Pathogenese van AIZ Flashcards

1
Q

Benoem 5 kenmerken van auto-immuunziekten

A
  • aanwezigheid van high-affinity auto-antilichamen
  • verlies van tolerantie
  • chronische ontsteking zonder bekende oorzaak (vaak)
  • associatie met andere auto-immuunziekten (vaak)
  • immuunsuppressie beïnvloedt de ziekteverschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de meest voorkomende AIZ in Nederland?

A

reumatoïde arthritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de meest voorkomende AIZ in NL bij vrouwen?

A

ziekte van Hashimoto

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de meest voorkomende AIZ in NL bij mannen?

A

diabetes type 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de mechanismen van centrale tolerantie bij T-cellen?

A
  • apoptose
  • klonale deviatie (ontwikkeling richting Treg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de mechanismen van centrale tolerantie bij B-cellen?

A
  • apoptose
  • receptor editing (lichte keten herschikking poging 2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is centrale tolerantie?

A

negatieve selectie voorkomt de uitrijping van autoreactieve immuuncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is AIRE?

A

AIRE (AutoImmune REgulator) is een transcriptiefactor, die tot expressie komt in mTEC, die de expressie van perifere weefsel antigenen in de thymus stimuleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk ziektebeeld ontstaat bij een mutatie van AIRE?

A

autoimmuun polyendocrien syndroom, door geen expressie zelf antigenen ontsnappen T-cellen die specifieke zijn voor zelfantigenen aan het deletieproces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn mechanismen van perifere tolerantie?

A
  • anergie (ontbreken van costimulatie)
  • induced Treg: CD25+ FOXp3+ Treg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt perifere tolerantie door Treg?

A
  • wegvangen IL-2 door CD25
  • CTLA-4 binding aan co-stimulatie leverende moleculen op APC (blokkeert dus signaal 2)
  • productie van immuunsuppressieve cytokines (IL-10, TGF-beta)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom zijn auto-antilichamen bij de meeste mensen niet schadelijk?

A

Vaak zijn ze van type IgM, en die hebben een lage affiniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom zou er een rol zijn voor HLA-klasse II allelen als genetische oorzaak van AIZ?

A

meeste AIZ zijn geassocieerd met expressie van een specifieke set klasse II moleculen die een betere binding met autoantigenen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een infectie leiden tot een AIZ?

A
  • door molecular mimicry treedt een kruisreactie op met een zelf-antigeen
  • infectie kan leiden tot necrose en ontsteking, waardoor opregulatie van costimulatoire moleculen op APC, waardoor T-cellen worden geactiveerd (en autoantigenen vrijkomen)
    MAAR: micro-organismen zijn soms beschermend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan schade zorgen voor een AIZ?

A

vrijkomen van antigenen bij celschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wijst op invloed van endocriene factoren op AIZ?

A
  • meeste AIZ bij vrouwen
  • meestal neemt ziekte-activiteit tijdens de zwangerschap af
17
Q

Wat is Myasthenia Gravis?

A

een auto-immuun spierzwakte die wordt veroorzaakt door autoantistoffen tegen de acetylcholinereceptor.
Kenmerk: drooping eyelid en thymus hyperplasie

18
Q

Wat is de behandeling van Myasthenia Gravis?

A
  • anti-cholinesterase
  • thymectomie
  • immuunsuppressie
  • plasmaferese
19
Q

Wat kenmerkt auto-immuunziekten?

A

aanwezigheid van autoreactieve T en/of B lymfocyten

20
Q

Wat voor abnormaliteiten worden gevonden bij pathogenese van type 1 diabetes?

A
  • verlies T-cel tolerantie (klonale deletie en Treg)
  • autoantilichamen tegen vele beta-cel antigenen (insuline, GAD)
  • DC abnormaliteiten
21
Q

Wat is een transferstudie?

A

je spuit een bepaalde stof/celpopulatie in bij een gezond proefdier, en onderzoekt wat het effect hiervan is

22
Q

Wat veroorzaakt DC ophoping in de pancreas voorafgaand aan diabetes?

A

DC-abnormaliteiten: abnormale chemokinereceptor expressie
pancreas-abnormaliteiten: abnormale chemokineproductie

23
Q

Beschrijf in 4 stappen de pathogenese van type 1 diabetes

A

1: abnormale voorlopercellen
2: abnormale DC ophoping in de pancreas
3: abnormale lymfocyten
4: diabetes