groenten
voedselvoorkeuren
- algemeen
- biologische basis (voorkeur zoet)
- ook bepaald door sociale en culturele factoren
- kindgerichte voedingspraktijken vs. oudergerichte voedingspraktijken
- eetgedrag beïnvloed door: individuele en omgevingsfactoren - socialisatie binnen het gezin:
- bereidingswijze (zelfgemaakt vs. kant-en-klaar)
- producten (vetrijk vs. mager)
- smaak (gekruid vs. neutraal)
- textuur (zacht vs. knapperig)
- ingrediënten
competent eetgedrag
- eetcompetenties
- vaardigheden die je in staat stellen om evenwichtig met voeding om te gaan
- samenhang vier dimensies > in balans? = evenwichtig eetgedrag - de 4 G’s van competent eetgedrag
- Geregeld eten: structuur aanbrengen in eetpatroon door geplande maaltijden en tussendoortjes
- Genoeg eten: vertrouwen op je interne honger- en verzadigingssignalen
- Genieten van eten: eten bewust beleven en er plezier aan ontlenen
- Gevarieerd eten: brede waaier aan voedingsmiddelen en bereidingswijzen
het belang van evenwicht
- algemeen
- balans voorkomt extremen, zoals te strikte diëten of ongecontroleerd eetgedrag
- gevolg: gezonde relatie met voeding - balans tussen:
- genieten en zelfcontrole: je mag genieten van voeding, maar zonder de controle over hoeveelheden te verliezen
- variatie en structuur: eten moet niet alleen voedzaam zijn, maar ook aantrekkelijk en veelzijdig
- luisteren naar je lichaam: herkennen en respecteren van signalen van honger en verzadiging is essentieel
praktische tips: genieten
- neem de tijd: maak van elk eetmoment een bewuste ervaring
- creëer sfeer
- gebruik mooi servies, steek een kaars aan
- of maak er een gezellig samenzijn van - sta jezelf iets toe: af en toe iets eten dat minder voedzaam is, helpt om een gezonde balans te bewaren
- maak voedzame maaltijden lekker: experimenteer met kruiden
praktische tips: gevarieerd
- dagelijkse variatie
- gebruik de voedingsdriehoek als leidraad
- varieer binnen voedselgroepen - creativiteit in de keuken: experimenteer met maaltijdboxen of exotische gerechten
- plan vooruit: stel een weekmenu op
- inspiratie zoeken: gebruik recepten van vrienden, kookboeken of platforms
praktische tips: genoeg
- luister naar je lichaam: leer je interne signalen van honger en verzadiging herkennen en respecteren
- focus tijdens het eten: eet zonder afleiding zoals televisie of je smartphones
- vermijd emotioneel eten: zoek alternatieven voor beloning of troost
- eet met aandacht: neem de tijd om van je maaltijd te genieten en kauw rustig
praktische tips: geregeld
- structuur aanbrengen: plan vaste eetmomenten in je dagschema
- weekmenu’s: vooraf plannen helpt om stress en impulsieve keuzes te verminderen
- voorbereiden: kook bij drukte extra porties
- flexibiliteit: pas je eetgewoonten aan je agenda aan, met snelle gerechten op drukke dagen
wat zijn eetproblemen en eetstoornissen?
- eetproblemen
- verstoringen in het eetgedrag die leiden tot spanningen en ongemakken tijdens eetmomenten
- variëren van tijdelijk en mild tot chronisch en ernstig - eetstoornissen
- syndromen die niet alleen verstoord eetgedrag omvatten, maar ook problemen op andere levensdomeinen;
- zoals lichaamsbeeld, psychosociale en lichamelijke gezondheid
eetproblemen: signalen
- gevoelens rondom eten
- onrust bij het eten van bepaalde voedingsmiddelen
- schuldgevoelens over wat en hoeveel men eet - gedragspatronen
- strikte regels rondom voeding
- te vaak of te weinig eten
- weinig variatie in het dieet - lichaamsbewustzijn en signalen
- gebrek aan eetstructuur
- het negeren van honger- en verzadigingssignalen
eetstoornissen
- algemeen
- kenmerken: verstoord eetgedrag en een obsessie met voedsel, gewicht en lichaamsvormen
- volgens DSM-5: verschillende typen eetstoornissen - typen eetstoornissen
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- eetbuistoornis
- AFRID (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder)
- andere gespecificeerde eetstoornissen
typen eetstoornissen (1-3)
- anorexia nervosa
- kenmerken: intense angst om aan te komen en vertekend lichaamsbeeld
- gevolg: extreme voedselbeperking en gewichtsverlies - boulimia nervosa
- kenmerken: terugkerende episodes van eetbuien gevolgd door compensatoir gedrag zoals braken of overmatig sporten - eetbuistoornis
- kenmerken: terugkerende eetbuien zonder compensatoir gedrag
- gevolg: overgewicht
oorzaken en risicofactoren van eetstoornissen
- oorzaken
- multifactorieel en omvatten genetische, biologische, psychologische en socioculturele factoren - psychologische factoren
- perfectionisme, lage zelfwaardering en emotionele instabiliteit
- traumatische ervaringen en chronische stress > gevolg: bijdrage aan ontwikkeling van eetstoornis - socioculturele invloeden
- culturele idealen die slankheid verheerlijken en druk om aan deze idealen te voldoen
- media, mode-industrie en sociale media
genetische predispositie en neurobiologische afwijkingen
- serotonine dysregulatie
- neurotransmitter betrokken bij regulatie van stemming, eetlust en impulsiviteit
- associatie met eetstoornissen zoals anorexia nervosa en boulimia nervosa - dopamine dysfunctie
- beloningssysteem van de hersenen
- gevolg: obsessieve en compulsieve kenmerken van eetstoornissen - leptine en ghreline
- hormonen die honger en verzadiging reguleren
- gevolg: abnormaal eetgedrag - HPA-as dysfunctie
- gevolg: verhoogde stressniveaus > risicofactor voor de ontwikkeling van eetstoornissen
tijdelijke haperingen
- algemeen
- verandering begrijpen vanuit ontwikkelingsfase of situatie waarin iemand zich bevindt
- schommelingen zijn normaal en eigen aan normale ontwikkeling van eetgedrag - tijdelijke haperingen
- tijdelijk weinig eten: vb. bij stress, ziekte of minder snelle groeiperiode
- tijdelijk selectief eten: vb. bij peuters door neofobie (angst voor nieuw voedsel) of bij adolescenten die experimenteren
- tijdelijk veel eten: vb. tijdens groeispurt
specifieke voedings- en eetproblemen: weinig (gevarieerd) eten
- voedselweigering:
- ernstige beperking van het eetpatroon
- gevolg: soms groeiproblemen - voedselaversie
- afkeer van bepaalde voedingsmiddelen
- vaak gepaard met misselijkheid of angst - selectief eten
- weigering van een breed scala aan smaken en texturen
- vaak gerelateerd aan neofobie of ontwikkelingsstoornissen zoals ASS
specifieke voedings- en eetproblemen: te veel eten
- objectief overeten: het eten van grotere hoeveelheden dan leeftijdsgenoten
- objectieve eetbuiten: controleverlies tijdens het eten
- subjectief overeten: gevoel van te veel eten zonder objectieve overconsumptie
- subjectieve eetbuien: gevoel van controleverlies zonder daadwerkelijke overconsumptie
voedingsgewoonten en uitdagingen (1-2)
- frequent eten
- aanbevolen 3 hoofdmaaltijden + 2-3 tussendoortjes
- te vaak eten > verminderde eetlust, onevenwichtig dieet - snel of traag eten
- te snel eten: spijsverteringsproblemen en overeten
- te traag eten: voedselweigering of slikproblemen
voedingsgewoonten en uitdagingen (3-4)
- veel snoepen
- snoepen moet met mate gebeuren
- overmatig snoepen > eetlust verminderen en gewichtstoename - sensorisch voedselaversie
- beperkt aantal voedingsmiddelen, spanning bij nieuw eten
- vooral bij kinderen met autisme (ASS)