NSAID + analgetica + opioïden Flashcards
Waarvoor staat NSAID?
niet-steroïdale anti-inflammatoire drug
Wat zijn de best gekende bijwerkingen bij NSAID’s
overgevoeligheid, nierproblemen, gastro-intestinale problemen, geneesmiddeleninteracties: majeur probleem bij bejaarden
Geef de onderververdeling van de NSAIds met telkens een activum als voorbeeld
1) niet selectieve NSAIDs
- Indoolderivaten: indomethacine
- arylazijnzuurderivaten: diclofenac,
aceclofenac, ketorolac
- arylpropionzuurderivaten: ibuprofen,
naproxen, ketoprofen, dexketoprofen
- nabumeton
- oxicams: piroxicam, tenoxicam, meloxicam
2) Cox-2-selective NSAIDs= COXIBS
- celecoxib, etoricoxib, parecoxib
Waarmee worden NSAIDs vaak geassocieerd?
met maagbeschermend middel misoprostol,
esomeprazol
Vaste associaties van een NSAID met misoprostol, een prostaglandine-analoog of met esomeprazol, een protonpompinhibitor, worden gebruikt bij patiënten met hoog risico van gastro-intestinale complicaties door NSAID’s.
Hoe werken NSAIDs?
Vanuit arachidonzuur wordt via de cox een hele boel mediatoren gemaakt
COX-1 is het fysiologische enzym altijd aanwezig, cox 2 het enzyme dat opgereguleerd wordt bij inflammatie, vandaar dat ze dachten dat beter zou zijn cox2 te gebruiken maar blijkbaar hebben die nog mee problemen thv het hart, cox 3 minder duidelijk, misschien centraal aanwezig
NSAIDs dringen de cellen binnen en binden aan COX enzyme –> COX bindingssite voor celmembraan wordt geblokkeerd
Andere versie van uitleg kies maar:
- Phospholipase-A2 vormt arachidonzuur
vanuit de plasmamembraan
- Arachidonzuur wordt door COX-1/2 omgezet in prostaglandines en thromboxaan
- NSAIDs dringen de cel binnen (lipofiel) en binden blokkeren de bindingssite van COX aan de celmembraan –> reversibele inhibitie v/d werking van COX-1/2 –> verminderde prostaglandine- en thromboxaan synthese
- COX-2 selectieve NSAIDs= COXIBs werken specifiek tegen COX-2
- COX-2 is enkel actief i.g.v. inflammatie
- COX-1 is constitutief actief
- O.w.v. COX inhibitie –> shift of pathway –> verhoogde productie leukotriënen
PAF en leukotriënensynthese kan niet onderdrukt worden door door NSAIDs
NSAIDs kunnen zelfs leukotriënenvorming stijgt omwille van COX inhibitie : “shift of pathway
Geef eigenschappen van NSAID
Tgv Cox inhibitie & daling in PG
Analgetisch
Antipyretisch
Anti-inflammatoir
Geef de indicaties voor NSAIDs
koorts
pijn
acute of chronische inflammatie
pijn bij botmetastasen
primaire dysmenorroe
nierkolieken
Wat zijn de bijwerkingen van NSAID?
1) GI: erosies, ulcera, bloedingen, perforatie (vooral maag)
–> door inhibitie van de productie van PGI2 en PGE2
2) Renale neveneffecten: daling GFR, daling natriurese, daling reninesecretie
3) bloedingen
4) overgevoeligheidsreacties
5) zwangerschap: eerste en derde trimester
6) verhoogd risico van myocardinfract en cerebrovasculaire accident
7) bloeddrukverhoging en verergeren van hartfalen door vochtretentie
8) andere: verhoogde incidentie voor ernstige huicomplicaties bij windpokken, verhoogd risisco voor complicaties bij pneumonie
Wat is het verschil tussen selecetieve COX 2 NSAIDs en de andere NSAIDs
COX-2-selectieve NSAIDs (celecoxib, etoricoxib en parecoxib) hebben hetzelfde anti-inflammatoir effect als de klassieke NSAIDs.
Ze veroorzaken minder dyspepsie en iets minder ernstige gastro-intestinale complicaties, maar ze verhogen meer dan de meeste klassieke NSAID’s het risico van cardiovasculaire problemen
Inhibitie COX-1 versus COX-2
- meeste NSAID inhiberen COX-1 + COX-2, zij het dat de mate van inhibitie van COX-1 versus COX-2 varieert
- anti-inflammatoire activiteit < COX-2 inhibitie
- ongewenste gastro-intestinale bijwerkingen vooral door COX-1 inhibitie
–> doch COX-2 inhibitoren alleen voorbehouden van patiënten met ernstig risico op gastrointestinale complicaties omwille van verhoogd risico op cardiovasculaire accidenten (stroke, myocard-infarct)
–> OPM: mogelijkheid verhoogd cardiovasculair risico ook met klassieke NSAIDs zoals diclofenac, aceclofenac en hoge dosissen ibuprofen
Wat zijn de renale effecten van NSAIDs?
Glomerulaire filtratie
–> inname NSAID –> daling GFR, reversibele acute nierinsufficiëntie
vooral bij volumedepletie (diuretica), hartfalen, chronisch nierlijden; kan ook optreden bij kinderen met deshydratatie (koorts, diarree)
Natriurese daling
- PGE2 = natriuretisch
–> NSAID: Na- en H2O-retentie!!!
Reninesecretie
daling door NSAID –> kan hyperkaliëmie uitlokken
Effecten NSAIDs op bloedingen
- immers anti-aggregerend (cfr. aspirine)!
- interactie met coumarine - anticoagulantia -> verdringing van plasma-eiwitten + farmacodynamische interactie
Effecten NSAIDs op overgevoeligheidsreacties
Kruisovergevoeligheid met acetylsalicylzuur en tussen NSAID’s onderling ook huiduitslag soms zelfs Lyell of Stevens-Johnson syndromen
Effecten NSAIDs op zwangerschap
Eerste trimester: risico van spontane abortus en vermoeden van teratogeniteit.
Derde trimester:
- bij herhaald gebruik: verlenging van de zwangerschap en van de partus, bloedingen bij moeder, foetus en pasgeborene, vervroegde sluiting van de ductus arteriosus, en pulmonale hypertensie.
- kortdurend gebruik: er kan bij de foetus en de pasgeborene nierinsufficiëntie en hartfalen optreden.
NSAID contra indicaties
Gastroduodenaal ulcus
antecedenten van astma of urticaria tgv inname van aspirine of NSAID
ernstige hartfalen
ernstige nierinsufficiëntie
leverinsufficiëntie
zwangerschap
Voor de COX-2-selectieve middelen, aceclofenac, diclofenac, hoge dosissen ibuprofen: ischemisch hartlijden, antecedenten van cerebrovasculair accident, perifeer vaatlijden en ook matig hartfalen; daarenboven voor etoricoxib ook niet-gecontroleerde hypertensie.
Welke analgetica en antipyreatica bestaan er?
Paracetamol
salicylaten (acetylsalicylzuur, lysine-acetylsalicylaat)
samengestelde producten bv codeïne 30mg erbij
Acetylsalicylzuur: werkingsmechanisme, dosering, plaatsbepaling
Werkingsmechanisme: ook COX inhibitie doch verschillend van de NSAIDs
- Inhibitie van PG synthese door irreversiebele acetylering van een Ser- residu van COX1 en COX2
- Herwinning van PG synthese enkel door de novo COX synthese
Dosering:
- 75-325 mg/dag: anti-aggregerend
- 300-600 mg, 4-6 maal/dag: analgetisch, antipyretisch
- 3-6 g/dag: anti-inflammatoir (doen we niet in de praktijk!!!)
plaatsbepaling:
- Acetylsalicylzuur heeft slechts een zeer beperkte plaats bij koorts en pijn; bij acute migraine zijn er enkele studies met gunstig effect
- Acetylsalicylzuur is als antiaggregans in de cardiovasculaire preventie de eerste keuze!!!
Acetylsalicylzuur: bijwerkingen
- allergie (kruisreactie met sommige NSAID)
- maagletsels bij orale inname
–> lokaal etsend effect op de maagmucosa en PG remming
–> occult bloedverlies in stoelgang
–> soms ernstige maagbloeding, minder met: gebufferde vormen, oplosbare preparaten, maagsapresistente vorm - toename risico op bloeding
- mogelijke syndroom van Reye
- probleem bij zwangerschap
- toxiciteit:
- nier bij chronisch gebruik
- herhaalde inname hoge dosis: nausea, braken, vertigo, oorsuizen, gedeeltelijke doofheid (salicylisme) mentale verwardheid
- bij hoge dosis: ontkoppeling oxidatieve fosforylatie (vnl spieren) met productie van CO2 –> stimulatie van respiratoir centrum–> hyperventilatie
- acute intoxicatie met nog hogere dosissen: respiratoire depressie met metabole acidose, confusio, coma
Paracetamol: eigenschappen, plaatsbepaling, assiociaties
Paracetamol heeft analgetische en antipyretische eigenschappen, maar geen anti-inflammatoir effect.
plaatsbepaling: goede tolerantie en gunstig veiligheidsprofiel –> de eerste keuze bij de symptomatische aanpak van pijn en koorts, zeker bij kinderen, zwangeren en ouderen.
Het associëren van codeïne met paracetamol werkt chronisch gebruik en misbruik ervan in de hand.