De Staten-Generaal - WG 3 Flashcards

1
Q

Sinds hoelang kennen we de staten generaal?

A

Al heel lang
- na 1814 kregen ze een echte volksvertegenwoordiging functie
- sinds 1848 kennen we het systeem van nu, waar de burgers (toen vooral rijke mannen) de volksvertegenwoordigers kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vertegenwoordiging

A

art 50 Gw

art 67 lid 3 Gw: ‘de leden stemmen zonder last’ ➞ je kunt hieruit afstemmen dat het vergenwoordiging begrip anders is dan in het privaatrecht
➞ wordt ingevuld door art 62 Gw

De S-G mogen niet handelen in opdracht van diegene die ze hebben gekozen
➞ ze mogen alleen het algemeen belang in acht nemen ➞ niet wat de kiezer ‘wilt’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Democratie

A

De invloed van het volk op beslissingen van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Directe democratie

A

Houdt in dat mensen zelf keuzen kunnen maken

refendum (vorm van directe democratie) ➞ hier wordt het volk gevraagd om ja of nee te stemmen: op lokaal niveau kennen we dit nog want gemeente kan zelf beslissen of ze een referenda gaan houden over bepaalde voorstellen (niet op landelijk niveau)
- kan op voorstel van de burger ➞ ondersteund door meerdere
- kan op voorstel van de gemeenteraad

WRR - wet raadgevend referendum (2015-2018): referendum op landelijk niveau ➞ was raadgevend, dus overheid niet gebonden

raadplegend referendum: dan raadpleegt de overheid de burger ➞ initiatief van overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Indirecte democratie

A

Dat de burgers via een volksvertegenwoordiger kunnen beslissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Samenstelling staten-generaal

A

a. Eerste Kamer
- 150 leden

b. Tweede Kamer
- 75 leden

c. Voorzitter
- art 3.2 Reglement van Orde van de Tweede Kamer

➞ art 72 Gw: kamer stellen zelf RvOTK vast, dat doet de grondwet niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verenigde vergadering

A

➞ eerste- en tweede kamer samen vergaderen

art 36 Gw: veel hiervan heeft te maken met de koning
art 103 lid 3 Gw: noodsituaties samen verenigde vergadering
- gaat dan vaak over situaties waar ze snel een beslissing hebben, het is dan ongewenst als de 1e en 2e kamer allebei tot nadere uitkomsten komen ➞ daarom doen ze het samen, want dan weet je zeker dat ze tot dezelfde uitkomst komen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verkiezingen

A

a. Evenredige vertegenwoordiging (in NL)
b. Meerderheidsstelsel in districten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Evenredige vertegenwoordiging (+ en -)

A

art 53 Gw
➞ dit hebben we in Nederland: leden worden in beginsel voor 4 jaar gekozen

  • welk percentage van de stemmen een partij krijgt, dat percentage aantal zetels krijgt die partij ook
  • heeft als voordeel dat meerdere vertegenwoordigers hebben ➞ maar dit zorgt ook voor meer versplintering. Daardoor weet je ook niet zeker wie gaat regeren

Voordeel = getrouwde afspiegeling van de bevolking (elk stem wordt in het parlement gehoord)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zouden we kunnen doen om de versplintering in het parlement tegen te gaan?

A

(Hogere) kiesdrempel: dat je een bepaald aantal stemmen nodig hebt ➞ in NL is dat 0,67% om een zetel te krijgen ➞ zouden het ook kunnen verhogen naar 5% zoals in Duitsland
- je hebt dan altijd 8 zetels nodig om in de kamer te komen

Nadeel hiervan is dat heel veel stemmen verloren gaan en dat de grotere partijen dan nog groter worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Meerderheidsstelsel in districten (+ en -)

A

Elk district krijg een winnaar, en daarvan komen ze
a. Absoluut meerderheid: altijd 50% + 1 van de stemmen ➞ deze duurt daarom meestal wat langer, omdat je vaak een tweede ronde nodig hebt
b. Relatief meerderheid: diegenen die relatief de meeste hebben

➞ leidt vaak tot 2 grote paringen, waardoor eentje meestal ook de grote is in het parlement (mensen gaan vaak strategisch stemmen dus vandaar)

voordeel: snellere, daadkrachtigere besluitvorming en band tussen keizer en vertegenwoordiger is groter aangezien je per district stemt ➞ je hebt dat specifieke persoon gekozen
nadeel: mensen verhuizen van district & minder afspiegeling van de bevolking als men strategisch gaan stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Eerste kamer + verschil TK

A

Verkiezingen = via de provinciale staten ➞ je stemt dus indirect voor de eerste kamer want de provinciale staten kiezen vervolgens de leden van de eerste kamer

Verschil tussen Eerste en Tweede Kamer
- TK heeft het recht van initiatief(wetsvoorstellen indienen)
- TK heeft het recht van amendement ➞ EK kan alleen verwerpen of aannemen. In praktijk als EK niet eens is met een voorstel kunnen ze dat terug sturen naar de TK om aan te passen (terugzend recht)
- feitelijk gezien heeft de TK politie primaat, en de EK voert meer controle uit en voert geen politiek afwegingen. Staatsrechtelijk gezien is dat niet perse zo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Actualiteit:

In 2022 verscheen het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State inzake het wetsvoorstel ‘Met één stem meer keus’ (https://www.raadvanstate.nl/adviezen/@124793/w04-21-0073/.)Dit wetsvoorstel beoogt het zogeheten Burgerforum Kiesstelsel in te voeren.
a. Hoe ziet het nieuwe kiesstelsel er – op hoofdlijnen – uit?
b. Waarom wil de regering het Burgerforum Kiesstelsel invoeren?
c. De Afdeling toont zich kritisch over de in het wetsvoorstel neergelegde vertegenwoordigingsopvatting. Hoe luidt deze opvatting en wat is de kritiek van de Afdeling hierop?

A

a. Hoe ziet het Burgerforum kiesstelsel eruit?
Dan heb je de mogelijkheid om of op een lijst te stellen, of op een kandidaat. Nu stemmen we op een lijst, waarbij je ook op een persoon moet stemmen
➞ in het nieuwe voorstel heb je dan een keuze: of lijst of persoon

Hoe vind de zetel verdeling dan plaats?
Eerst kijk je dan naar lijst stemmen (bv 4 zetels) en daarna naar partij (bv 2 stemmen) ➞ daarna in totaal 6 zetels
➞ een kandidaat stem heeft dus meer invloed dan lijst stem. Het veranderd dus wie er in de Kamer komt

** b. Waarom wil de regering het Burgerforum Kiesstelsel invoeren?**
Zodat er een betere band komt tussen de kiezer en de gekozenen

c. Kritiek van de Afdeling
Vanwege verantwoording begrip en praktische gevolgen. Want kandidaat stem heeft dan meer invloed dan een lijststem

Staatsrechtelijk gezien problematisch, want: dit systeem past dan niet in het vertegenwoordiging systeem. Het volksvertegenwoordiging moet het algemeen belang behartigen, maar met zo’n systeem zullen mensen meer hun kiezers vertegenwoordigen. - art 50 Gw
➞ gaat dan misschien meer om de populariteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Staatsrechtelijke positie van de Eerste Kamer

A

Mede verantwoordelijk voor de wetgeving en beoordeelt als laatste instantie wetsvoorstellen
- nadat de TK een wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de EK het wetsvoorstel nog goedkeuren
- kan wetsvoorstellen niet meer wijzigen in tegenstelling met de TK. Ze hebben niet het recht van initiatief of wijziging

Tweede Kamer heeft politieke primaat en is democratischer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wetsvoorstel correctief referendum, en dan?

A

Dan moet er een grondwetswijziging komen, want artikel 81 Gw moet veranderd worden
- regering en S-G zijn de wetgever en niet de Nederlandse kiezer, je moet dan dus in de Gw een regel opstellen die een bindend referendum mogelijk kan maken die invloed heeft op het wetgevingsproces

➞ de invulling kan je het beste overlaten aan de formele wetgever, om te voorkomen dat alles moet worden gewijzigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Voor en nadelen van een hogere kiesdrempel?

A
  1. Kleinere partijen niet in de kamer komen, minder stel nieuwe ideeën waardoor de kamer lang gelijk blijft
  2. 5 procent staat gelijk aan 8 zetels, dus dan gaan veel stemmen verloren
  3. Kiesdrempel doet afbreuk aan de getrouwde afspiegeling van de wil van het volk
17
Q

Overeenkomsten tussen Eerste, en Tweede kamer

A
  1. Beide zijn lid van SG (art 51 Gw)
  2. Beide kamers zijn medewetgever (art 51 Jo 81 Gw)
  3. Beide kamers hebben interpellatierecht (139 RvOEK en 12.6 RvOTK), enqueterecht (70 Gw) en vragen recht (69 Gw)
18
Q

Verschillen Eerste en Tweede kamer

A
  1. Wetgevingsproces: wetsvoorstel gaat altijd eerst naar TK daarna pas EK
  2. EK heeft geen initiatiefrecht (82 lid 1 Gw) of recht van amendement (84 lid 1 Gw)
  3. TK kan leden van de HR benoemen (118 Gw) en ombudsman (87a Gw)
  4. Fractiediscipline in de EK is veel minder sterk
  5. Kabinetsformatie in TK altijd gericht op meerderheid krijgen
  6. Politieke primaat ligt bij de TK, want meer democratisch gelegitimeerd ➞ TK is full-time