Het Moeilijke Probleem Flashcards

1
Q

Het Moeilijke Probleem (van bewustzijn):

A

Dit is het fundamentele probleem van het fenomenaal bewustzijn en de verklaringskloof (explanatory gap). Hoe kunnen puur fysieke processen in de hersenen leiden tot subjectieve ervaring (qualia)?

Hoe kunnen we fenomenaal bewustzijn of subjectieve ervaring verklaren vanuit een materialistische theorie?

Dit is een van de grootste open vragen in de filosofie van de geest en de cognitiewetenschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het Moeilijke Probleem van Bewustzijn?

A) Hoe we neurale correlaten van bewustzijn vinden
B) Hoe fenomenaal bewustzijn kan worden verklaard vanuit een materialistische theorie
C) Hoe aandacht werkt in cognitieve processen
D) Waarom we bewuste toegang hebben tot sommige informatie maar niet tot andere

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het kernidee van illusionisme?

A) Bewustzijn is een fundamenteel en onverklaarbaar fenomeen
B) Bewustzijn en subjectieve ervaring bestaan niet zoals we denken
C) Bewustzijn wordt volledig bepaald door neurale netwerken
D) Bewustzijn is volledig te verklaren door introspectie

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Illusionisme:

A

Probeert te verklaren wat wij ervaren als bewustzijn en vanwaar deze ervaring komt.

Elimineert het moeilijke probleem van bewustzijn: het is een illusieprobleem. Het komt er niet op aan onze ervaringen/fenomenologie te verklaren, maar we moeten onze eigen illusies of misvattingen over subjectieve ervaringen verklaren.

Waarom voelen bewustzijn/qualia speciaal voor ons, terwijl breinprocessen het kunnen verklaren?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Illusionisme … het Moeilijke Probleem, en waarom? Wat zeggen ze daarover?

  1. Reduceert
  2. Elimineert
  3. Verklaart
A

Elimineert het moeilijke probleem van bewustzijn: ze zien het als een illusieprobleem.

Het komt er niet op aan onze ervaringen/fenomenologie te verklaren, maar we moeten onze eigen illusies of misvattingen over subjectieve ervaringen verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Daniel Dennett is een … illusionist.

A) Sterke
B) Zwakke

A

B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sterk en Zwak illusionisme

A
  1. Zwak illusionisme: Bewustzijn is niet zoals het voor ons lijkt, of zoals het wordt beschreven. We vergissen ons in onze beschrijvingen.
  2. Sterk illusionisme: Bewustzijn bestaat niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Daniel Dennett (zwakke illusionist) zei dat het moeilijke probleem moeilijk is, omdat we niet weten wat we proberen op te lossen, wat fenomenaal bewustzijn is.

Hoe wilde hij dit oplossen?

A

Hij dacht dat antwoorden op de makkelijke vragen, dus neurale correlaten van bewuste ervaringen, in combinatie het moeilijke probleem van (fenomenaal) bewustzijn kunnen oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Volgens het illusionisme is het onterecht om bewuste ervaringen te veronderstellen als waar/correct. Waarom?

A

We moeten volgens het illusionisme bewuste ervaringen serieus nemen, maar de wetenschap toont aan dat we ons kunnen vergissen over onze bewuste ervaringen.

Het bewustzijn is niet voor ons zoals het lijkt te zijn, dus waarom lijkt het iets anders dan wat het eigenlijk is?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De Grote Illusie van Visuele Perceptie:

A

De Grote Illusie is het idee dat onze bewuste visuele ervaring van de wereld completer, gedetailleerder en stabieler lijkt dan die in werkelijkheid is. Met andere woorden: we dénken dat we de wereld helder en volledig waarnemen, maar in werkelijkheid is onze perceptie vol gaten, beperkt en afhankelijk van onze aandacht.

Visuele perceptie lijkt in te houden dat we rijke en gedetailleerde representaties of beelden aanmaken in ons hoofd, maar dit is slechts een illusie.

Dit betekent niet dat wat we zien fout is, maar HOE we het zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke stelling(en) zijn correct?

  1. Volgens de Grote Illusie van Visuele Perceptie is wat we zien fout.
  2. Volgens de Grote Illusie van Visuele Perceptie is wat we zien niet fout, maar HOE we het zien.
  3. Volgens de Grote Illusie van Visuele Perceptie is HOE we het zien EN wat we zien fout.
A
  1. Onjuist
  2. Juist
  3. Onjuist
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kunnen we ons vergissen over onze eigen visuele ervaring?

A

Ja, volgens illusies.

Volgens illusionisten kunnen we ons zo ook vergissen over de eigenschappen van ons bewustzijn die het eigenlijk niet heeft.

  • Rubberen hand illusie (nep-hand gevoel associëren met echte hand)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 aannames uit de wetenschap van visuele perceptie:

A
  1. Visuele ervaringen zijn rijk en gedetailleerd: we denken dat ons beeld rijk en gedetailleerd is. En dat we een goed inzicht hebben over hoe de kamer eruitziet.
  2. Op elk moment kunnen we zeggen wat we wel/niet zien: er zijn dingen die we bewust visueel ervaren en dingen die we niet bewust visueel ervaren. We kunnen duidelijk zeggen wat de bewuste inhoud van onze visuele ervaring is.
  3. (Belangrijkste) Zien betekent mentale beelden hebben: de wereld wordt gerepresenteerd in ons hoofd. Zien voelt als het creëren van mentale beelden: afbeeldingen/representaties in ons hoofd. Dit kunnen we ook enigszins wanneer we ons oog sluiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de belangrijkste aanname op basis van wetenschap naar visuele perceptie?

  1. Rijk en Gedetailleerde visuele ervaring
  2. Bewust vs Onbewust ervaren/beschrijven
  3. Zien = Mentale Beelden hebben
A
  1. Zien betekent mentale beelden hebben: de wereld wordt gerepresenteerd in ons hoofd. Zien voelt als het creëren van mentale beelden: afbeeldingen/representaties in ons hoofd. Dit kunnen we ook enigszins wanneer we ons oog sluiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

… zag het oog is als een camera obscura.

A

Da Vinci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De 3 aannames van de wetenschap van visuele perceptie leidt tot de intuïtie:

A

Visuele perceptie is het proces waarin we, in ons hoofd, een gedetailleerde en rijke representatie construeren van het object van onze perceptie. Dit heet volgens illusionisten (Alva Noë): De Grote Illusie. Ze noemt het “bad phenomenology”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Visuele perceptie is het proces waarin we, in ons hoofd, een gedetailleerde en rijke representatie vormen van het object van onze perceptie.

Dit heet volgens illusionisten (Alva Noë): …

A

De Grote Illusie. Ze noemt het “bad phenomenology”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg de 3 argumenten om de Grote Illusie te ondersteunen uit:

  1. Homunculus Probleem
  2. Incompleetheid/Gappiness
  3. Veranderingsblindheid
A
  1. Dit probleem stelt dat er geen “klein mannetje” in ons hoofd kan zijn dat de visuele input bekijkt en vertaalt naar bewuste ervaring. Als dat wel zo zou zijn, zou dat een oneindige regressie veroorzaken. Dus zintuigelijke werking is een proces in ons brein, wat het moeilijk maakt om de intuïtie dat we een soort ‘kijker’ (de IK) = homunculus in ons brein zijn moeilijk maakt.
  2. Er zijn gaten in onze perceptie.
    a. We weten niet wat we precies zien: Ons brein lijkt een soort globale inschatting te maken van wat er te zien is. Het zou ook veel te veel energie kosten om zoveel detail te zien.
    b. Amodale perceptie: ontbrekende informatie vullen we in.
    c. We zien nooit alles tegelijk: de blinde vlek bestaat, maar dat merken we niet op.
  3. we merken niet op hoe wat we waarnemen verandert b.v. wanneer we knipperen of tijdens saccades. B.v. zoek de verschillen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Amodale Perceptie

A

Amodale perceptie: ontbrekende informatie vullen we in.

(Deel van Incompleetheid/Gappiness argument om Grote Illusie te ondersteunen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Veranderingsblindheid is een argument … voor/tegen de Grote Illusie

A

Voor. Het ondersteunt de Grote Illusie.

We merken niet op hoe wat we waarnemen verandert b.v. wanneer we knipperen of tijdens saccades. B.v. zoek de verschillen. Dus misschien klopt het wel, zoals de grote illusie stelt, dat HOE we zien fout is.

21
Q

Het klassieke, representationele idee over perceptie is …

Bottom-up / Top-down

A

Bottom-up: rijke/gedetailelerde representaties worden in ons hoofd opgebouwd op basis van percepties van de wereld.

22
Q

2 Illusionistische opties om visuele perceptie beter te beschrijven dan het idee van een objectief onverstoord beeld van de realiteit:

  1. Representationele theorie van perceptie
  2. Niet-representationele theorie van perceptie
A
  1. Representationele theorie: perceptie is het opbouwen van representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet hoe we dachten dat ze waren. Perceptie is representationeel. Mentale representaties zijn niet rijk, gedetaileerd, stabiel of compleet.
  2. Niet-representationele: Perceptie is niet in ons hoofd, geen brein voor reconstructie. We nemen het waar zoals het is. Perceptie bestaat niet uit het opbouwen van representaties in ons hoofd, we moeten er anders over nadenken. Perceptie is niet representationeel. Het is een vaardigheid die geen mentale beelden vereist.
23
Q

Enactivisme: Skill Theory / vaardigheidstheorie van perceptie:

A

Enactivism is that experience of the world comes in the form of an understanding that is achieved through an active exploration of the world, which is mediated by practical knowledge of its relevant sensorimotor contingencies.Visuele perceptie = interageren met de omgeving.

Stelt dat perceptie geen interne representatie is, maar een actieve vaardigheid. Je ziet niet door een “mentaal beeld” te vormen van de wereld, maar door actief te weten hoe je met de wereld kunt omgaan.

Denk aan het waarnemen van diepte. Volgens een representationele theorie zouden je ogen een 2D-beeld registreren en zou het brein een 3D-reconstructie maken. Volgens de vaardigheidstheorie ervaar je diepte omdat je weet hoe objecten veranderen als je je hoofd beweegt – je perceptie is dus gebaseerd op motorische interactie met de wereld.

Onze perceptie is gedetailleerd omdat de wereld gedetailleerd is.

Dit is een niet-representationele theorie van perceptie.

24
Q

Wat zegt veranderingsblindheid over zien volgens de Skill Theory (niet-representationele theorie van perceptie)?

A

 Veranderingsblindheid toont dat visie waarschijnlijk niet bestaat uit het opbouwen van rijke en gedetailleerde representaties in het hoofd. We kunnen dus het beste opgeven dat mentale beelden bestaan: het bestaat niet uit representaties in het hoofd. We bevinden ons in de scene, de scène speelt zich niet af in ons hoofd. Zien = wereld verkennen via zintuigen/acties.

25
Volgens de ... theorie van perceptie van Ronald Rensink is er sprake van top-down visuele verwerking. Hij stelt een aanpassing voor van de ... 1. Representationele 2. Niet-representationele (Skill Theory)
Representationele Theorie. Top-down visuele verwerking: we vormen een vaag/ruw/incomplete visuele representatie. We hebben kort object-representaties wanneer we er direct naar kijken, maar wanneer we wegkijken is het weer heel vaag. De klassieke representationele theorie over visuele perceptie is dan fout. We hebben representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet stabiel, rijk en gedetailleerd. We hebben nooit toegang tot afbeeldingen in ons hoofd die de precieze accumulatie bevatten van de informatie die we via perceptie verzamelden.  Compatibel met het idee dat we geen complete, gedetailleerde representaties hebben. Verklaart ook WAAROM het wel zo LIJKT: we hebben kortstondig heel complete representaties wanneer we ergens naar kijken.
26
Theater van de geest:
Op het toneel is alles waar we ons bewust van zijn. Onbewuste komt niet op het toneel.
27
Volgens O’Regan en Noë – de verdedigers van de vaardigheidstheorie (skill theory) – laten de resultaten van experimenten met veranderingsblindheid zien … a. Dat de representaties in onze geest niet gedetailleerd zijn b. Dat er geen representaties in onze geest zijn c. Dat fenomenaal bewustzijn niet bestaat d. Dat we onbewuste gedetailleerde representaties in onze hersenen hebben en dat alleen representaties die bewust worden niet gedetailleerd zijn
B
28
Perceptie is niet zoals het voor ons lijkt op basis van onze fenomenologie. Dus wanneer we natuurlijke methoden hanteren moeten we wetenschap en fenomenologie serieus nemen, maar fenomenologie serieus nemen betekent niet onze fenomenologie aannemen als waar, maar …
Het verklaren van waarom dingen voelen als ze voelen voor ons.
29
Waarom is het volgens illusionisten verkeerd om bewuste ervaringen als waar aan te nemen? A) De wetenschap toont aan dat we ons kunnen vergissen over onze bewuste ervaringen B) Subjectieve ervaringen zijn volledig illusoir en bestaan niet C) Bewuste ervaringen zijn volledig losgekoppeld van neurale processen D) Onze hersenen creëren geen enkele vorm van bewuste ervaring
A
30
Wat stelt de Grote Illusie van Visuele Perceptie? A) Visuele perceptie bestaat niet echt B) We creëren een gedetailleerd beeld in ons hoofd dat exact overeenkomt met de werkelijkheid C) Onze visuele ervaring lijkt rijk en gedetailleerd, maar is in werkelijkheid een illusie D) Onze perceptie is direct en zonder enige vertekening
C
31
Welke van de volgende argumenten ondersteunt de Grote Illusie? A) Homunculusprobleem B) Incompleetheid (‘gappiness’) C) Veranderingsblindheid D) Alle bovenstaande
D
32
Wat stelt de Skill Theory van O’Regan en Noë? A) Perceptie is het opbouwen van mentale representaties in ons hoofd B) Visuele perceptie is een vaardigheid die geen mentale beelden vereist C) Perceptie is een proces van bewuste representaties D) Perceptie gebeurt volledig onbewust en is los van ervaring
B
33
Volgens O’Regan en Noë, voorstanders van de vaardigheidstheorie (niet-representationele) van perceptie, tonen experimenten met veranderingsblindheid aan … A) Dat de representaties in onze geest niet gedetailleerd zijn B) Dat er geen representaties in onze geest zijn C) Dat fenomenaal bewustzijn niet bestaat D) Dat we onbewuste gedetailleerde representaties in onze hersenen hebben
A
34
Welke theorie stelt dat perceptie representationeel is, maar niet zo rijk en gedetailleerd als we dachten? A) Skill Theory B) Representationele Theorie van Perceptie C) Sterk Illusionisme D) Explanatory Gap Theory
B
35
Wat is het verschil tussen zwak en sterk illusionisme?
→ Zwak illusionisme stelt dat bewustzijn niet is zoals het lijkt, terwijl sterk illusionisme stelt dat bewustzijn niet bestaat.
36
Wat is het homunculusprobleem?
→ De paradox dat als we een ‘mentale representatie’ in ons hoofd hebben, er een ‘klein persoon’ (homunculus) in ons hoofd zou moeten zijn om die te interpreteren, wat leidt tot een oneindige regressie.
37
Volgens illusionisten is bewustzijn een illusie. Wat is het belangrijkste doel van illusionisme? a) Het elimineren van het moeilijke probleem door te bewijzen dat bewustzijn niet bestaat. b) Het verklaren van de illusie van bewustzijn en waarom het ons speciaal lijkt. c) Het bewijzen dat subjectieve ervaringen geen enkele wetenschappelijke waarde hebben. d) Het vaststellen dat we ons bewustzijn volledig kunnen begrijpen via introspectie.
B
38
Wat is een argument tegen het idee dat perceptie bestaat uit rijke, gedetailleerde representaties in onze geest? a) De blinde vlek toont dat we niet alles waarnemen wat er is. b) Homunculus-probleem: wie of wat interpreteert deze representaties? c) Veranderingsblindheid: we merken veranderingen in een scène niet snel op. d) Alle bovenstaande antwoorden zijn correct.
D
39
Representationele Theorie van Perceptie:
perceptie is het opbouwen van representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet hoe we dachten dat ze waren. Perceptie is representationeel. Mentale representaties zijn niet rijk, gedetaileerd, stabiel of compleet.
40
Wat zei Ronald Rensink over de klassieke representationele thoerie van perceptie?
De klassieke representationele theorie over visuele perceptie is fout. We hebben representaties in ons hoofd, maar deze zijn niet stabiel, rijk en gedetailleerd. We hebben nooit toegang tot afbeeldingen in ons hoofd die de precieze accumulatie bevatten van de informatie die we via perceptie verzamelden. Er is sprake van Top-down visuele verwerking: we vormen een vaag/ruw/incomplete visuele representatie. We hebben kort object-representaties wanneer we er direct naar kijken, maar wanneer we wegkijken is het weer heel vaag.
41
Niet-Representationele theorie van Perceptie:
Er is geen mentaal beeld of representatie van de wereld nodig . Je ziet doordat je kunt handelen en bewegen in de wereld, niet omdat je hersenen een gedetailleerd model van de wereld maken. Perceptie is een vaardigheid die geen mentale beelden vereist.
42
De skill-theory is een ... theorie van perceptie Representationele Niet-representationele
Niet-representationele
43
Het moeilijke probleem van bewustzijn is misschien zo moeilijk omdat fenomenaal bewustzijn (datgene wat we probleren te beschrijven en verklaren) een illusie is: het is niet zoals het voor ons lijkt te zijn!
44
Als we accepteren dat een dergelijk verstaan van visuele perceptie eigenlijk berust op een grote illusie, dan moeten we visuele perceptie dus anders gaan beschrijven op 1 van 2 manieren
1. Visuele perceptie is representationeel, maar de representaties in ons hoofd zijn niet stabiel, gedetailleerd, en compleet. 2. Visuele perceptie is niet-representationeel, het is eerder een manier van interageren met de wereld.
45
Waarom is de skill theory (niet-representationeel) vergelijkbaar met de lamp in een koelkast?
Every time you open the door the light is on. Then you close it and wonder whether it’s still on. So you open it and look again. It’s still on. So it is with the world: it is always there when you look, so it’s easy to think you have a constant detailed representation of it.
46
Illusionisme over het idee van het innerlijke theater
Wat illusionisten benadrukken, is dat het idee van een innerlijk theater—waarin we bewuste, subjectieve ervaringen zouden hebben die overeenkomen met een gerepresenteerde werkelijkheid—een MISVATTING is. Ze stellen dat onze hersenen een vorm van functionele informatieverwerking uitvoeren zonder dat er een aparte laag van bewuste representaties nodig is. Zwak illusionisme; zintuigen kunnen liegen, ervaring is echt maar niet accuraat. Sterk illusionisme; we hebben geen subjectieve ervaring/fenomenaal bewustzijn. Zien dit als misinterpretatie
47
Hoe ondersteunt het homunculusprobleem volgens sterk illusionisten de grote illusie?
Volgens sterke illusionisten bestaat er geen innerlijke waarnemer en dus ook geen subjectieve ervaring zoals we denken dat die bestaat. Het brein verwerkt informatie en produceert gedrag, maar het idee dat er iets is dat voelt als bewustzijn is een verkeerde interpretatie van onze cognitieve processen. Als er een "waarnemer" in ons brein is, dan zitten we weer met het homunculusprobleem.
48
Wat toont veranderingsblindheid aan voor de grote illusie?
Veel mensen denken dat ze de wereld op elk moment compleet en gedetailleerd waarnemen, maar veranderingsblindheid toont aan dat: 1. Ervaring niet rijk/gedetailleerd is 2. Volledigheid gecreëerd wordt en we alleen fragmenten echt zien 3. Bewustzijn een reconstructie is, niet een 'interne film'
49
Mening enactivisme/niet-representationele theorie?
"Perceptie is een activiteit die kennis vereist over de manieren waarop acties onze sensorische ervaring beïnvloeden." De klassieke representationele theorie over perceptie beargumenteerd dat ons brein passief voor ons een gedetailleerd intern beeld vormt, een snapshot als representatie van de realiteit. Echter, fenomenen als veranderingsblindheid en onoplettendheidsblindheid tonen aan dat dit beeld geen rijke, gedetailleerd representatie van de wereld is. Enactivisme vormt een theorie om dit probleem te omzijlen. Volgens het Enactivisme is perceptie een actieve vaardigheid waarmee wij de wereld verkennen, vergelijkbaar met hoe een blind persoon zijn stok leert te gebruiken om de wereld te begrijpen. Het 'weten hoe' is wat de wereld vorm geeft, en volgens het Enactivisme is de wereld zonder dit 'weten hoe' slechts een blank canvas. Kritiek: 1. Enactivisme spreekt tegen het klassieke representationele idee van een rijke en gedetailleerde perceptuele weergave, maar het geeft geen verklaring voor de subjectieve ervaring van perceptie - het stelt ideeën voor over de functie van perceptie en hoe deze functie onze ervaring beïnvloedt, maar het verklaart qualia niet. --> Het verklaart niet waarom perceptie geen representatie is, het lijkt eerder te zeggen dat perceptie OOK een vaardigheid is. --> Hierom lijken zowel de klassieke representationele theorie als het niet-representationele enactivisme onvoldoende om de volledige perceptuele ervaring te verklaren. Zowel sensomotorische ontdekking als passieve verwerking en het vormen van representaties lijken een rol te spelen. 2. Enactivisme stelt dat de actieve interactie met de buitenwereld deel maakt van onze perceptie.