Duitse bondsregering Flashcards
Wat zijn de constitutionele verhoudingen in de Duitse Bondsregering?
art 62 GG: de regering bestaat uit de Bondskanselier en de federale ministers
art 65 GG: belangrijke bepaling inzake de bevoegdheidsverdeling & gebaseerd o p Duitse Keizerrijk van 1871
- De Bondskanselier bepaalt de richtlijnen
- Binnen deze richtlijnen hebben de Bondsministers hun eigen portefeuille onder eigen verantwoordelijkheid
- Meningsverschillen tussen Bondsministers worden beslecht door de Bondsregering
Leiderschapsbeginsel (DL)
sterk ontwikkeld in Duitsland. Verkiezingen draaien ook vaak om de Bondskanselier terwijl in Nederland de verkiezingen om de TK gaat. Minister-president is bij ons helemaal geen leider want hij is primus inter pares, dus bij ons geen sterk leiderschapsbeginsel
Bondskanselier (& functies)
= heeft een verheven positie ➞ Kohl en Merkel zijn de belangrijkste geweest
- bepaald algemene richtlijnen van het beleid: gebonden aan de wet en GG, bij geen vertrouwen kunnen de richtlijnen vervallen
- leiding over werkzaamheden van de Bondsregering
- gekozen door de Bundestag (art 63 GG): indirecte verkiezingen, benoeming door bondspresident
- vertrouwensregel: richt zich alleen tot de bondskanselier (art 67 GG) ➞ die kan vertrouwensvraag uitlokken dat kan leiden tot ontbinding van bondsdag (parlement) (art 68 GG)
- benoeming en ontslag van ministers, maar formeel de president (64 GG)
- kabinettsbildungsrecht = kanselier bepaalt het werkterrein per ministerie
- eigen groot ministerie
Bondsminister
- positie van de bondsminister is zelfstandig
- 65 GG: zij leiden hun ressort + hoofd van ministerie binnen richtlijnen van de BK
- verordende bevoegdheid door delegatie (80 GG): door de wet kan de minister bevoegd worden
- contraseign voor besluiten (58 GG)
- verantwoordingsplicht tegenover bondsdag, MAAR geen vertrouwensregel
➞ hoofd van ministerie en lid van de regering: dubbelfunctie
Ressortbeginsel van de bondsminsisters
De ministers hebben dus zelfstandige bevoegdheden. Maar: vaak wordt er in Duitsland geregeerd door ofwel de SPD met een kleine partij ofwel het CDU met een kleine partij. Mocht er sprake zijn van een ‘GroKo’ (grote coalitie: bv. CDU + SPD) vanwege versplintering, dan zijn de ministers van de tweede grootste partij zeer belangrijk. Zij kunnen dan een stempel drukken op het regeringsbeleid.
➞ Het staatsrecht wordt in die zin dus beperkt door de politiek, Kanselier heeft soms minder invloed
Bondsregering
- 62 GG: bondskanselier en bondsministers. Het is een collegiaal orgaan, dus besloten bij meerderheid
- vooral coördinerende functie ➞ 65 GG
- wetgevingsbevoegheid volgens art 76 lid 1 en 80 GG
A. Wordt gedelegeerd door de wet
B. Wetsvoorstellen door bondsregering ingediend bij eerst de bondsraad en dan de bondsdag
C. Kan geen zelfstandige besluiten vaststellen (zoals dat in NL wel kan - 89 Gw) - 110 GG: begrotingsrecht en heeft ook vetorecht als wetgeving de begroting overstijgt
- toezicht op bestuur van de lander: 84 GG
Collegialiteitsbeginsel (bondsregering DL)
In Duitsland zijn de beginselen redelijk in balans, want Kanselier kan niet zomaar handelen want de ministers moeten meewerken aangezien zij een ressort leiden. Wel sterkere positie van mp in NL door vaststellen van richtlijnen van beleid.
- In het Verenigd Koninkrijk is de balans meer doorgeslagen naar de prime minister
Inhoud en strekking van art 65 GG?
Het GG en het RvO zeggen hier niks over. In de Duitse literatuur wordt de Richtlijnenbevoegdheid gezien als een constitutioneel prerogatief van de Kanselier. Bij de uitoefening wordt de Kanselier beperkt door:
- Hij is gebonden aan de Grondwet en aan de wet
- De Bondsdag kan via de vertrouwensregel uiten dat zij het niet eens zijn met een richtlijn, maar ook door wetten en het geld dat/die voor de uitvoering van de richtlijn nodig zijn.
- De Bondsregering en afzonderlijke ministers kunnen niet willen meewerken aan de uitvoering
De richtlijnen van de politiek betekent dat de Bondskanselier het doel en de richting van de politiek bepaalt, maar mag hij ook concrete aanwijzingen geven?
Hier is de literatuur het niet over eens. Het is dus onzeker of je het ook een aanwijzingsbevoegdheid kan noemen. De kanselier kan dus niet per definitie inbreken in het ressortsbeginsel, maar er bestaat dus discussie over.
In de praktijk maakt de Bondskanselier bepaalde zaken Chèfsache = bepaalde zaken trekt de Bondskanselier naar zich toe en die gaat dan dat beleid coördineren. Dat kan ook, vanwege dat grote ministerie dat de Bondskanselier tot zijn/haar beschikking heeft (bv. Oekraïne, vluchtelingen).
Meningsverschil oplossingen - het gevolg van de richtlijnenbevoegdheid kan voor botsing tussen een minister/regering en de kanselier zorgen.
- De regering beslecht het geschil
- De bondskanselier draagt de minister voor met betrekking tot ontslag (64 GG)
- Een van beide partijen kan vragen of het Bundesverfassungsgericht uitspraak wil doen (theoretisch gezien). In de praktijk zal dit niet voorkomen, omdat het zo ver niet komt.