middelen gebonden stoornissen Flashcards
Wat is verslaving? Wat zijn de 4 kenmerken/ fases van verslaving?
Verslaving is een hersenziekte die gepaard gaat met neuronale
adaptaties & compulsief ‘drug seeking’ en ‘drug taking’ gedrag
Reward: Vrijwillige inname van de drug: genot, beloning (= dus puls in dopaminerge baan; vindt dit pleasant dus gaat dit herhalen = volgende stap)
Reinforcement: Druggebruik neemt toe met het oog op eenzelfde genotservaring: craving,
conditionering
Habitual behaviour: Conditionering werkt aanhoudend druggebruik in de hand: afhankelijkheid treedt in, dit wordt ook heel
belangrijk in het leven, het is een gewoonte
Wanting compulsive behaviour: Drugverslaafde ontwikkelt tevens een toegenomen motivatie om de drug te
bekomen
Welke banen zorgen voor de “rewarding” fase?
Mesolimbische dopaminerge baan met cellichamen in de ventrale tegmentale regio (VTA) projecteert naar de nucleus accumbens
Nucleus accumbens of ventraal striatum: Cruciale rol bij positieve belevingen
Geef de neurobiologie van verslaving
Accumbal dopamine is betrokken in het beloningsgevoel, maar ook in de ‘reinforcement’ fase en de motivatie voor hergebruik van de drug
Nucleus Acumbens eindpunt van de neuronale banen die drug gerelateerde gedragingen sturen. Het is een belnagrijk centraal punt met een hele boel connecties met verschillende delen van de cortex die een rol speelt bij craving en sensitisatie en compulsitviteit en met de amygdala en hippocampus die een rol spelen in conditioneren en een geheugenfunctie.
Welke endogene opioden bestaan er?
Enkefalines
Endorfines
Dynorfines
welke type opioide receptoren bestaan er?
mu, delta, kappa
Wat weet je over heroïne?
= diacetylmorfine
- Verslavender dan morfine
- Snelle passage door BHB: euforie, pijnstillend, anxiolytisch, sedatie, maar ook hypothermie, nausea, ademhalings-depressie etc
- Snelle uitwerking –> grote drang naar nieuwe dosis
- Heftige dervingsverschijnselen
Behandeling opioidenverslaving
Psychosociale begeleiding blijft de hoeksteen van de benadering van de patiënt met opiaatverslaving; geneesmiddelen hebben een belangrijke maar slechts ondersteunende plaats
➢ Opioïd-R antagonisten –> naltrexon
- Aangewezen bij opioïdverslaafden na initiële desintoxicatiefase (patiënt is dus al even aan het afkicken) –> stabilisatie en recidieven tegengaan
- Risico voor ernstige ontwenningsverschijnselen indien opiaten nog een week voordien werden gebruikt
- Ook gebruikt bij acute overdosis om respiratoire depressie tegen te gaa-
- Probleem: geen therapietrouw door verslaafde patiënt aan naltrexon!
➢ Opioïd-R agonisten voor substitutietherapie –> methadon of buprenorfine
- Illegaal gebruik vervangen met gecontroleerd gebruik –> minder craving, minder infecties (HIC, hepatitis C), re-integratie in maatschappij
- Dagelijkse inname onder supervisie
Methadon
- Lange plasmahalfwaardetijd, abstinentiesyndroom is minder acuut, éénmalige toediening per dag volstaat
- Magistrale voorbereiding –> belang voor af te bouwen
- Verhoogd risico QT verlenging
Buprenorfine
- Kans op fatale overdosis lager (veiliger) en minder cognitieve neveneffecten door het feit dat het een partiële agonist is
Suboxone= vaste associatie naloxon en buprenorfine
- Agonist-antagonist
- Bij normale dosis wordt door first-pass effect de antagonist gemetaboliseerd door de lever –> naloxon bereikt circulatie dan niet en de agonist kan gaan binden aan opioïd-R
- Indien patiënt misbruik wilt maken door IV toediening –> wél binding van antagonist aan opioïd-R –> sterke ontwenningsverschijnselen
Wat doet alcohol? Waarmee interageert deze?
Interactie met verschillende neurotransmitterstoffen en neuromodulatoren:
- GABAA receptoractivatie
- NMDA receptor antagonisme
–> “CNS depressant” o.a. amnesie, ataxie,
- Dopaminerge activiteit in mesolimbische baan verhogen
- Alcohol kan ook endogene opioïden (die op de µ receptoren binden) en endocannabinoïden vrijstellen
–> Euforie, high gevoel, …
–> Afhankelijkheid - Verslavend
Welke concentraties van alcohol zorgen voor welk effect?
0.50-1 g/l: sedatie, subjectief “high”, zelfverzekerdheid, beïnvloeding reactiesnelheid
1-2 g/l: motorische dysfuncties, ataxia, ongeremd
2-3 g/l: emesis, zwaar dronken, traag, moe
3-4 g/l: coma, kan al levensbedreigend zijn
>5 g/l respiratoire depressie, dood
Hoe herken je alcoholmisbruik?
11 criteria van de DSM-5 die te maken hebben met problematisch gebruik van alcohol. Een zorgwekkend alcoholprobleem heb je als je voldoet aan minstens 2 van de 11 criteria
Wat zijn de gevolgen/ symptomen van alcoholverslaving?
Alcohol “withdrawal” symptomen Vitaminedeficiëntie Vit B1-B2-B6
Wernicke encefalopathie (behandeling met Vitamine B1)
Leverschade
Hersenschade
- hippocampus met ernstige geheugen- stoornissen, spraakproblemen, aantasten redeneringsvermogen
- In cerebellum met ataxie en coördinatie-stoornissen
- Frontale cortex: atrofie
Bij zwangerschap: foetaal alcoholsyndroom
Welke middelen bestaan er bij alcoholmisbruik-ontwenning ?
Benzodiazepines zijn de eerste keuze in de preventie en de behandeling van ernstige ontwenningsverschijnselen= substitutietherapie; in combo met methadone
Antipsychotica kunnen eveneens een plaats hebben bij alcoholontwenning. Tiapride
psychomotorische agitatie gedurende alcoholontwenning
Welke middelen bestaan er bij alcoholmisbruik- terugvalpreventie ?
Psychosociale interventies zijn de hoeksteen in de terugvalpreventie. Geneesmiddelen hebben slechts een beperkte plaats, en hebben enkel zin wanneer gecombineerd met een psychosociale aanpak.
Acamprosaat en naltrexon hebben een bescheiden effect bij het behoud van alcoholabstinentie.
Wat is acamprosaat? (aangrijpingspunt, effect, metabolisatie, toepassing)
Toepassing: alcoholmisbruik, terugvalpreventie
aangrijpingspunt: Derivaat van taurine, interageert met NMDA receptoren (zwak antagonistisch effect, waarschijnlijk interferentie met synaptische plasticiteit) en mGluR5 modulatie
effect: Verminderen van craving en risico op herval, dit is bewezen, doch matig effectief
metabolisme: niet gemetaboliseerd, dus ook veilig bij levercirrose
Wat is naltrexone? (aangrijpingspunt, effect, toepassing)
Toepassing: alcoholmisbruik-terugvalpreventie, opioidenverlaving
aangrijpingspunt: Opioïdreceptorantagonist (50 mg/dag), bij zware abstinentie- verschijnselen
Effect: Belonende effecten van alcohol verminderen –> globaal minder craving, vermindering van risico op herval, daling in aantal zware drinkdagen en vermindering hoeveelheid alcohol per drankepisode
Weinig bijwerkingen behalve bij ernstige levercirrose