Middelen bij ADHD en narcolepsie Flashcards
Wat zijn de gerbuikte middelen bij ADHD?
Methylfenidaat, lis-dexamfetamine, atomoxetine, guanfacine, TCAD
Wat zijn de gerbuikte middelen bij narcolepsie?
Methylfenidaat, modafinil, pitolisant, oxybaat
Waarvoor staat ADHD? Wat zijn de symptomen?
ADHD= attention deficit hyperactivity disorder
3 kernsymptomen: hyperactiviteit, aandachtstekort, impulsief gedrag
Welke types ADHD bestaan er?
ADHD overwegend onoplettend
ADHD overwegend hyperactief-impulsief
ADHD gecombineerd type
diagnose ADHD
Een multidisciplinaire evaluatie is nodig om echte probleemkinderen te selecteren
Pathofysiologie van ADHD
ADHD betreft een hypoactieve PFC met te weinig transmissie van NA en DA, die in de PFC binden op alpha2A- en D1-R respectievelijk.
Door te weinig neurotransmissie geeft dit een aandachtstekort.
Doel v/d behandeling is een optimale bezetting v/d receptoren (alpha2A en D1) in de PFC te voorzien met gebruik van o.a. amfetamines.
Indien dosis te hoog of foute diagnose –> te veel vuring DA/NA –> beztting van D2-R in nucleus accumbens –> drug-like effecten.
Dexamfetamine: werkingsmechanisme, bijwerkingen, indicatie, bijzondere voorzogen
werkingsmechanisme: DAT en NET reuptake inhibitor and releaser
indicatie: ADHD bij adolescenten en kinderen vanaf 6 jaar wanneer de respons op eerdere behandeling met methylfenidaat klinisch onvoldoende wordt beschouwd
bijzondere voorzorgen:
- Groei en cardiovasculaire en psychische toestand van de patiënten moeten gedurende de hele behandeling bewaakt worden.
- Er moet rekening worden gehouden met het risico van oneigenlijk gebruik en misbruik.
- Plotse stopzetting kan tot extreme vermoeidheid en depressie leiden
bijwerkingen: eetlust en gewichtverlies, insomnia, hoofdmijn, bovenbuikpijn, tachycardie, GI-stoornissen, prikkelbaarheid, verhoging van hartritme en bloeddruk, cardiomyopathie, psychiatrische stoornissen, groeivertraging
Methylfenidaat: werkingsmechanisme, bijwerkingen, indicatie, CI
Werkingsmechanisme: DAT en NET inhibitor
Bijwerkingen: (CZS) nervositeit, prikkelbaarheid, dysforie, slaapstoornissen, hoofdpijn, buikpijn, gewichtsverlies, afgenomen eetlust, maar ook groeivertraging, tics, stijging bloeddruk en pols
–> bij 25% van de patiënten aanleiding tot
slapeloosheid en verminderde eetlust
indicatie: Doeltreffend op ADHD symptomen, referentiegeneesmiddel voor ADHD wanneer de niet-medicamenteuze aanpak alleen onvoldoende blijkt
Contra-indicaties: matige tot ernstige hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, ernstige depressie, psychose of bipolaire stoornissen en hyperthyreoïdie
Het is belangrijk om methylfenidaat restrictief en rationeel te gebruiken!
Een correcte diagnosestelling van ADHD is dan ook zeer belangrijk
Er is dringend nood aan kennis over de langetermijn effecten van methylfenidaat, o.a. op de psychosociale ontwikkeling van de kinderen.
Atomoxetine: werkingsmechanisme, indicatie, ongewenste effecten, metabolisatie, CI
Werkingsmechanisme: NAD reuptake inhibitor (NET inhibitor)
indicatie: Doeltreffend voor ADHD symptomen
ongewenste effecten: prikkelbaarheid, stemmingsfluctuaties, slaapstoornissen, vertigo, maar ook vijandelijk gedrag en emotionele labiliteit, epileptische convulsies, abdominale pijn, braken, anorexie, maar ook recent groeivertraging bij kinderen; tevens ernstige leverstoornissen (cardiovasculair) tachycardie & verhoging bloeddruk, maar ook verlenging QT interval, plotse dood
verder mydriasis, allergische reacties
Metabolisatie: CYP2D6
CI: matige tot ernstige hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen
Guanfacine: werkingsmechanisme, indicatie, ongewenste effecten, metabolistaie
werkingsmechanisme: centraal werkend α2A-adrenerge receptoragonist , verlengde afgifte, voor de rest niet goed gekend
indicatie: de behandeling van ADHD bij kinderen en adolescenten van 6 tot 17 jaar voor wie stimulerende middelen niet geschikt zijn, niet goed verdragen worden of waarvan is aangetoond dat zij niet effectief zijn
ongewenste effecten: sedatie, slaperigheid, hypotensie, bradycardie, syncope, verlenging van het QT- interval, gewichtstoename.
metabolisatie: CYP3A4
Geef de verschillende keuzes bij behandeling van ADHD
Eerstekeus voor behandeling van ADHD bij kinderen: methylfenidaat in preparaten met gereguleerde afgifte
Tweedekeus: “immediate-release” vormen van methylfenidaat alsook atomoxetine, guanfacine
Derdekeus: tricyclische antidepressiva en andere stimulantia
Methylfenidaat: speciaal advies voor patient?
Zeldzaam komen convulsies voor, Raynaud fenomeen, mogelijks verhoogd cardiovasculair risico. Wordt daarom best niet ‘s avonds genomen. Belangrijk om restrictief en rationeel te gebruiken, anders ontstaan er drug-like effects (D2-R bezetting in nucleus accumbens).
Worden centrale stimulantia gebruikt in de kliniek? Zo neen, leg uit waarom en zo ja zeg waar.
Ja –> methylfenidaat voor de behandeling van ADHD bij kinderen –> NA en DA reuptake inhibitor om de neurotransmissie in PFC te optimaliseren.
Ook voor behandeling van narcolepsie –> methylfenidaat, modafinil…
Wat is het aangrijpingspunt van pitolisant?
Pitolisant wordt gebruikt bij narcolepsie en heeft een gunstig effect op de slaperigheid en alertheid overdag (echter geen normalisatie v/d slaap).
Pitolisant is een krachtige H3-R antagonist/inverse agonist. H3-R is een auto-R presynaptisch die bij binding van histamine de vrijstelling ervan inhibeert. H3-R antagonist –> disinhibitie –> meer vrijstelling histamine. Histamine kan dan binden op de postsynaptische H1-R –> beter wakker.
(H1-R targeting rechtstreeks zou ook effecten hebben perifeer (allergie). De H3-autoR vinden we vnl. centraal terug (dus geen allergie).)
Wat is narcolepsie?
een slaap/waakstoornis met een neurologische oorzaak gekenmerkt door plotse, onbedwingbare slaapaanvallen overdag (duur minuten) ook al heeft de patiënt voldoende nachtrust genoten. Bij ongeveer de helft van de patiënten gaat dit gepaard met kataplexie, i.e. het plotseling verslappen van de spieren bij emoties. Oorzaak wellicht multifactorieel, doch betrokkenheid hypocretine/orexine systeem is aangetoond