Mastocytose Flashcards

1
Q

Wat is mastocytose?

A

een mestcelziekte van het beenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ziet een botbiopt bij iemand met mastocytose er vaak uit?

A
  • hypercellulair
  • fibrotisch
  • diffuse infiltratie van atypische mestcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een frequente mutatie bij mastocytose, en wat is hier het effect van?

A

D816V mutatie in c-KIT

De mestcel gaat nu zonder binding van groeifactor al delen -> klonale mestcelproliferatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke bloedwaarden zijn frequent afwijkend in het lab bij mastocytose?

A
  • tryptase (verhoogd; mestcellen produceren tryptase)
  • alkalisch fosfatase (door botafwijking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan met immunofenotypering soms gevonden worden bij mastocytose?

A

mestcellen met afwijkend immunofenotype (CD2/CD25 positief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welk type mastocytose resulteert in een verminderde levensverwachting?

A

agressieve systemische mastocytose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke behandelmogelijkheden zijn er voor systemische mastocytose?

A
  • wait and see
  • anti-histaminica (H1 en/of H2 receptor blokkade)
  • mestceleradicatie (IFN alpha, cladribine, TKIs)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manier kan mestceleradicatietherapie gegeven worden bij mastocytose?

A
  • IFN alpha
  • cladribine
  • TKIs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan een wespensteek, ondanks geen wespengifallergie, toch leiden tot een ernstige anafylactische reactie?

A

wespengif (en sommige andere giffen) kunnen via een andere receptor direct mestcellen stimuleren. Als je veel mestcellen hebt, zoals bij mastocytose, komt er heel veel histamine vrij, en kan je hierbij een anafylactische reactie krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de twee (voor ons) meest relevante voorgevormde mestcel mediatoren?

A
  • histamine
  • tryptase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem een aantal mestcelstimuli

A
  • geneesmiddelen
  • fysische stimuli
  • IgE en specifieke antigenen
  • C3a, C4a, C5a
  • ATP, ADP
  • hormonen
  • giffen
  • cytokines
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de respons van leukocyten op mestcel mediatoren?

A
  • IgE productie
  • activatie eosinofielen
  • mestcelproliferatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de respons van fibroblasten op mestcel mediatoren?

A
  • proliferatie
  • collageendepositie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de respons van susbtraat op mestcel mediatoren?

A
  • eiwit degradatie
  • activatie stolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de respons van microvasculaire structuren op mestcel mediatoren?

A

toegenomen vaatdoorgankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn huidsymptomen bij mastocytose?

A
  • jeuk
  • dermatografie
  • urticaria
  • Darier’s sign
17
Q

Wat zijn mestcel mediator gerelateerde symptomen bij mastocytose?

A
  • flushing
  • intermitterende buikklachten: diarree, buikpijn, misselijkheid en braken
  • palpitaties/tachycardie
  • hypotensie
  • hoofdpijn
  • duizeligheid
  • anafylactische reacties
  • veranderde cognitieve functies (verslapte aandacht, geheugenproblemen)
  • peptische ulcera, gastritis, malabsorptie
18
Q

Wat zijn symptomen van mastocytose als gevolg van orgaaninfiltratie?

A
  • hepato/splenomegalie
  • skeletafwijkingen (ihb osteoporose)
  • arthralgie
  • beenmerginfiltratie
  • lymfadenopathie
  • andere hematologische ziekte
19
Q

Wat is de gouden standaard voor de diagnose van mastocytose?

A

beenmergonderzoek

20
Q

Wat zijn de WHO criteria voor de diagnose van systemische mastocytose?

A

Major: multifocale dense infiltraten van mestcellen in beenmerg of extracutane organen

Minor:
- mestcellen in beenmerg of extracutane organen met abnormale morfologie (spindle) (> 25%)
- D816V c-kit mutatie in extracutane organen
- mestcellen in beenmerg met CD2 en/of CD25 expressie
- serum tryptase > 20 ng/mL (niet bij pt. met AHNMD)

Diagnose: 1 major + 1 minor OF 3 minor

21
Q

Hoe behandel je milde mastocytose?

A
  • wait and see
    of
  • antihistaminica (tavegil, ranitidine)
  • (of cromoglycaat?)
22
Q

Hoe behandel je agressieve mastocytose?

A

mestceleradicatie met chemo (cladribine)
of TKI-behandeling avapritinib (bij c-kit mutatie)
of IFN-alpha

23
Q

Welke leefregels zijn er voor mastocytose patiënten (4)

A
  • niet te veel wrijven/krabben
  • niet te extreme inspanning
  • geen warme (hete) baden
  • vermijden van bepaalde medicijnen (aspirine, codeïne, opiaten, polymixine B, atropine)