MBIT Flashcards

1
Q

Volgens … (identiteitstheorie/materialisme/eliminativisme) kunnen we mentale toestanden schrappen uit de ontologie.

A

Eliminativisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ontologie:

A

studie van alles wat is/alles wat bestaat.

Ontologie is de tak van de filosofie die zich bezighoudt met de studie van het zijn en de aard van het bestaan. Het probeert te beantwoorden wat er fundamenteel bestaat en hoe entiteiten zich tot elkaar verhouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Of we reductionisme of eliminativisme toepassen, hangt volgens … af van …

A

Wetenschappelijk onderzoek, volgens Paul Churchland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volgens het reductief materialisme kunnen alle … toestanden gereduceerd worden tot … toestanden.

A

Alle mentale toestanden kunnen gereduceerd worden tot fysieke breintoestanden volgens Reductief Materialisme, ofwel de MBIT.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Volgens het reductief materialisme van de identiteitstheorie is pijn…

  1. Hetzelfde als het vuren van c-vezels, wat bestaat, dus pijn bestaat.
  2. Overbodig, en moet het verwijderd worden uit de ontologie. Pijn bestaat niet.
  3. Het enige wat overblijft, c-vezels zijn irrelevant. C-vezels bestaan niet.
A
  1. Hetzelfde als het vuren van c-vezels, wat bestaat, dus pijn bestaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Type Fysicalisme

A

Type fysicalisme: Mentale staten zijn gelijk aan specifieke types van fysieke toestanden. Ofwel, elke token van een bepaald type mentale toestand is identiek met een token van een bepaald type breintoestand.

“Type” = variant van. Dus B.v. Type Pijn heeft veel “tokens”, varianten van pijn, zoals het stoten van je teen.

Volgens Type Fysicalisme is Type Pijn gelijk aan Type C-Vezel vuren. Daarin zitten ook tokens, van c-vezels die vuurden wanneer je je teen stootte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Token Fysicalisme

A

Mentale toestanden zijn afhankelijk van fysieke processen, maar de specifieke fysieke processen kunnen per individu of situatie variëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verschil token en type fysicalisme

A

Type fysicalisme stelt dat elke mentale toestand identiek is aan een bepaald fysiek proces, terwijl token fysicalisme stelt dat mentale toestanden altijd fysiek zijn, maar de specifieke fysieke toestanden per geval kunnen variëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is de wet van Leibniz geen goed argument tegen de MBIT identiteitstheorie?

Verschillen in Epistemische, Ruimtelijke en Semantische eigenschappen.

A

Aangezien volgens de MBIT aangetoond is dat de geest gelijk is aan het brein, is het overbodig om te stellen dat eigenschappen van de ene geen eigenschappen zijn van de ander.

Bij Epistemische eigenschappen (toegang tot mentale ervaring maar niet brein) is het een beredeneringsfout, differentiating properties moeten eigenschappen van het object zijn, niet van subjecten die dat object ervaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is meervoudige realiseerbaarheid een goed argument tegen de MBIT?

A

Sommige dingen kunnen maar op één manier worden gerealiseerd: elk individueel geval van water is een individueel geval van H2O. De MBIT stelt dat mentale toestanden slechts op 1 manier gerealiseerd worden in het brein.

Maar sommige dingen kunnen op meerdere manieren gerealiseerd worden, en dat geldt ook voor het brein. B.v. dieren die waarschijnlijk pijn ervaren maar geen C-Vezels hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 2 reacties van MBIT voorstanders tegen het argument van meervoudige realiseerbaarheid?

A

i. Antwoord 1: ze hebben inderdaad geen pijn. Maar gedrag insinueert van wel, hoe hebben ze anders overleefd?

ii. Antwoord 2: Dieren hebben wel pijn, dus pijn is meervoudig realiseerbaar. Dan kun je pijn niet hechten specifiek aan het vuren van C-vezels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

We hebben empirische data die hersentoestanden hechten aan mentale toestanden. Waarom is MBIT een goede verklaring voor de correlaties hiertussen?

3 redenen

A
  1. Het is de eenvoudigste verklaring (Waarom komen A en B altijd samen voor? Omdat A = B)
  2. Ockham’s razor: het is de meest ontologisch spaarzame verklaring. Ofwel het heeft de minste entiteiten nodig (1, want brein = mentale wereld)
  3. Causale rol argument: Mentale toestanden spelen een causale rol in gedrag en deze rol kan alleen vervuld worden door fysieke hersentoestanden. A is causaal voor B, en alleen B kan de rol vervullen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ockham’s razor / ontologisch spaarzaam argument voor MBIT

A

het is de meest spaarzame verklaring. Als een fenomeen op meerdere manieren verklaarbaar is, moeten we de meest ontologisch spaarzame verklaring prioritiseren.

Ontologisch spaarzaam = minst aantal entiteiten nodig. (B.v. bij substantiedualisme 2 entiteiten nodig voor de verklaring).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Causale rol argument voor MBIT

A

Causale rol argument: wanneer we analyseren welke ROL een bepaalde breintoestand speelt, ontdekken we soms dat dit een rol is die we toeschreven aan mentale toestanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Eenvoudigheid argument voor MBIT

A

Het is de meest eenvoudige verklaring voor waarom er correlatie is tussen mentale en hersentoestanden.

“Waarom komen A en B altijd samen voor?” Eenvoudigste antwoord: Omdat A = B. Dus mentale toestanden = hersentoestanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent het als iets meervoudig realiseerbaar is?

A

Het kan zich op meerdere manieren presenteren, zoals vloeibaarheid in kwik of water.

17
Q

Hoe reageerden MBIT-voorstanders op het argument van meervoudige realiseerbaarheid? “

2 reacties

A

Reactie 1: Kijk naar alle wezens die pijn ervaren, wat hebben hun hersenen gemeen? DAT is pijn”. MAAR: er zijn niet zoveel relevante overeenkomsten tussen alle dieren.

Reactie 2: Type-identiteit werkt niet, dus we stappen over naar Token-identiteit. Dus mentale toestanden zijn niet identiek aan het type breintoestand daarvan. Dus Token-identiteit: een geval van mentale toestand van type pijn is een geval van een breintoestand. MAAR: we weten dan niets wetenschappelijks, want water = dan niet H2O, maar water is gewoon “fysieke materie”.

18
Q

Neemt de MBIT de wetenschap en de geest serieus?

A

Ja, beide. De geest bestaat EN wetenschap is belangrijk.

19
Q

Wat is het grote probleem met de MBIT?

A

De geest lijkt meervoudig realiseerbaar te zijn, dus kunnen we niet specifieke breintoestanden hechten aan specifieke mentale toestanden.

20
Q

Welke theorie over de geest is het beste volgens Ockham’s razor?

  1. Substantiedualisme
  2. Parallelisme
  3. MBIT.
A

MBIT, want Ockham’s razor verwijst naar het selecteren van de meest ontologisch spaarzame verklaring, ofwel de theorie die het minste entiteiten nodig heeft voor de verklaring. Er is maar 1 entiteit nodig voor MBIT, want geest = brein.

21
Q

Is de wet van leibniz een goed argument tegen MBIT?

A

Nee, want het tegenargument kan altijd zijn “jawel, want we hebben aangetoond dat X = Y, dus ze delen alle eigenschappen”

22
Q

Volgens de MBIT zijn het brein en de geest … (kwantitateif/kwalitatief) identiek. .

A

Kwantitatief

23
Q

Volgens Churchland zijn de 3 argumenten voor waarom MBIT een goede verklaring is voor correlaties …

A

Individueel te zwak, maar samen genomen sterk.

24
Q

Geef het JUISTE antwoord aan

  1. De zangeres supervenieert op haar repertoire van liedjes.
  2. De stad supervenieert op de rangschikking van gebouwen
  3. De politie supervenieert op de connecties tussen criminelen
  4. De geest supervenieert op gedrargspatronen
A
  1. De stad supervenieert op de rangschikking van gebouwen

De stad hangt af van de rangschikking van gebouwen, maar de rangschikking van gebouwen hangt niet af van de stad.

25
Q
  1. Berkeley beweert dat “zijn” gelijk is aan “waargenomen worden” (esse est percipi). Zijn idealisme
    impliceert dat …
    a. … de materiële wereld niet bestaat.
    b. … God niet bestaat.
    c. … de spirituele wereld niet bestaat.
    d. … het interactieprobleem niet bestaat.
26
Q

Wat zijn differentiating properties?

(wet van Leibniz)

A

Eigenchcappen waar A verschilt van B, vice versa.

26
Q

Verschillen epistemische eigenschappen wet van Leibniz over de MBIT (verschil breintoestanden en mentale toestanden), en waarom het niet werkt

A

Epistemische eigenschappen: we hebben geen toegang tot de kwalitatieve ervaring in ons brein op dezelfde manier als dat van onze geest. Dus ik voel pijn direct, maar c-vezel vuren indirect.

Dit werkt niet, want:
Epistemische eigenschappen kunnen geen differentiating properties zijn. Dit is namelijk een verschil over kennis, b.v. je kan weten dat Superman kan vliegen maar Clark Kent niet, dus ze kunnen niet hetzelfde zijn.

27
Q

Regel voor Differentiating Properties?

A

Het moet een eigenschap van het object zelf zijn.

28
Q

Wat is de minimale aanname van elke materialist?

A

Geest-lichaam superveniëntie

29
Q

Identiteitsclaims zijn … (a priori/a posteriori) en … (noodzakelijk/contingent) waar

A

Identiteitsclaims zijn meestal a posteriori, maar noodzakelijk waar.

Als identiteitsclaim, dan A = B, dan noodzakelijk waar