Opbouw en functie van het immuunsysteem Flashcards

dekt niet de volledige inhoud

1
Q

Wat is de functie van reticulumcellen in een lymfeklier?

A
  • structuur
  • faciliteren van celmigratie
  • faciliteren van fast soluble Ag transport
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar komen plasmacellen voornamelijk voor in lymfeklieren?

A

in de medulla

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoelang na perifere Ag exposure komen soluble Ag de lymfeklier in, en hoelang na perifere Ag exposure komen cel-gebonden Ag de lymfeklier in?

A

15-30 minuten

18-24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Via welke belangrijke structuur komen lymfocyten de lymfeklier binnen, en waar in de lymfeklier bevindt deze structuur zich?

A

HEV (high-endothelial venules)

in de paracortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke chemokinereceptor en welke chemokinen zorgen ervoor dat naïeve T-cellen de lymfeklier in migreren?

A

CCR7+

CCL19 en CCL21

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke chemokinereceptor en welke chemokinen zorgen ervoor dat naïeve B-cellen de lymfeklier in migreren?

A

CXCR5

CXCL13

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Binnen hoeveel uur ontmoet 95% van de Ag-specifieke T-cellen een DC die het specifieke Ag presenteert?

A

gemiddeld 6 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de primaire immuunrespons op dag 1?

A

vorming van vroege Ag-specifieke T cel clusters rondom DC in de paracortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waaruit bestaat de primaire immuunrespons op dag 2?

A
  • toename van aantal Ag-specifieke T cel clusters rondom DC in de paracortex
  • Interactie van Ag-specifieke T- en B-cellen in follikels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de primaire immuunrespons op dag 3-4?

A
  • toename van aantal Ag-specifieke T cel clusters rondom DC in de paracortex
  • toename aantal Ag-specifieke T cellen in de follikels
  • toename van het aantal B-cellen clusters in follikels
  • migratie van geactiveerde B-cellen naar de medulla
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waaruit bestaat de primaire immuunrespons op dag 4-6?

A
  • Ig-secreterende plasmacellen in de merg/medullastrangen
  • vorming van B-cel follikelcentra
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verschilt de secundaire immuunrespons van een primaire immuunrespons?

A

Een secundaire immuunrespons:
* heeft een kortere latentietijd (sneller)
* langdurige antistofproductie
* hogere antilichaamconcentratie (IgG)
* verschillende isotypen
* hogere affiniteit van het antistof voor het antigeen (t.g.v. SHM en CSR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly