Ministeriele Verantwoordelijkheid - WG 5 Flashcards
Strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Voor 1840 was de Koning aan de macht. Voorheen was dit in relatie tot de Koning, nu is de focus op de minster zelf en op de ambtelijke dienst. Vroeger legde de minister verantwoordelijk af aan de koning, aangezien ze ondergeschikt waren aan de koning.
➞ vanaf 1848 doen ze dat aan het parlement.
De strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid komt in de grondwet in artikel 119 Gw aan de orde. Het betrekt het strafrechtelijk vervolgen van een lid van de S-G bij het plegen van een ambtsmisdrijf (art 355 Sr)
Procedure onderzoek naar strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Art 5 Wmv: regering besluit bij KB tot vervolging
Art 7 Wmv: TK besluit tot vervolging ➞ concreet voorstel van ten minste 5 leden
Politieke ministeriële verantwoordelijkheid
➞ art 42 Gw (actief, en geldt altijd en minister moet dan ook zelf dingen inlichten aan de kamer)
Kan over alles gaan, en de reikwijdte is dus groter dan bij strafrechtelijke
& art 68 Gw (passief, pas als er gevraagd wordt om iets)
- Minister is ook verantwoordelijk voor collectieve besluiten (art 45 Gw)
- verantwoordelijk voor zijn ambtenaren en voor zijn bijdrage hieruit volgt is dat het parlement aan het langste eind trekt
geen verantwoordelijkheid zonder bevoegdheid
Mondeling en schriftelijke ministeriële verantwoordelijkheid
Kan zowel mondeling als schriftelijk worden afgelegd (RvOTK en RvOEK) en in beginsel openbaar ➞ tenzij deze vertrouwelijk worden verstrekt
De minister is niet altijd verplicht te antwoorden ex 68 Gw
➞ verantwoordelijkheid is positief geldend recht
Minsiter verantwoordelijk voor:
- Zijn eigen handelen
- Als lid van de ministerraad (45 Gw)
- Als hoofd van het ministerie (44 Gw)
- Zijn handelen binnen de EU
- Als verantwoordelijke voor het handelen van de koning binnen de regering (47 Gw)