Multiple Sclerose Flashcards
Wat is ongeveer de prevalentie van MS?
100/50.000
Wat zijn klachten die je kan krijgen bij MS?
- krachtsverlies (in armen of benen)
- coördinatieverlies
- loopproblemen
- vermoeidheid
- pijn
- visusproblemen (neuritis optica)
- cognitie/stemming
- spraakproblemen
- seksuele dysfunctie
- slikproblemen
- zwakte/stijfheid
- blaas/darmproblematiek
Benoem de 3 basisprincipes van de diagnose van MS
chronische multipele ontstekingen in het CNS met
1: disseminatie in tijd
2: disseminatie in plaats
EN
3: andere ziekte als verklaring is veel minder waarschijnlijk
Welke diagnostische tools kunnen worden gebruikt voor de diagnose van MS?
- ANAMNESE EN NEUROLOGISCH ONDERZOEK
- MRI
- liquor diagnostiek
- bloedonderzoek (m.n. uitsluiten andere oorzaken)
- uitsluiten andere oorzaken
Wat is een Clinically Isolated Syndrome (CIS)?
eerste “exacerbatie” van MS (eerste symptoom), bijvoorbeeld neuritis optica, het teken van L’Hermitte, of het Uhthoff fenomeen
Wat is het teken van L’Hermitte?
het optreden van een elektrisch
gevoel langs de rug of in de benen bij flecteren van de
nek
Wat is het Ulthoff fenomeen?
het toenemen van symptomen bij stijging van de lichaamstemperatuur
Wat is een pseudoschub
achteruitgang van symptomen bij hitte/infectie
Noem synoniemen van een verslechtering
exacerbatie/terugval/schub(e)/relaps
Benoem de drie patronen van ziektebeloop bij MS?
- RRMS
- SPMS
- PPMS
Beschrijf het beloop van RRMS
Relapse Remitting MS is het meest frequente beloop, dat zich kenmerkt door perioden van verslechtering, en verbetering, waarna steeds restschade ophoopt.
Beschrijft het beloop van SPMS
Secondary Progressive MS houdt in dat mensen langzaam achteruitgaan, zonder echt aanvallen
Beschrijf het beloop van PPMS
Primary Progressive MS houdt in dat mensen vanaf het eerste symptoom progressief snel achteruitgaan.
Vaak oudere leeftijd en slechtere prognose
Wat zijn ongunstige voorspellers van het beloop van MS?
- demografisch (man, oude leeftijd, niet-Europees)
- klinisch (veel symptomen, veel aanvallen; infra-tentorieel; vermoeidheid, progressief fenotype)
- biomarkers (oligoklonale banden, Nfl)
- MRI (veel (actieve) lesies; lesies infratentorieel; atrofie)
Wat is een gunstige voorspeller voor het beloop van MS?
vroege behandeling
Wat zijn de 4 grote behandelgroepen bij MS?
- immuunmodulatie (IFN-beta, glatirameer, acetaat, fumaraatzuuresters, teriflunomide)
- migratieremmers (S1P1-remmers, natalizumab)
- immuundepletie (anti-CD20)
- immuunreconstitutie (cladribine, alemtuzumab, AHSCT)
Wat is het risico van ziektemodulerende middelen?
- infecties
- maligniteiten
- verminderde vaccinatieresponsen
- teratogeniciteit
- rebound-ziekteactiviteit na stoppen
- afwijkingen in het bloedbeeld
- lever- of nierfunctiestoornissen