Anesthesie Flashcards
Welke middelen worden gebruikt in de anesthesie?
Intraveneuze anesthetica
Inhalatiegassen
Opioïden (zie hoofdstuk IV)
Curarisantia en antagonisten van de curarisantia
Wat zijn de doelen van een anesthesist?
- snel bewustzijnverlies met een i.v. inductie anestheticum
- bewustzijnverlies behouden met inhalatie anesthetica
- pijnstilling met narcotische analgetica
- spierverslappinf
- snelle recovery
–> combinatie van generale anesthetica + narcotische analgetica + neuromusculaire blokkers
Welke anesthetica voor intaveneus infuus ken je? Wat is een synoniem hiervoor?
= inductie anesthetica
- GABAA receptor agonisten alleen verkrijgbaar voor hospitaalgebruik
- Etomidaat GABAA receptor agonist
- Propofol GABAA receptor agonist
- NMDA receptor antagonisten (alleen beschikbaar voor hospitaalgebruik)
- ketamines
- esketamine
propofol eigenschappen
- GABAA-R agonist
- Veel gebruikt bij inductie (effect binnen 30 s)
- Snelle metabolisatie: snelle recovery, geen hangover effect
- Kan bijgevolg ook worden gebruikt bij onderhouden van de anesthesie
- Geen onwillekeurige bewegingen noch adrenocorticale suppressie
- Ook interessant bij dagkliniek
etimodaat eigenschappen
- GABAA-R agonist
- Onwillekeurige beweging mogelijk tijdens inductie
- Vrij analoge werking als thiopental maar snellere metabolisatie
- Minder risico cardiovasculaire depressie, doch onwillekeurige bewegingen mogelijk tijdens inductie
ketamine eigenschappen
- Effect pas na 2-5 min
- Dissociatief anestheticum - NMDA receptor antagonist thv PCP site (zie eerder drug abuse, speciaal gereglementeerd geneesmiddel)
Esketamine eigenschappen
- Nieuw anestheticum voor de algemene anesthesie, en als aanvulling van lokale of regionale anesthesie (i.m., i.v.)
- Het is een isomeer van ketamine, met vergelijkbaar werkingsmechanisme en veiligheidsprofiel
Werkingsmechanismen van inhalatie-anesthetica
- Lipide theorie
- Correlatie van potentie van anesthetica met de oplosbaarheid in lipiden
- Anesthesie kan ontstaan door wijzigingen in de membraanfunctie - Effecten op ionkanalen
- Interactie van anesthetica met modulerende sites van verschillende ionkanalen of ionotrope receptoren verminderde neurotransmitter vrijgave of vermindering van membraanexcitabiliteit (dus beïnvloeding synaptische NT en niet zozeer axonale geleiding)
- Activatie van zogenaamde TREK K+ kanalen (TREK-1 is een “anesthetic-sensitive
two-pore-domain” kaliumkanaal) –> vermindering van membraanexcitabiliteit
Hoe in dit effect op TREK kanalen in verband te brengen met de gekende correlatie van potentie van anesthetica met de oplosbaarheid in lipiden?
Inhalatie-anesthetica werken direct in thv de plasmalipidemembraan via fosfolipase D2 hetgeen de omzetting van fosfatidylcholine naar fosfatidezuur katalyseert; dit lipide is de uiteindelijke mediator die het TREK-1 kanaal opent en activeert
Effecten van een generaal anestheticum
Fase 1: analgesie
Fase 2: versterking van bepaalde reflexen als reactie op pijnprikkels: gevaar van stikken, bewegen, etc. Deze fase wordt geminimaliseerd in de moderne anesthesie door neuromusculaire blokkers.
Fase 3: anesthesie
Fase 4: medullaire paralyse en dood
Alle anesthetica geven bij hoge dosissen cardiale en respiratoire depressie
De gehalogeneerde induceren frequent aritmieën
Welke inhalatie anesthetica bestaan er? (laatste zijn belangrijkste)
Halothaan:
- niet-irriterend thv respiratoir systeem
- metabolisatie thv lever: bij herhaald gebruik
–> risico op levertoxiciteit
- maligne hyperthermie
Enfluraan en isofluraan: Verhoogd risico op epilepsie-aanvallen voor enfluraan; isofluraan irriterend thv respiratoir systeem; maligne hyperthermie mogelijk
Desfluraan & sevofluraan (eerstekeus)
- Gelijkaardig aan isofluraan maar geen respiratoire irritatie meer
- Snellere inductie en recovery
- Nog steeds risico voor maligne hyperthermie
Wat zijn curarisantie? Welke typen bestaan er?
Curarisantia beletten de prikkeloverdracht van motorische zenuwimpulsen naar
de skeletspieren (neuromusculaire blokkade).
Er zijn twee types curarisantia: de depolariserende (suxamethonium) en de niet- depolariserende (atracurium, cisatracurium, mivacurium, rocuronium).
Hoe werken niet depolariserendee curarisantia? Wat zijn de indicaties, effecten en ongewenste effecten?
- Competitieve antagonsiten v/d nACh-R
- AChE inhibitoren gaan hun effect tegen
- Sugammadex is een gemodifieerd gamma cyclodextrin ontworpen om selectief de effecten van de neuromusculaire blokkers rocuronium (en vecuronium) om te keren!
Indicaties: tetanos en anesthesie
effecten: Relaxatie en paralyse van de spieren, oogspieren, farynx, aangezichtsspieren, hartspier en respiratoire spieren
Ongewenste effecten: bloeddrukval,
bronchospasmen, tachycardie
Hoe werken depolariserendee curarisantia? Geef ook de indicatie, ongewenste effecten en farmacokinetiek.
Werking:
- Agonisme –> blijvende depolarisatie t.h.v.
neuromusculaire eindplaat –> desensitisatie
v/d R en depolarisatieblok
- Voorafgegaan door transiënte fasciculaties
Indicaties: Anesthesie bij korte ingrepen
Ongewenste effecten:
- Bij brandwonden of andere taumata: verhoogde K+ vrijstelling door stijging kationpermeabiliteit: gevaar op aritmieën en hartstilstand!
- Spierpijnen, verhoogde intraoculaire druk
- Verlengde paralyse indien pseudocholinesterasedeficiëntie, bij neonati en leverzieken, bij obesitas, in hypotherme condities
- Maligne hyperthermie (zeldzame congenitale aandoening)
- Bradycardie door directe effecten op cardiale mAChRs
Farmacokinetiek: snelwerkend & kortdurend: hydrolyse door plasma- cholinesterasen
Indicatie en aangrijpingspunt van sevofluraan of desfluraan?
Inhalatie-anesthetica –> behouden van bewustzijnsverlies.
Gunstig lipofiel profiel –> concentreert zich t.h.v. de lipoproteïne interface –> modulatie van receptorkanalen en activatie van TREK K-kanalen –> vermindering v/d membraanexcitabiliteit.